Na-oorlogs Nederland is (vanaf 1952) opgegroeid met de groenteconserven in glas van het voormalige familiebedrijf uit Giessen: HAK. De christelijke waarden van toen, ‘leven uit afhankelijkheid’, zitten er altijd nog diep in. De ambitie om een B Corp company te worden, sluit daar naadloos bij aan.
Timo Hoogeboom: ‘Na toelating wordt er van je verwacht dat je met verbeterplannen komt en dat je voortgang laat zien’
Nee, een familiebedrijf is HAK feitelijk niet meer. Maar ook al is het concern, sinds vorig jaar zomer in handen van een lange termijn investeerder, de KDV group (foodmultinational in 32 landen met standplaats Tomsk, Siberië Rusland), de bedrijfswaarden zijn nog wel heel erg gericht op de lange - duurzame – termijn. Met oog voor continuïteit, mens en omgeving. Dat blijkt onder meer uit HAK’s missie om zoveel mogelijk mensen te helpen om meer groenten en peulvruchten te eten. En uit de vaste overtuiging dat je transport van producten zoveel mogelijk moet beperken. In lijn daarmee streeft HAK nu naar een certificering als ‘B Corp’; hét bewijs dat een onderneming sociale en duurzame impact realiseert. Dat heeft nog wel wat voeten in de aarde, ziet de ceo van HAK, Timo Hoogeboom.
“B Corp is in 2006 opgericht door een drietal personen die de traditionele succescriteria zoals omzet, EBITDA en aandeelhouderswaarde, te eenzijdig vonden. Dat sluit heel erg aan bij wat we bij HAK willen zijn. Het gaat ons niet alleen om de profit, maar ook om people en planet. De certificering van B Corporation voorziet daarin. Wij zijn dit proces acht maanden geleden ingegaan en bij elkaar duurt het een jaar tot anderhalf jaar.”
“Het belangrijkst is dat we de aantrekkingskracht blijven vergroten voor mensen die bij ons willen werken. Ook voor ons is het namelijk een uitdaging om goede mensen aan te trekken. Vooral jonge mensen verlangen méér van een werkgever dan financiële gezondheid alleen. We willen mensen binnenhalen die zich goed voelen bij onze boodschap van gezond en duurzaam eten. Dan helpt zo’n certificaat.”
“Ja zeker! Als wij kantinesessies (informatieve updates over het bedrijf, red.), houden over bijvoorbeeld gecertificeerde teelt, dan zijn ook zij erg enthousiast, ook al associëren onze productiemedewerkers zich niet per se met ‘HAK als hun duurzame werkgever’. Hun interesse is veel groter dan ik op voorhand had durven verwachten. Dat was tien jaar geleden echt wel even anders.”
“Je moet heel veel vastleggen, een groot gedeelte is administratie! We hebben daar iemand op zitten die er de afgelopen maanden een derde van zijn tijd intensief mee bezig is geweest.”
‘B Corp kent vijf pijlers, en bij elk daarvan beschrijf je je werkwijze. Dat begint bij community, waar ook de code of conduct van je leveranciers onder valt. Dat was bij ons de grootste taak, omdat die leveranciers er stuk voor stuk hun handtekening onder moeten zetten. Een heel uitgebreid verhaal. Ook al is kinderarbeid bij onze leveranciers bijvoorbeeld totaal niet aan de orde, toch ben je verplicht te benoemen dat daar geen sprake van is. Governance is heel belangrijk, omdat alle dingen omtrent je missie en visie daar aan de orde komen. Bij medewerkers gaat het over zaken als huisreglementen en worden ook ‘work streams’ beschreven.
Ook onder het kopje milieu komen zaken aan de orde die – in ieder geval nu nog – niet superrelevant zijn. Water is in Nederland bijvoorbeeld veel minder schaars dan elders, maar B Corp is nu eenmaal niet vanuit de context van één land geschreven. De score is overal hetzelfde en daardoor goed vergelijkbaar. Er rolt overigens geen rapportcijfer uit, maar je moet voor het certificaat wel minimaal 80 punten halen.”
“Zeker. En dat is óók een reden waarom we er aan zijn begonnen. Het is een toets die laat zien waar je op dit ogenblik staat én het is een inspiratiebron waarvan je kunt leren. Het legt de onderwerpen bloot waar we nog geen goed antwoord op hadden. Dat water bijvoorbeeld hè, dat is nu nog geen probleem. Maar je moet wel al een concreet plan hebben voor wanneer er wél sprake is van een tekort. Het is overigens niet zo dat je op het moment van certificering klaar bent. Na toelating wordt er van je verwacht dat je met verbeterplannen komt en dat je voortgang laat zien. Toetsen, leren en ervaringen met anderen uitwisselen. Zo komen we steeds verder.”
“Je betaalt een kleine fee van 250 euro om het certificeringsproces te starten. Vervolgens betaal je 25.000 euro per jaar, in het geval van HAK. Dat is voor ons dus geen criterium om het níet te doen, maar we ervaren het wel als een fors bedrag.”
“Ja. Het brengt bijvoorbeeld ook met zich mee dat onze Raad van Commissarissen moet toetsen of onze beslissingen ook op basis van people en planet worden genomen. En niet alleen voor profit.’ Daarvoor hebben we ook onze statuten moeten aanpassen.”
“De commissarissen waren het ermee eens. Dat geldt eigenlijk voor iedereen die erbij betrokken is geweest. We hebben geen weerstand ondervonden. We hebben in Giessen geen last van het Angelsaksische waarde-denken. Vanuit NPM, onze vorige aandeelhouder, alsook bij KDV, is duidelijk interesse in deze veranderingen. De overtuiging is toch dat toekomstige aandeelhouderswaarde niet alleen maar door de EBITDA wordt bepaald. Het ligt misschien ook wel in de lijn der verwachting dat wij die druk niet op die manier voelen. HAK is een Hollands veld, kolen tot aan de horizon, voeten in de klei. Daar verwacht je dit ook bij. En vooral, de familie Hak was zijn tijd ver en ver vooruit. Op het moment dat iedereen ging groeien en exporteren, bleven zij trouw aan de natuurlijke manier van werken en het sterk lokale karakter van de onderneming. Ze deden dat vanuit een sterk christelijke overtuiging. Dat maakt mijn job in deze veel makkelijker.”
“Dat we voldoen aan de strenge eisen van het On the way to PlanetProof certificatieschema. Daartoe moeten onze telers aan 36 bovenwettelijke eisen voldoen en aanpassingen doorvoeren in onderdelen van het teeltproces. Dat gaat bijvoorbeeld om verbetering van de bodemvruchtbaarheid en de inzet van minder en natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen. Het pijnpunt is dan natuurlijk altijd: geld. Onze telers moeten extra kosten maken. Daarom belonen we ze extra en berekenen we die kosten door aan de supermarkt. In de praktijk betekent dat dat een pot HAK hierdoor 5 of 10 cent duurder is geworden. Maar goed, er moet een vervolgstap komen.”
Daar werken we op dit moment hard aan. Misschien moeten we naar regeneratieve landbouw, waarbij natuurlijke hulpbronnen worden versterkt in plaats van uitgeput. Of moeten we voor biologisch kiezen. Hoe dan ook zijn we de weg naar klimaatneutraal produceren ingeslagen. Maar dat heeft nog wel wat voeten in de aarde.”
“Absoluut. We verhitten onze conserveringsinstallaties nu nog met gas, dat moet naar 100 procent elektrisch. Dat is zeer ingrijpend en zeer kostbaar. We zijn er plannen voor aan het maken. De juiste partner hiervoor binnenhalen zie ik als de grootste uitdaging om dat voor elkaar te krijgen. Maar er zijn meer belangrijke vervolgstappen. Op gebied van verpakking onder meer. Onze stazakken moeten volledig recyclebaar worden. We hebben een eerste stap gezet met de overgang naar 100% kunststof en reductie van lagen, in plaats van kunststof en aluminium. Maar we moeten naar een monoverpakking toe, met als uitdaging dat het even voedselveilig wordt als nu.”
“Tja, Albert Heijn heeft op de website wel een apart hoekje met B Corp, maar dat zal niet veel helpen. Ik zie het inderdaad ook wel als een grote uitdaging om de consument te informeren. Van dierenleed zijn ze redelijk op de hoogte, maar het lukt die consument niet goed om voedsel in relatie te brengen met klimaateffecten. Voorwaarts dus, want de beweging gaat hoe dan ook groot en belangrijk zijn. Mensen vinden het belangrijk om anderen te laten zien dat ze goed bezig zijn. Zo wordt het afkopen van CO2-emissie bij een vliegticket nauwelijks gedaan omdat ze het niet kunnen showen. Ook bij het kopen van duurzame voedingsmiddelen, moeten we consumenten dus iets in handen geven.”
“Om dezelfde reden waarom wij het doen! De mensen die bij je werken, zeker de jonge generatie, heeft veel meer behoefte aan zingeving. Succes voor hun is ook: wat draag ik bij aan de wereld. Als je dát belangrijk vindt, kan je toch niet achterblijven!”
HAK CEO Timo Hoogeboom heeft nauw contact met Denis Shengtelov, sinds augustus 2021 de nieuwe aandeelhouder van HAK, ten aanzien van de oorlog die woedt in de Oekraïne en het acteren van de Russische regering daarbij. Zij hebben in die gesprekken hun wederzijdse zorgen en boosheid over de ontwikkelingen gedeeld. Hieronder, vertaald naar het Nederlands, de brief die Denis Shtengelov vrijdag 25 februari 2022 heeft verstuurd aan zijn ruim 20.000 medewerkers in Rusland. Voor de goede orde: het managementteam van Neerlands Glorie Groente & Fruit (het moederbedrijf van HAK) onderschrijft volledig de inhoud van zijn brief. Verder meldt HAK dat zij een zestal vrachtauto’s voedselpakketten (ongeveer 150.000 HAK-eenheden) naar de slachtoffers in Oekraïne zal brengen.
Bekijk de brief
HAK heeft de B Corp certificering inmiddels behaald.
Beeld: © HAK
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2022