Laurens Zandbergen: ‘Vleesopvolgers onder vergrootglas’
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Laurens Zandbergen: ‘Vleesop­volgers onder vergrootglas’

  • 21 maart 2023
  • Door: Janneke Vermeulen

De verkoopcijfers lijken te stagneren en de discussie over de geringe voedingswaardes zwelt aan. Toch zet de Jan Zandbergen Group, één van de grootste vleesleveranciers binnen Europa, volop in op vleesvervangers. Laurens Zandbergen, kleinzoon van de oprichter en manager marketing van het bedrijf, vertelt hoe ze dat aanpakken. 

Vraag Laurens Zandbergen welke van de eigen vleesvervangers hij het lekkerst vindt, en hij kiest voor de plantaardige runderreepjes stroganoff. “Die smaken echt fantastisch. De reepjes absorberen de saus en kruiden en hebben een heel goede juice release, een term die wij intern gebruiken om de sappigheid van een product aan te geven.” Als manager marketing is Laurens (27) verantwoordelijk voor alle marketingactiviteiten binnen het bedrijf. Veel aandacht gaat daarbij uit naar de plantaardige producten die het bedrijf ontwikkelt en produceert.

Op zijn twaalfde stond Laurens al in het bedrijf van zijn vader etiketten te plakken en vlees in te pakken. Na zijn studie international business management aan de Hogeschool van Amsterdam en een stage in Australië bij NH Foods (rundvleesproducent van Jan Zandbergen), ging hij fulltime aan de slag bij het familiebedrijf. Vakblad Voedingsindustrie spreekt met hem over hoe het bedrijf invulling geeft aan de nieuwe, plantaardige richting die het bedrijf naast de vleestak heeft opgezet.

Hoewel vlees nog altijd veruit jullie grootste productgroep is, ligt de focus steeds meer óók op plantaardig. Hoe is deze categorie op jullie pad gekomen?  

“In 2018 organiseerde Moving Mountains, een foodtech start-up uit Engeland, een pitch voor de distributie van hun plantaardige assortiment. Toen ik hun producten proefde, was ik voor het eerst onder de indruk van een vegan product. Wij kregen vervolgens de mogelijkheid om het merk binnen Europa te distribueren richting foodservice. En dat gaat erg goed. We hebben dankzij die distributie echt een belangrijke rol gespeeld bij het grootmaken van plantaardige producten in Europa, durf ik wel te zeggen. Stap een willekeurig burgerrestaurant in Europa binnen en de kans is groot dat de vegan burger op de kaart van Moving Mountains is. 

Vanuit daar zijn we gaan uitbouwen. Toen het voor ons technisch mogelijk werd, zijn we ook gestart met eigen productie van vleesopvolgers - wij spreken liever over vleesopvolgers dan vleesvervangers, omdat deze producten vlees niet één op één vervangen. Die nieuwe weg was trouwens best even wennen, zowel intern als voor onze klanten. Maar we voorzien Europa in een behoorlijke proteïnebehoefte en dat brengt verantwoordelijkheid met zich mee, vinden wij. Gelukkig zijn de tijden snel veranderd. Nu kan ik me niet meer voorstellen dat we kritische reacties krijgen.”        

Hoe geven jullie invulling aan de eigen productie van plantaardige producten? 

“In ons nieuwe pand, dat op steenworpafstand ligt van ons kantoor, hebben we een innovation center gebouwd met als voornaamste doel een boost te geven aan de ontwikkeling van plantaardige producten. Daar bevindt zich een R&D center met grote keuken, compleet met hypermoderne keukenapparatuur en zelfs een green egg. Circa 70 – 80 procent van de tijd en aandacht van ons R&D team gaat uit naar de ontwikkeling van plantaardig. Ook bevindt zich in het nieuwe pand een experience center met demokeuken, waar we onze klanten en prospects kunnen laten zien en proeven wat wij doen. Verder presenteren we onze plantaardige producten op veel internationale foodbeurzen, denk aan Gulfood in Dubai, de FHA Food & Beverage in Singapore en de Natural Food Expo West in Los Angeles. Daar doen we ook altijd relevante contacten op. We hebben al meerdere internationale delegaties hier ontvangen, bijvoorbeeld uit Israël en de Filipijnen maar ook een grote pizzaproducent uit Italië die onze plantaardige kip- en rundvleesstukjes als topping wil gebruiken. Recent hebben we zelfs een zeer grote Amerikaanse retailer op bezoek gehad, dat was echt een mijlpaal.”     

Waarom tonen zoveel internationale partijen interesse, denk je? Vleesvervangers zijn tenslotte niet overal ter wereld even populair. 

“Veel foodbedrijven kijken naar wat er in het Westen gebeurt, we lopen hier op de troepen vooruit. Maar nog belangrijker is dat we bij Jan Zandbergen de producten kunnen aanpassen aan de lokale behoefte. Kijk naar een worst: alleen al binnen Europa is de variatie daarin enorm. In het Verenigd Koninkrijk eten ze ‘m graag bij het ontbijt en de Duitsers eten graag een curryworst. Dan kom je bij een vega variant ook niet weg met one size fits all. Wij kunnen, door met aangepaste recepturen te werken, voldoen aan de smaakprofielen van bepaalde landen en culturen. Denk aan verschillende kruiden en aroma’s, maar ook aan variatie in gewicht, vorm en proteïnebron.”      

Toch werd afgelopen zomer voor het eerst in jaren een dip gemeld in de groei van vleesvervangers. Hoe denk je dat de markt zich de komende jaren zal ontwikkelen?         

“Het aantal aanbieders is momenteel te groot. Ik zie dat veel plantaardige merken vooral gericht zijn geweest op het hypen van hun eigen naam, terwijl de ontwikkeling vaak niet eens in huis gebeurt. Merken zijn voor astronomische bedragen overgenomen door investeerders. Zie dat geld maar eens terug te verdienen in de huidige nichemarkt van vleesopvolgers. Fabrikanten kopen zich in op het supermarktschap maar moeten tegelijkertijd flink afdragen aan de retailer en bepaalde targets halen. Dat kan niet goed blijven gaan. Er is een bubbel gecreëerd en er komt een moment waarop die uiteenspat. Ik verwacht dan ook dat er wat plantaardige merken zullen omvallen de komende jaren en er meer ruimte komt voor private label. En ja, natuurlijk hebben wij ook geprofiteerd van de hype rondom vleesopvolgers. Maar als familiebedrijf geloven wij in een nuchter businessmodel; we moeten gewoon marge maken. Voorlopig zullen we dan ook vooral ontwikkelen en produceren voor private label en voor de foodservicemarkt. Voor dit jaar voorzien we een groei van 20 tot 30 procent voor de plantaardige tak, vooral te danken aan assortimentsuitbreiding en nieuwe type klanten. Ik verwacht overigens dat die verkoopdip van tijdelijke aard is. Er zal een grote rol weggelegd blijven voor vleesopvolgers in de eiwittransitie.” 

Vleesvervangers of -opvolgers zijn ook negatief in het nieuws vanwege het feit dat ze hyperbewerkt zijn, en daardoor ongezond. Hoe gaan jullie daarmee om? 

“Juist omdat vleesopvolgers zo gehyped zijn, liggen ze onder een vergrootglas. Bij de ontwikkeling van onze plantaardige producten staat smaak altijd bovenaan, maar ook voedingswaardes zijn belangrijk. We streven ernaar dat de vleesopvolgers dezelfde voedingswaardes bevatten als vlees. Daarom kiezen we ervoor om vitamine-D toe te voegen en proberen we e-nummers zo veel mogelijk te vermijden. Onze plantaardige producten zijn getest op de Nutri-Score en daarop ook aangepast. We zitten voornamelijk in de categorieën A en B, maar vinden het niet erg om ook eens een C te halen. Er moet ruimte blijven voor guilty pleasures, een echte kipsaté is immers ook niet per se gezond.

Een grote uitdaging bij ons principe om zo min mogelijk e-nummers te gebruiken, is wel de houdbaarheid. Veel van onze producten zijn rauw en hebben dus sowieso een lage THT. Gelukkig hebben we dit kunnen tackelen door het proces aan te passen.” 

Waar staat Jan Zandbergen over pakweg twintig jaar? 

“We zullen ons blijven richten op vlees en vleesopvolgers. En ik zie ook wel een grote rol voor ons weggelegd in kweekvlees. De ontwikkelingen daarin volgen we nu al heel actief. Intern wordt hier nogal eens de discussie gevoerd over welke categorie aan het langste eind zal trekken in de eiwittransitie: vleesopvolgers of kweekvlees. Superinteressant vind ik. Het nadeel van kweekvlees is nu natuurlijk nog dat er weinig over bekend is. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen als je steeds vlees van hetzelfde dier eet, dus steeds hetzelfde DNA consumeert? Een ontzettend interessant vraagstuk.” 

"Als de techniek het toelaat en ons R&D team kan aanhaken, dan zijn wij de aangewezen partij om kweekvlees in Europa in de markt te zetten en groot te maken. Daar ligt onze expertise en kracht. En wie weet staat hier tegen die tijd wel een kweekvleesfabriek.”


Jan Zandbergen

In 1955 start Jan Zandbergen in Leiden een slagerij die in de loop der jaren uitgroeit tot een bloeiend bedrijf met achttien vestigingen, een uitsnijderij en distributielocatie. In 1992 verhuist het bedrijf naar Veenendaal, met name vanwege de ligging in de Dutch Food Valley. Diviande, expert in het portioneren en verpakken van vlees, wordt in 2015 toegevoegd aan het bedrijf. In 2019 wordt Future Food Group opgericht, voor de focus op ontwikkeling en productie van de plantaardige categorie. De Jan Zandbergen Group wordt momenteel geleid door Peter-Paul Zandbergen (zoon van Jan), Jochem Versloot en Laurens Zandbergen (beiden kleinzonen van Jan). Het bedrijf is goed voor een omzet van ruim 600 miljoen euro (2022) en levert wereldwijd meer dan dertig vleesmerken en ruim tien plantaardige merken.

www.janzandbergen.nl

Hoofdbeeld: © James Media

Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2023