‘Safe food’ en ‘save food’ zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden; op maatschappelijk, economisch én politiek niveau. Eind mei verschenen een tweetal rapporten met nieuwe cijfers over voedselverspilling in Nederland(www.rijksoverheid.nl). De afname die daarin wordt gemeld, in zes jaar tijd een reductie van slechts 15%, is lang niet genoeg om de doelstellingen te halen.
Ook in Brussel staat het onderwerp hoog op de agenda. Elk jaar gaat er meer dan 100 miljoen ton voedsel verloren in Europa. Verliezen bij de landbouw en teruggegooide vis zijn niet eens inbegrepen in die ramingen. Verspilling gebeurt in alle stadia van de voedselketen: productie, verwerking, groothandel, detailhandel, cateringdiensten, restaurants en bij de consument thuis. Uit alle onderzoeken blijkt dat consumenten, van alle schakels in de voedselketen, de grootste verspillers zijn.
Als onderdeel van haar strategie voor een efficiënt grondstoffengebruik, wil de EU de verspilling van eetbaar voedsel tegen 2020 halveren. Een van de instrumenten om dat te bereiken (en die unaniem door het Europees Parlement is aangenomen) is de promotie van ‘een Europese wekelijkse kliekjesdag’. Daar moest ik wel even om grinniken. Ook is voorgesteld om de verschillen tussen de THT- en TGT-datum beter uit te leggen (briljant!), en wordt het weglaten van de THT op specifieke producten onderzocht. Zelfs in Brussel snappen ze dat voedselverspilling tegengaan, zonder de voedselveiligheid in het gedrang te brengen, nog een flinke uitdaging is.
Juist in de zomer liggen de gevaren van onveilig voedsel overal op de loer. Kipfilets en vleeswaren zitten te lang ongekoeld in de boodschappentas. De warmte laat micro-organismen en schimmels in aantallen exploderen. Tijdens het barbecueën wordt rauw vlees op hetzelfde bordje vervoerd als het gegrilde stuk. Vlees dat, oh ongeduld, te vaak halfgaar wordt gegeten. De consument zit enkele dagen later met de gebakken peren. Doodziek wijst hij naar de producent.
Ook al zijn consumenten toppers in verspillen van goed voedsel, en bovendien kei-goed in het produceren van een voedsel-onveilige maaltijd (zelfs zonder gebruik te maken van kliekjes); u móet duurzame, voedselveilige producten produceren en afleveren. En ook nog eens kunnen bewijzen dat u dat heeft gedaan. Producten, retailers en foodservice worden steeds strenger gecontroleerd. Niet alleen door de NVWA, ook afnemers en leveranciers worden hierin steeds pro-actiever. Lastig? Of niet meer dan logisch?
Voor iedereen die productrecalls wil voorkomen en verspilling wil tegengaan: het kan altijd nog een stapje beter, schoner en veiliger. Lees maar in dit nummer.
Judith Witte
[email protected]
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2017