Cultuuromslag bij Pieter van Meel
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Cultuuromslag bij Pieter van Meel

  • 07 mei 2019
  • Door: Janneke Vermeulen

Als 21-jarige student stapte Thomas van Meel na het wegvallen van zijn vader in het poeliersbedrijf Pieter van Meel. Voor iedereen wennen, niet in de laatste plaats voor hemzelf. Coach Jolande van Driel van CoachHouse hielp hem de werkcultuur te veranderen. 

Nu huizen ze nog op drie verschillende locaties op het Food Center Amsterdam (een locatie voor grofwild, voor klein wild en voor verpakken), maar over een paar jaar komt alles onder één dak. “Dan verhuizen we naar iets verderop. Een volgende verandering die op stapel staat.” Aan het woord is Thomas van Meel, die met zijn twee broers eigenaar is van poeliersgroothandel Pieter van Meel. Het bedrijf voorziet de hoofdstedelijke horeca van wild en gevogelte. Thomas is verantwoordelijk voor de ‘schone kant’: pr, contact met de NVWA en overig kantoorwerk. Broer Wijnand staat als hoofd productie op de werkvloer. Derde broer Maurits is (nog) niet actief in het bedrijf. 

Oostvaardersplassen

Thomas’ bescheiden kantoor – aangekleed met opgezet wild - kijkt uit op de productieruimte waar net een paar karkassen van edelherten uit de Oostvaardersplassen uithangen. Inmiddels hebben ze er zo’n 1235 verwerkt. Staatsbosbeheer, eigenaar van het natuurgebied, schreef een aanbesteding uit voor de verkoop. Pieter van Meel kreeg de eer. “We moesten onder meer vragen beantwoorden over hoe we het proces voor ogen zagen en hoe we de missie van Staatsbosbeheer – mens en natuur met elkaar verbinden – wilden invullen. Dat doen we nu door een deel van het vlees aan de voedselbank te doneren.” Ook werd het bedrijf gevraagd naar de visie op de Oostvaardersplassen. “Een belangrijke ethische waarde voor ons is evenwicht in de natuur. Daarom werken we veel met wild. De jacht wordt alleen in beheer gedaan, waarbij een gezonde populatie het uitgangspunt is.” 

Van bron tot restaurant

Behalve herten verwerkt het bedrijf ook wilde eenden, zwijnen, patrijzen en Schipholganzen. Het kleine wild wordt afgenomen van Nederlandse jagers, het grofwild van grote terreinbeheerders zoals de waterleidingduinen en defensie. De dieren worden na binnenkomst eerst één à twee weken gerijpt, dan gevild en daarna gekeurd door de NVWA. Vervolgens worden ze verwerkt naar vlees. Vanuit Frankrijk wordt het leeuwendeel van het gevogelte geïmporteerd, zoals duif, parelhoen en kwartel. Thomas: “Het aanbod daar is groter en meer divers dan hier. En we nemen af van kleinschalige, goede fokkers die dezelfde waarden hebben als wij. Het geïmporteerde gevogelte is al geplukt. Maar voor het wild doen we alles zelf, vanaf de bron tot restaurant. Dat maakt ons werk dynamisch en complex. Er zijn alleen weinig goede vakmensen beschikbaar.” Dat betekent onder andere dat nieuwe medewerkers – inmiddels telt het bedrijf 38 fte - binnen het bedrijf worden opgeleid. “Gelukkig zijn onze medewerkers loyaal, mede dankzij de goede werksfeer”, aldus Thomas. 

“Een bekend verschijnsel bij familiebedrijven”, vertelt Jolande van Driel, als coach twee à drie dagen per week werkzaam bij Pieter van Meel. “De familieleden steunen elkaar door dik en dun. Ze doen het echt samen. Die sociale werksfeer en positieve omgangsvormen zie je door het hele bedrijf.” 

Verantwoordelijkheid 

Jolande kwam in beeld toen Thomas ruim twee jaar geleden op een burn-out afstevende. Toen in 2012 zijn vader en oprichter van het bedrijf vrij plotseling overleed, kregen Thomas en zijn broers ineens het poeliersbedrijf in handen. Thomas studeerde nog bedrijfskunde in Rotterdam. Hoewel hij min of meer opgroeide in het bedrijf, was hij niet voorbereid op zo’n grote verantwoordelijkheid. Ook de rest van het bedrijf moest zijn draai vinden zonder Pieter. Thomas: “Mijn vader deed hier elke dag de deur open en dicht. Hij was ervaren in het vak, had een echte hands-on mentaliteit en als er iets misging, ving hij het op. Hij wás het bedrijf.” Thomas ontbeerde de praktische ervaring van zijn vader. Bovendien veranderde de markt: winkelopeningstijden werden verruimd, de economie verbeterde en de omzet van het bedrijf groeide. Het bedrijf floreerde, maar de organisatie groeide niet mee. Daarbij ambieerde Thomas een andere manier van werken, met meer verantwoordelijkheid voor de medewerkers. 

Struikelblokken 

Dat ging niet zonder slag of stoot. “Het bleek een uitdaging om de balans te vinden tussen het behouden van de tradities van het familiebedrijf enerzijds, en het doorvoeren van veranderingen én iedereen daarin meekrijgen anderzijds. De medewerkers moesten eraan wennen om verantwoordelijkheid te dragen. Puntje bij paaltje werd er toch vaak omhoog gekeken”, aldus Thomas. Hij worstelde met zijn managementstijl. Daarom schakelde hij Jolande in, die gespecialiseerd is in het begeleiden van veranderingsprocessen bij familiebedrijven. 

Ze vertelt: “Er moest een cultuuromslag komen. Daar zijn we mee bezig, door het aanleren van zelfsturing. Dat kost tijd en vraagt om een open houding en een groter bewustzijn. Op die manier kan je jezelf een andere leiderschapsstijl aanmeten. Zo moest Thomas leren om leiding te geven in plaats van altijd leiding te nemen.” Jolande heeft contact met vrijwel iedereen binnen het bedrijf, maar begeleidt vooral de leidinggevenden. Thomas: “Jolande heeft me ook geleerd een stapje terug te doen en meer áán het bedrijf te werken in plaats van ín het bedrijf. Ze houdt ons een spiegel voor en kan issues met een afstand bekijken. En ze stimuleert ons om fricties uit te spreken en grenzen aan te geven.” Jolande vult aan: “Uiteenlopende visies, verschillende karakters en blijven hangen in systemen; dat zijn typische struikelblokken in familiebedrijven. Af en toe moet je de confrontatie aangaan en oude werkwijzen loslaten. Hier is de welwillendheid er absoluut, maar soms zijn medewerkers onzeker over hun kunnen of moeten ze de grenzen aftasten: durf ik dit? Hoe pak ik dat aan? Ik geef ze handvatten.” 

Het gaat de goede kant op volgens Thomas: “Iedereen is verplicht hier een haarnetje te dragen. Laatst liep ik snel binnen zonder haarnetje, toen een medewerker tegen me zei ‘Je mag dan Van Meel heten, je moet wel een netje op!’”

www.pietervanmeel.nl
www.coachhouse.nl 

Beeld: ©Diederik van der Laan

Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2019