Ze stonden er gewoon, vroeger. De mannen met opgestroopte mouwen en vrouwen die zonder morren de boel draaiende hielden. Geen thuiswerkdagen, geen coachingsgesprekken, geen vraag naar balans of zingeving. Ze werkten omdat het moest. Omdat er brood op de plank moest en dat plankje vaak ook nog eens zelf getimmerd was.
We gaan 22 mei 2025 met ons Netwerk OSV naar het Openluchtmuseum in Arnhem, daar zie je hoe het vroeger ging. Geen arbo-advies, geen ergonomische stoel, geen vrijdagmiddagborrel. Gewoon werken. Op tijd komen, klus klaren, niet zeuren. En ja, dat had ook schaduwkanten. Geen vangnet, geen medezeggenschap, weinig waardering. Maar er zat een soort trots in het vak. In het afmaken wat je begon.
Nu zie je iets anders. Generaties die onderhandelen over vrije tijd voordat ze überhaupt begonnen zijn. Die werk zoeken dat ‘past bij wie ze zijn’. Dat is mooi, natuurlijk. Wie wil er nou ongelukkige collega’s? Maar het schuurt soms. Als je iemand een deadline hoort uitleggen als ‘een richtlijn’. Als een overleg langer duurt dan het werk dat eruit voortkomt.
Toch is het niet alleen nostalgie. We hebben nu meer oog voor mensen, voor wat ze nodig hebben om goed te kunnen werken. Alleen… zijn we het onderweg een beetje kwijtgeraakt? Dat werken óók gewoon iets is wat je dóet. Niet iets waar je eindeloos over praat of voorwaarden aan blijft hangen.
Misschien moeten we in mei niet alleen kijken naar de oude waslijnen en stoommachines. Maar ook naar die stille, stevige werkhouding die nergens in een vacaturetekst staat. Maar die iedereen wel herkent als je 'm ziet.
Saskia Stender
[email protected]
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2025