Sinds kort heb ik een leesbril nodig. Ja, lach maar: het is zover. Ik heb er gelijk maar een stuk of wat aangeschaft, want ik heb een pesthekel aan zoeken. Nu zit er dus één in mijn handtas, ligt er één bij de computer, één op mijn nachtkastje, en sowieso één in de keuken. Want zonder bril kan ik de kleine lettertjes op verpakkingen eenvoudigweg niet meer lezen. Mét trouwens ook niet altijd. Ik probeerde laatst tevergeefs de gebruiksaanwijzing, geprint in witte letters op een doorzichtig etiket op een zak risottorijst te lezen. Ik rommelde wat met een donker gekleurd papiertje in de zak met rijst, en ja hoor: daar kwam de gebruiksaanwijzing tevoorschijn. Er is nog heel wat werk aan de winkel om voedseletiketten duidelijker te krijgen.
Ook de verpakking waar dat etiket óp zit, vraagt om aandacht en verbetering. Je kent het wel: je peutert en peutert aan een lipje van de folie van een dichtgesealde verpakking vleeswaar, maar krijgt er geen grip op. Het lipje is te kort, of zit te strak. Ongeduldig grijp je naar een oplossing: de schaar! De verpakking beloofde hersluitbaar te zijn, maar die optie is na deze ingreep verdwenen. Dan maar een vershoudbox. Maar dát past niet: de verpakking is te breed.
Nóg beter in het oproepen van ergernis zijn trouwens politici. In de debatten op tv voor de aankomende verkiezingen onderbreken ze elkaar en eisen dat de anderen hen laten uitpraten. Dat was helaas niet heel anders bij het Voedselverkiezingsdebat, georganiseerd door het CBL, de LTO en FNLI. Ook hier buitelden de politici over elkaar heen met snedige opmerkingen en ferme uitspraken als ‘het moet afgelopen zijn met de regeldiarree die op ons neerspettert!’, zonder écht naar elkaar te luisteren. Pas bij het slot, als de initiatiefnemers zelf om de tafel zitten, daalt de rust neer in het gesprek. De presentator verwondert zich over hun eensgezindheid, waarop Cees-Jan Adema van de FNLI nuchter verklaart: “Als consumentengedreven organisaties zouden we toch geen knip voor de neus waard zijn als we niet serieus én vooral ook sámen met duurzaamheid, gezondheid en prijsvorming aan de slag zouden gaan!”
Ook ‘het speelveld’ zelf, jullie dus, de koplopers in de branche, laten zien dat het kan. Zonder geouwehoer, zonder kleine lettertjes, maar door te dóen. Door aan de slag te gaan met toekomstbestendiger en duurzamer verpakken. Wég is mijn ergernis!
Judith Witte
[email protected]
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2021