Jaap is een man met innovatieve ideeën die het nooit bij dromen alleen laat. Dóen, aanpakken, de handen uit de mouwen; dát typeert Jaap Korteweg. De oprichter van De Vegetarische Slager stapte na de verkoop van dit succesvolle merk in nieuwe avonturen: Those Vegan Cowboys en ‘Nieuwe Vroenten’. De nuchtere optimist vertelt over zijn plannen, zorgen en toekomstvisie.
Inmiddels is het bewijs geleverd: het kán! Echte kaas maken, mét de zo geliefde bite, smaak en functionaliteiten van dierlijke kaas, maar zónder daarvoor een koe van vlees en bloed te gebruiken. Om dit doel te bereiken bouwden ‘Those Vegan Cowboys’ een roestvrijstalen koe gebouwd; door het team van techneuten en wetenschappers liefkozend ‘Margaret’ genoemd. In ‘Margaret’ vindt precisiefermentatie plaats. “We laten micro-organismen werken zoals in een koe,” legt Jaap uit. “In een notendop komt het op het volgende neer: aan een gist, schimmel of bacterie wordt het stukje DNA toegevoegd dat in de koe verantwoordelijk is voor de productie van caseïne. Caseïne is het specifieke eiwit waar kaas van gemaakt wordt. Deze gisten hebben verder alleen stikstof en energie nodig om het eiwit te gaan produceren.”
Jaap, resoluut: “Omdat áls het zou lukken, die 1% de moeite van het proberen absoluut waard is! De voordelen zijn enorm. Op de eerste plaats op het gebied van dierenwelzijn. Mijn belangrijkste drijfveer is alle productiedieren uit de voedingsketen te halen. We hebben geen koeien nodig om lekkere kaas te maken. Daarnaast is het landgebruik met deze methode vele malen efficiënter. Toen we begonnen, berekenden zuivel- en graswetenschappers dat met dit concept, met dezelfde hoeveelheid land in theorie vijf keer zoveel kaas geproduceerd kan worden. Dat efficiëntiecijfer is nu al in de praktijk bevestigd. Verder zijn er natuurlijk grote voordelen voor het klimaat én voor onze gezondheid, waarbij ik gezondheid breed opvat. Door onze wijze van diergebruik is er een grote kans dat dierziektes overslaan op mensen. Al die uitbraken van zoönosen; dat vind ik echt zorgelijk. Daar zijn we vanaf als we stoppen met dierlijke productie.”
“Dat gaan we in Europa niet redden. Dat heeft met name te maken met de novel food wetgeving waar deze techniek onder valt, en met het traject dat we daarvoor nog moeten doorlopen. In de VS verwachten we volgend jaar al wel goedkeuring te hebben om onze kaas op de markt te mogen brengen. Als we daar volgend jaar starten, zal dat eerst nog wel op heel kleine schaal zijn.”
“Er is veel interesse. We werken al volop samen met de grote zuivelbedrijven, nationale en internationale. Zij testen onze caseïne en onderzoeken of ze er goede producten mee kunnen maken. Zelf zijn we daarnaast volop bezig met het optimaliseren van het proces, want de producties per kilogram input zijn nu nog te laag.”
“Dat lijkt goed mogelijk!” zegt hij vol vertrouwen. “Vergelijk het met zonnepanelen. Die waren tien jaar geleden ontzettend duur. Inmiddels zijn ze een stuk goedkoper en qua opbrengst veel efficiënter dan de eerste generatie panelen. We hebben de afgelopen tijd investeerders opgeroepen om in te stappen in de verdere ontwikkeling, en zijn in gesprek met een aantal partijen.” Nuchter: “Dit heeft tijd nodig; het is een nieuwe business. Het vraagt tijd om te begrijpen wat wij doen en wat de kansen zijn; meer dan wanneer je met een regulier product bezig bent.”
“Plantaardig zal steeds groter worden. Maar ik ben geen profeet. Ik hoop natuurlijk dat deze positieve ontwikkelingen doorzetten, maar weet ook dat mensen niet altijd verstandige keuzes maken. Mensen kunnen heel dom doen, ook collectief.”
Zijn stem leeft helemaal op als hij begint: “Ja! Dat is de gewenste leefomgeving van de toekomst. Een zelfvoorzienend woon-werklandschap van duizend hectare voor zesduizend mensen uit alle lagen van de samenleving. Alle voordelen die nu al technisch en economisch mogelijk zijn, laten we zien op een schaal waarbij je dat allemaal écht kunt ervaren: een gebied van ongeveer 3 x 3½e kilometer in Brabant.”
“Brabant is de meest vee-dichte provincie van Europa. Juist daar is veel landbouwgrond nodig van buiten Brabant om het hele systeem gaande te houden. Stel je voor dat we vandaag de grenzen moeten sluiten voor álle import; omdat er weer een pandemie uitbreekt bijvoorbeeld, of anderszins. Op dat moment moeten we per direct ál het vee slachten; anders komen we zelf om van de honger. Dat geldt voor heel Nederland, maar voor Brabant in het bijzonder.”
“De uitdaging ligt niet op technologisch vlak. Veel oplossingen zijn allang bedacht: plantaardige landbouw, grijs water voor de spoelbak, mineralen hergebruiken uit mensenmest. In het project gaan we genoeg calorieën produceren voor de 6.000 mensen die er wonen; dat is de verwachte bevolkingsdichtheid per 1.000 hectare in 2050. Als we in ons dieet alle dierlijke producten vervangen door plantaardige, houden we een hoop landbouwgrond over. We hebben berekend dat met de volledige overstap naar plantaardig je de Nederlandse bevolking, zelfs met de voorspelde bevolkingsgroei, in 2050 kan voeden met 60% van het landbouwareaal. Bestrijdingsmiddelen en kunstmest zijn niet meer nodig, simpelweg omdat die hoge opbrengsten niet meer nodig zijn. We kunnen met veel minder grond toe. We houden dus 40% grond over voor andere toepassingen; voor natuur, wonen; verzin het maar.
“Er is wel een belangrijk aandachtspunt,” stipt Jaap en passant aan. “Er is géén plek voor huisdieren: niet voor honden, katten, konijnen, cavia’s of vogels in kooitjes. Wist je dat om alleen al alle honden en katten in Nederland te kunnen voeden, je eenderde van het Nederlandse landbouwareaal nodig hebt? Ik wist zelf ook niet dat dat zó gek veel was.”
“Er is inderdaad veel angst om dat los te laten, omdat we er zo veel van houden. Maar ik ben ervan overtuigd dat we hélemaal van diergebruik afkunnen, zonder daarvoor iets te hoeven inleveren. Ook niet op lekker eten. Het is geen groot offer; het is zelfs helemáál geen offer. Ik ken het hè, want ik ben zelf die enorme vleesliefhebber. Op het event van Ruys waar ik onlangs hierover sprak, waren veel mensen uit de vleeswereld. Ik kan alleen maar zeggen dat ik daar veel positieve reacties kreeg op mijn verhaal, en ook op de vegan bitterballen die er werden geserveerd.”
“Vergelijk het met de elektrische auto,” gaat hij door. “De discussie tussen de ‘petrol heads’ en elektrische rijders is vergelijkbaar met de discussie tussen liefhebbers van het ‘oude vlees’ van dieren en liefhebbers van het ‘nieuwe vlees’ van planten; het gaat vaak over de emotie. China was nooit sterk in auto's, maar heeft de markt van de elektrificatie helemaal overgenomen. In Europa hebben we de boot gemist, zakelijk gezien. Nieuwe producten, ook duurzame, wekken vaker eerst weerstand op. Maar als ze goedkoper worden, en in het geval van auto’s beter en sneller, bij food lekkerder en gezonder, dan begint die emotionele lading te veranderen… Dan kán dat veranderen. In Italië willen ze bijvoorbeeld verbieden dat er kweekvlees op de markt komt. Dan houdt het natuurlijk op. Dan komt dat er niet.”
“Wat je ziet is dat Europa op allerlei gebieden achterop raakt”, vervolgt Jaap na een korte stilte. “Het voorbeeld van de elektrische auto is een enorme waarschuwing. Als we conservatief blijven optreden en gevestigde belangen blijven beschermen, missen we de boot. De ogen sluiten voor de nieuwste ontwikkelingen kan buitengewoon schadelijk zijn.”
“Dat is het doel! Ik ben van het praktische, van het dóen. Anders heeft het geen zin.
Samen met wetenschappers hebben we uitgerekend dat alle energie die er nodig is, binnen dat gebied opgewekt kan worden. Dat wil niet zeggen dat er niets inkomt en niets uitgaat. Zeker niet! Er komt geen hek omheen. Het gaat erom dat het gebied energie- en calorieneutraal is. En stel dat zich er een situatie zich voordoet dat de grenzen wél dichtgaan,…ja, dan wordt het misschien saai, want dan zijn er bijvoorbeeld geen sinaasappels meer; maar is er genoeg te eten om te (over)leven.”
“Hahaha, nou je kunt je inschrijven via www.nieuwevroenten.nl”, reageert Jaap vrolijk. “Dat verplicht je tot niks, maar daarmee kun je wel het project volgen. Het moet uiteindelijk van onderaf komen; we hopen dat mensen in het gebied zelf activiteiten ontplooien om meer draagvlak voor Nieuwe Vroenten te creëren. Dit jaar staan we op de Dutch Design Week; we gaan proberen zoveel mogelijk Nederlanders zich in te laten schrijven om aan te tonen aan overheden dat mensen dit willen. Al lijkt dát geen enkel punt.”
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2024