Paul van Liempt: Blauwe boorden bonanza
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Paul van Liempt: Blauwe boorden bonanza

  • 14 april 2025
  • Door: Janneke Vermeulen

Werd vakmensen een paar jaar geleden nog een sombere toekomst voorgehouden, anno 2025 staan de zaken er heel anders voor. De werkende klasse zit op een goudmijn, meent schrijver en journalist Paul van Liempt. De kentering was voor hem aanleiding om het boek Blauwe boorden bonanza te schrijven. Hoe kijkt hij aan tegen de arbeidsmarkt van de toekomst?  

Eigenlijk had Paul van Liempt dit boek al tien jaar geleden willen schrijven, vertelt hij aan het begin van het interview. Maar dat plan werd op de lange baan geschoven. “Andere zaken hadden meer urgentie. Gelukkig maar, want toen was de strekking helemaal anders geweest; ik had er volledig naast gezeten.”     

Wat maakt dat de essentie van je boek is verlegd? Hoe is de arbeidsmarkt in de tussentijd veranderd? 

“Ruim tien jaar geleden was de teneur dat robots en andere vormen van automatisering veel werk van de uitvoerende klasse zouden gaan overnemen, zoals de bekende econoom Keynes eerder al voorspelde. ‘Zoek maar een hobby, want de 15-urige werkweek wordt de norm’ – dat was grofweg het credo. Een doemscenario dat overigens vaker uit de kast wordt getrokken bij technologische ontwikkelingen. Maar slechts een paar jaar later blijkt het tegenovergestelde waar. De personeelstekorten zijn torenhoog. Alle rapporten, bekende economen en gerenommeerde adviesorganen zoals de SER en de WRR zijn het erover eens dat de krappe arbeidsmarkt nog zeker twintig jaar aanhoudt. We moeten ons dus zien te verhouden tot een heel nieuwe werkelijkheid. Die verschuiving vond ik razend interessant, en een goede aanleiding om nu echt dat boek te gaan schrijven.”      

Voor het boek dook Van Liempt in relevante rapporten en adviezen, raadpleegde hij talloze boeken en interviewde hij een hele trits mensen die op één of andere manier te maken hebben met die veranderende arbeidsmarkt: praktijkmensen, studenten, schooldirecteuren, leidinggevenden in de zorg, hoogleraren uit verschillende disciplines, bestuurders, lobbyisten en CEO’s van grote bedrijven. Zo sprak hij onder andere met oud-minister van OCW Robbert Dijkgraaf, Piet Fortuin (voorzitter CNV), Doekle Terpstra (voorzitter Techniek Nederland), Ingrid Thijssen (voorzitter VNO-NCW en Jacco Vonhof (voorzitter MKB-Nederland). 

 Tot welke inzichten leidden die gesprekken? 

“De voornaamste conclusie is dat door de groeiende schaarste aan uitvoerende professionals de machtsverhoudingen veranderen. De vakmensen - in mijn boek noem ik ze de blauwe boorden – zijn in opmars. Er is herwaardering nodig voor hun werk. Volgens voorzitter van de SER Kim Putters barst het in Nederland van de mooie plannen, maar ontbreekt het momenteel aan mensen om die te realiseren. Veel beleid en visie, maar de uitvoering blijft achter. Arbeidsmarkthoogleraar Ton Wilthagen zei ongeveer hetzelfde. Hij noemt de arbeidsmarkt ‘de achilleshiel van de maatschappij’. Door een schreeuwend tekort aan onder andere technici, zorgpersoneel, en mensen voor de horeca, retail en voedingsmiddelenindustrie lopen we kans dat de welvaart stokt. Hij bedoelt daarmee welvaart in de brede zin van het woord, inclusief welzijn.”

Welke impact hebben die veranderende machtsverhoudingen op de werkvloer? 

“De kennis en kunde van uitvoerders wordt veel belangrijker. Dat betekent niet dat we de beleidsvorming helemaal aan hen moeten overlaten, dat zou een valkuil zijn. Maar samenwerking tussen leidinggevenden en uitvoerders wordt essentieel. Gewoon geregeld samen zitten, elkaar vragen stellen en luisteren. ‘Hoe pak jij dit aan? Werkt dit voor jou?’ Allemaal kennen we wel het type manager dat graag zijn briljante ideeën over de schutting gooit in de verwachting dat zijn werknemers zijn plannen braaf uitvoeren. Of voor de realisatie van zijn plannen nog even op zoek gaat naar paar ‘poppetjes’ – een vreselijke term. Die neerbuigende stijl is passé. Hetzelfde geldt voor het ingesleten idee dat Nederland een kennisland is en moet blijven. Ik voel altijd lichte ergernis als ik dat hoor. Nederland moet óók een uitvoeringsland zijn. Kennis en uitvoerders zijn allebei keihard nodig. Het één kan niet zonder het ander. Saai misschien, zo’n genuanceerde boodschap, maar wel eentje waar brede consensus over is.”    

In de voedingsmiddelenindustrie wordt steeds meer gebruik gemaakt van robots; hoe beïnvloedt dat de opmars van de blauwe boorden?

“Robots en andere technologie zijn onmisbaar. Zeker nu er veel onzekerheid en politieke discussie is over de toekomst van arbeidsmigranten, die in deze sector natuurlijk bovengemiddeld vertegenwoordigd zijn. Maar ook in de voedingsmiddelenindustrie kunnen veel taken voorlopig nog niet worden overgenomen door techniek, denk aan de bediening en het onderhoud van machines en robots, sommige kwaliteitscontroles en bepaalde ambachtelijke werkzaamheden zoals snijwerk in de vleessector. Uitvoerende professionals blijven de komende decennia óók in groten getale nodig.” 

“Ook over AI wordt hoog opgegeven. Begrijpelijk, want die ontwikkeling helpt de arbeidsmarkt vooruit en zal deze ook ontregelen. AI maakt bijvoorbeeld opleidingsniveau minder relevant omdat technologie nu voor het eerst werk van hoger opgeleiden kan overnemen. Daardoor gaan er ongetwijfeld kantoorbanen verdwijnen. Maar dat is slechts één kant van de medaille. Het zal vermoedelijk nog decennia duren voordat AI de arbeidsmarkt grootschalig opschudt. Bovendien blijft de menselijke touch noodzakelijk. Ook hier geldt weer: het is én-én.”        

Door de arbeidskrapte ontstaat er ook meer materiële gelijkwaardigheid tussen beleidsmakers en uitvoerders, voorspel je. Maar hoe realistisch is dat? Vraagt dat niet om een andere mindset?

“Er is inderdaad een mindshift nodig. Vakmensen worden immers nog vaak als ondergeschikt beschouwd. Maar de salarissen van de uitvoerders zullen als gevolg van de schaarste onherroepelijk stijgen. De werkende klasse zit op een goudmijn. Ik verwacht ook dat op termijn de salarissen van vakmensen en hun leidinggevenden naar elkaar toegroeien, met de kanttekening dat ook uniek talent beter betaald moet worden. Een leidinggevende die het verschil maakt, krijgt dus meer salaris dan een inwisselbare coördinator. Onder andere de Raad voor het Openbaar Bestuur – die adviseert over het functioneren van de overheid – pleit voor meer geld voor de uitvoering. Hoe meer van dit soort geluiden, hoe eerder een blauwe boorden bonanza zich aftekent. En die ontwikkeling is al even gaande; een loodgieter of elektricien is tegenwoordig bijna onbetaalbaar.” 

Paul van Liempt
Paul van Liempt is schrijver, journalist en dagvoorzitter. Als journalist werkt(e) hij onder andere voor BNR, RTLZ, het Financieele Dagblad, Vrij Nederland en Het Parool. Hij schreef zeven boeken over thema’s als economie, strafrecht en onderwijs. Op 1 mei (de Dag van de Arbeid) verschijnt zijn nieuwste boek Blauwe boorden bonanza – vakmensen worden de rijken van de toekomst.

Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2025