Verpakkingen zijn geweldig. Je kunt er (allergenen)informatie opzetten, de voedselveiligheid mee borgen, consumenten verleiden met aantrekkelijke vormen en kleuren, en koekjes, soep en tomaatjes bij elkaar houden tijdens noodzakelijk transport.
Maar zodra de verpakking zijn functie heeft voltooid, is het afval. Excuus. In onze circulaire economie bestaat er geen afval, wel grondstof voor nieuwe producten. Om die te kunnen maken, zijn schone afvalstromen een vereiste. Dus gaat een gesprek over verpakken al gauw over afvalscheiden en recyclen.
Goed afval scheiden is niet makkelijk. De meeste burgers doen hun best, maar we zijn geen verpakkingskundigen. Glas moet in de glasbak. Maar mogen er deksels op de potten? Papier gaat in de papierbak. Maar niet alles wat papier lijkt, is dat ook. Bovendien mag niet ál het papier erin: “Mam, waarom haal je de pizzadoos uit de papierbak? Die mocht er toch in, gisteren deed jij dat ook!” Antwoord: “Klopt, maar dát was de omverpakking van een diepvriespizza. Die was schoon en droog. In deze doos zitten nog wat restjes en vetvlekken. Dan mag het dus niet…” (ja, inderdaad, om kritische opmerkingen vóór te zijn; we aten zomaar twee dagen achtereen kant-en-klare pizza. Dat gebeurt wel eens in een druk gezin). Kassabonnen, gebruikte tissues, bakpapier en de achterkant van stickervellen; het mag allemaal niet in de papierbak. En dan heb ik het nog niet eens over PMD. Dat gemeentes in heel Nederland het allemaal anders doen, maakt het nóg ingewikkelder.
“Een verpakking in de afvalsituatie roept ergernis op”, zegt Chris Bruijnes van KIDV tijdens het Rondetafelgesprek. Dat is waar. Helaas treedt die ergernis soms al op vóór de afvalsituatie. En dat is jammer, een gemiste kans. Ik deed een kleine enquête naar verpakkingsergernissen. Op 3: doorgeschoten materiaalreductie, waardoor de verpakking geen stevigheid meer heeft. Op 2: hersluitbare verpakkingen die niet hersluitbaar zijn. Met stip op 1: verpakkingen die zonder gereedschap of geweld niet te openen zijn (‘open hier’: en dan werkt het lipje niet, of het is niet te vinden. Sowieso alle blisterverpakkingen, vooral die van scharen).
Wat zou het mooi zijn als verpakkingen áltijd geweldig zouden zijn: vanaf het begin helemaal tot aan het einde van de cyclus. En vanaf dat einde weer terug naar een nieuw begin.
Judith Witte
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2020