Ik vind mezelf écht geen digibeet, om gelijk maar met de deur in huis te vallen. Zo ben ik een kei in Word, kan ik heel goed e-mailen, instagrammen, digitaal bankieren en treinkaartjes kopen bij een ns-kaartautomaat. Maar alles is relatief. Mijn kinderen denken hier waarschijnlijk anders over, getuige de rollende ogen als ik met één of ander elektronisch ‘device’ aan het stoeien ben en ze ongeduldig verzuchten: “Kom, geef mij maar”.
Ze zitten aan de keukentafel, mijn drietal. De oudste twee moeten allebei voor hun studie in een korte pitch een innovatieve oplossing voor een bestaand probleem presenteren. De jongste wil straks de IT in en is verbazingwekkend goed op de hoogte van wat er allemaal mogelijk is.
Als het gaat om automatisering, robotisering en digitalisering, horen we vaak dat de ontwikkelingen in de voedingsindustrie trager op gang komen dan in andere sectoren. De auto-industrie daarentegen loopt nog steeds voorop. Nu las ik laatst dat Tesla stopt met het gebruiken van ultrasone sensors (USS) in nieuwe Model 3- en Y-auto’s. “Samen met de verwijdering van de USS hebben we tegelijkertijd ons vision-based occupancy network uitgebracht. Dit systeem wordt momenteel gebruikt in Full Self- Driving Beta om de inputs die door USS worden gegenereerd te vervangen. Met de huidige software geeft deze benadering de Autopilot high-definition spatial positioning, zichtbaarheid over een groter bereik en de mogelijkheid om objecten te identificeren en te onderscheiden.”
Aha! Nee, eerlijk blijven: ‘Uh…, sorry…?’ Bij dit soort taal voel ik me een digitale analfabeet, ik raak volledig de draad kwijt. Hoewel draadloos dus wel weer het summum is momenteel. Getuige de humanoïde robot die datzelfde Tesla presenteerde begin deze maand. Optimus heet-ie (m/v) en hij ziet eruit als een mannetje. De robot ondersteunt audio voor communicatiedoeleinden en bevat ook wifi- en lte-modules. Tesla vermeldt dat de chipset ook hardwarematige beveiligingsfuncties bevat ‘om zowel de robot als omstanders te beschermen’. In welke scenario’s dat nodig kan zijn, vertellen ze niet, maar wél dat dit prototype zonder ondersteunende bekabeling kan rondlopen. En dat is dus goed nieuws, want stroom- en datakabels vormen inmiddels de ruggengraat van onze onderling verbonden economieën, en die maken ons gevoelig voor sabotage. Wie een pijpleiding kan lamleggen, kan ook stroomkabels naar offshore-windparken en datakabels raken. Aan de andere kant; ook cybercrime neemt een vlucht. Ik word er stil van.
Terug naar het gesprek aan de keukentafel, daar is het allesbehalve stil. Ze komen goed op stoom, de discussie raakt verhit. ‘Toe maar’, denk ik. Stook de boel maar lekker op! Scheelt mij weer energiekosten’.
Judith Witte
[email protected]
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2022