Bruynkens Vleeswaren focust niet op massa maar op kwaliteit. Directeur Marc Carpriau en zijn team produceren in het Belgische Olen vleeswaren voor meerdere kanalen. Tailor-made is een grote kracht van het bedrijf.
CEO of algemeen directeur wordt hij liever niet genoemd, maar Marc Carpriau begrijpt ook wel dat er bij de functie die hij bekleedt een naam hoort; hij is nu eenmaal de eindverantwoordelijke. Hij voelt zich binnen het team echter gewoon een van de inmiddels 60 medewerkers. Dat is voor hem het prettigst. Zijn grootvader aan moeders kant, Alfons Bruynkens, begon in 1919 met Bruynkens Vleeswaren. Aanvankelijk met spek, hammen en boterhamworst. Die vleeswaren verdeelde Bruynkens destijds onder de slagerijen in en rond Borgerhout. Inmiddels is het Belgische bedrijf flink doorgegroeid.
Marcel van den Heuvel (l) en Marc Capriau
Sinds 1992 staat met Marc de derde generatie aan het roer, met een duidelijke filosofie: “We bedienen een niche-markt. Producten waar de grote jongens hun vingers niet aan branden, maken wij wel. We leveren maatwerk, zijn flexibel en richten ons op het segment tussen ambacht en industrie in. Wij hoeven niet tegen grote merken op te boksen. Als we zo nu en dan eens een klant verliezen, is het op prijs. Nooit op kwaliteit.” Bruynkens richt zich op het kanaal waartoe de charcuterie- en horecagroothandels behoren. Veel producten worden verkocht in de betere broodjeszaken, frituren en delicatessenzaken. Klanten in het industriële kanaal zijn vaak op zoek naar tailor-made halffabrikaten. “Daar ligt wel onze kracht. We maken de gehaktbal met de kruidenmelange die de klant van ons verlangt. We luisteren heel goed naar de wensen en spelen daar op in.” De retail wordt beleverd met het Bruynkens-merk of onder private label.
Kenmerkend voor het familiebedrijf is dat ze voortdurend inspelen op de laatste trends. “De retail wil vooral massa verkopen, maar wij zien dat veel klanten juist kleinere porties en meer variatie wensen. Eetgewoonten veranderen. De tijd van grote lappen spek en grote worsten is voorbij. Bovendien zijn de gezinnen tegenwoordig kleiner en daar horen andere verpakkingen bij. Verder is er veel meer vraag naar kip de laatste jaren. We zien de productie hiervan jaarlijks stijgen, terwijl het wat duurdere gerookte vlees iets minder in trek is’. Marc richt zich met zijn medewerkers grofweg op vier segmenten: fijne vleeswaren, gehaktspecialiteiten, barbecue-producten en consumentenverpakkingen. “Ik vind het belangrijk om duidelijke keuzes te maken. Zo doen we bewust niet aan slicing. Je moet als bedrijf doen waar je goed in bent en daar volledig voor gaan. Anders maakt ge slechte vrienden”, klinkt het in onvervalst Vlaams. Met productie van vegetarische producten houden ze zich niet bezig. Marc: “Schoenmaker blijf bij je leest. Natuurlijk zie ik de trend, maar wij laten dit over aan de specialisten. Wij produceerden twintig jaar geleden al wel gehaktballetjes met groenten. Met dat hybride assortiment liepen we voorop,” zegt hij trots.
Het bedrijf verwierf bekendheid met de gehakt- en soepballetjes. “Dat begon zo’n 35 jaar geleden zó goed te lopen, dat we de lijnen wilden automatiseren,” blikt de eerste onder zijn gelijken terug. “We kwamen in contact met het Nederlandse bedrijf van Wim en Nelly Koppens. Zij waren hun tijd ver vooruit met machinerie op dit gebied. Inmiddels is hun onderneming overgegaan in GEA Food Solutions en we hebben al jaren hele goede en intensieve contacten met GEA en de medewerkers”, stelt Marc. “GEA Food Solutions heeft naam verworven in prestatieverhogende apparatuur voor voedsel- voorbereiding, verdere verwerking en verpakken.” Het gros van de machines in het machinepark van Bruynkens is inmiddels afkomstig van GEA. Marcel van den Heuvel, Senior Area Sales Manager bij GEA, is bij wijze van spreken kind aan huis in Olen: “We stemmen heel veel met elkaar af en hebben inmiddels ook een persoonlijke band opgebouwd. GEA zorgt voor technische ondersteuning en het onderhoud van de machines, waardoor Marc geen technisch geschoold personeel in dienst hoeft te hebben.”
In 2022 was het uithangbord van de vleeswarenproducent een tijdlang uit de running als gevolg van een revalidatie na een rugoperatie. Inmiddels is hij weer volop aan het werk. “Die tijd heeft me wel aan het denken gezet. Ik werd gedwongen om wat afstand te nemen en meer uit handen te geven”, aldus Marc, die heeft gemerkt dat het bedrijf -waar veel jonge mensen werken - ook zonder hem doordraait. “Tussen die jonge mensen zit ook de opvolging, maar zover is het nog lang niet!”, aldus de directeur die zelf geen kinderen heeft. Van stoppen en een overdracht is nog geen enkele sprake. De ondernemer, die in 1992 met zijn bedrijf vanuit Antwerpen verhuisde naar Olen omdat in de grote stad geen uitbreidingsmogelijkheden waren, zit nog boordevol plannen. ‘We willen de komende jaren uitbreiden met een extra fabriekshal. Dat kan hier.” Bruynkens Vleeswaren floreert.
Foto's: © Cor Salverius
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2024