Voedingsmiddelenbedrijven zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van de producten die ze inkopen én op de markt brengen. Blind vertrouwen op een voedselveiligheidscertificaat van de leverancier is er niet meer bij. Dat vertrouwen is door diverse voedselschandalen bovendien flink beschadigd. Pro-actief controleren in plaats van reactief is de trend.
Grondstoffen voor de voedingsindustrie, maar ook samengestelde producten die als grondstof dienen, moeten voldoen aan de eisen uit de Europese hygiëneverordening. “Het is verplicht om een volledige gevarenanalyse en beheersing van alle mogelijke gevaren van aangekochte grondstoffen in huis te hebben,” waarschuwt Sjoerd Kanters, directeur van Riskplaza. “Het erkennen van de mogelijke gevaren vormt onderdeel van het eveneens wettelijk verplichte HACCP-systeem.”
De NVWA doet tijdens haar controle navraag over de grondstofverificatie van alle goederen. Als handreiking aan de afnemers heeft de NVWA informatieblad 64 en informatieblad 65 opgesteld. Hierin staan handvatten voor de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de inkoopverificatie. “Voor veel ondernemers in de voedingsmiddelensector blijkt dit een tijdrovende klus,” zegt Sjoerd. “Afnemers moeten namelijk van al hun leveranciers beoordelen hoe zij de voedselveiligheid hebben geborgd. Van veel grondstoffen zijn meerdere potentiële gevaren bekend: fysische, chemische en microbiologische gevaren. Alles moet in kaart zijn gebracht.”
Er is nog een andere manier om aan de Europese wettelijk verplichte inkoopverificatie te voldoen: namelijk door af te nemen van Riskplaza-gecertificeerd bedrijven. “De Riskplaza-audit is gericht op het toetsen van volledig en aantoonbaar beheersen van alle ingrediëntgevaren. Bedrijven kunnen zich vrijwillig certificeren volgens deze norm. Op dit moment is het in Nederland het enige systeem dat is geaccepteerd in het kader van grondstofverificatie zoals beschreven in infoblad 64 van de NVWA.”
De Riskplazadatabank bevat informatie over de voedselveiligheidsgevaren van ingrediënten en over de mogelijke beheersmaatregelen die deze gevaren inperken. “Deze informatie is van een zeer hoge kwaliteit," benadrukt Sjoerd. “Neem bijvoorbeeld een broodje gezond en een glas melk. Uit welke ingrediënten bestaan deze producten? In ieder geval uit tarwe, gist, zout, water, zaden en pitten. Maar ook uit kaas, tomaat en melk. Maar welke gevaren zijn er van toepassing voor deze ingrediënten?
En hoe weet u dat u geen gevaren overslaat? Vanuit de Riskplazadatabank is gemakkelijk te herleiden dat er 55 gevaren gekoppeld zijn aan bovengenoemde ingrediënten, waarvan 22 verschillende gevaren. Hierbij is het gevaar ‘vreemde delen’ gekoppeld aan vrijwel alle genoemde ingrediënten, maar is ‘aflatoxine’ enkel gekoppeld aan tarwe en zaden en pitten. De Riskplazadatabank levert ontzettend veel tijdswinst voor u als kwaliteitsmanager en voorziet in een compleet overzicht.”
“Het controleplan van een Riskplaza-gecertificeerd bedrijf is gefundeerd en behelst de gevaren die op geen enkele andere manier geborgd kunnen worden. Het in kaart brengen van grondstofrisico’s via deze databank levert foodprofessionals uiteindelijk veel tijdwinst op. De producent of retailer hoeft geen vragenlijsten van afnemers meer in te vullen. In samenwerking met deskundigen uit diverse sectoren en certificerende instellingen, zorgen we ervoor dat de databank altijd over de meest actuele informatie beschikt.”
De tijdswinst zit voor een groot deel in het feit dat wie afneemt van een Riskplaza-gecertificeerd bedrijf, niet meer zelf de voedselveiligheid van grondstoffen bij de leverancier hoeft te verifiëren: dat scheelt de inkoopafdeling een hoop werk. “Vreemd genoeg is grondstofverificatie bij leveranciers lang een ondergeschoven kindje geweest”, zegt Sjoerd. “Waarom? Men ziet op tegen de Riskplaza-audit.” Toch ziet hij dat steeds meer leveranciers dit onderdeel op orde willen hebben. “Riskplaza is een goed hulpmiddel bij het inventariseren van de mogelijke ingrediëntgevaren. Naast tijdwinst voor je klanten levert het helderheid en transparantie op. Met name voor de afnemers van voedselproducenten is dat een pré, voor steeds meer zelfs een vereiste.”
“Ons streven is de wereld elke dag een stukje voedselveiliger maken, en het bedrijfsleven daarin werk uit handen nemen. De Riskplaza-audit zal meer en meer fungeren als een leveranciersbeoordeling. We zien een duidelijke trend dat inkoopmanagers dit aspect steeds vaker meenemen in hun keuze. Ze weten dat een leverancier die Riskplaza-gecertificeerd is, zijn zaken goed voor elkaar heeft. Een afnemer van Riskplaza-gecertificeerde bedrijven handelt zo proactief, in plaats van reactief. Het belangrijkste resultaat is uiteindelijk het winnen van het vertrouwen; van de consument in de retail, van de retail in hun toeleveranciers, enzovoort: van boer tot bord.”
Bron: © Riskplaza