Soms, als ik ’s morgens mijn krant lees, word ik wanhopig. De problemen zijn zó groot. Dan krijg ik buikpijn van de berichten over de klimaatverandering, ontbossing en vermindering van de biodiversiteit. Word ik sip van het feit dat de energietransitie spaak loopt door een ‘energiecongestie’. Denk ik aan de stijgende kosten: van boodschappen, grondstoffen, verzekeringen. Ondertussen worden we als consument-burger dagelijks overspoeld met verleidingen. ‘Wil mij’, schreeuwen de producten in de winkels en in de pop-ups tijdens dat filmpje op je (nieuwe) mobiel. ‘Koop mij!’ roepen de reclames. ‘Consumeer mij!’. Hoe valt dat te rijmen met dat het duurzamer en minder moet?
Mijn kinderen zijn 16, 19 en bijna 21. Over 30 jaar is mijn eerstgeborene net zo oud als ik nu. Ik stel mezelf de uiterst relevante vraag: ‘Welke wereld creëren we nu; voor onze kinderen, en hun nageslacht?’ Wat kan en móet ik doen, of juist laten, om het tij te keren? Koud douchen in de ochtend, zo vaak mogelijk op de fiets, nog slechts enkele dagen per week vlees en dan uitsluitend een eerlijk stukje; het is niet genoeg. Om écht duurzamere keuzes te maken, moeten we allemaal wat verder kijken dan onze neus lang is. Verder de toekomst in, en niet alleen naar morgen (een deadline!) of volgend jaar. Nee, verder vooruit: 30, 50 of 100 jaar… Het blijkt lastig om je niet te laten leiden door de waan van de dag.
De toekomst in kijken is science fiction. Dus blik ik even terug om de tijdspanne te voelen. Hoe zag de wereld er 30 jaar geleden uit? Bill Clinton volgde als 42e president van de Verenigde Staten George H.W. Bush op, de eerste browser voor het ‘World Wide Web ‘ kwam uit, Miguel Indurain won de tachtigste editie van de Ronde van Frankrijk. Vakblad Voedingsindustrie (toen nog Vakblad ‘Vleesindustrie’) én de OSV zagen het levenslicht.
Wat is er veel veranderd! Maar gelukkig niet alles. We hebben allemaal nog steeds evenveel behoefte aan contact als toen; contact met vrienden en familie. Met zakenrelaties. We willen nog steeds, misschien zelfs wel méér, kennis vergaren. Elkaar ontmoeten. Netwerken.
Ik stortte me vorige maand voor deze editie op het thema ‘duurzame productie’ en ontdekte, gelukkig, hoeveel energie er rondraast in onze branche: hoe groot de wil is om te verbeteren, te veranderen en kennis te delen. Dat je ‘gewoon’ ergens moet beginnen en de eerste stap moet zetten. En daarna de volgende. En de volgende. Voor je het weet zijn we 60.
Judith Witte
[email protected]
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2023