Hogeslag-Olst: kwaliteit en toegevoegde waarde
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Hogeslag-Olst: kwaliteit en toegevoegde waarde

  • 02 oktober 2023
  • Door: Naomi Heidinga

Rundvleesproducent Hogeslag-Olst gaat voor kwaliteit: in product én in samenwerking. Niet alleen voor klanten, maar óók voor leveranciers en medewerkers. ‘Je moet het met elkaar doen’ is hun filosofie. 

De rundvleesproducent levert aan vleesverwerkers in vier verschillende markten. Aan toeleveranciers voor de horeca, retail, vleeswarenindustrie en de maalindustrie. “We zorgen als grondstofproducent voor toegevoegde waarde. Kwaliteit wordt niet alleen bepaald door het vlees zelf, maar ook door het voldoen aan de verwachtingen van de klant,” vertelt directeur bedrijfsvoering Rudi Holleboom. “Wij kiezen voor het juiste vlees, in de juiste snit, bij de juiste klant. We maken nauwkeurige selecties; we gaan voor de midden- tot hogere klasse koe. Het extra luxe segment laten we over aan andere spelers. Dankzij het ruime aanbod kunnen we inspelen op specifieke wensen van onze klanten.”

Terugblik

Hogeslag-Olst werd in 1921 opgericht: door J.G. Hogeslag in Den Nul als slachterij voor koeien en kalveren. In 1991 namen Erik en André Hogeslag het bedrijf van hun vader over. Zij kozen voor een nieuwe koers. Het slachten werd uit handen gegeven. Ze besloten zich volledig te richten op de verwerking van karkassen. In 2001 nam de onderneming de voormalige varkensslachterij van Dumeco in Olst over. Deze werd geheel verbouwd tot een modern verwerkingsbedrijf voor runderkarkassen. Sindsdien zijn ze verder gegroeid. “We verwerken inmiddels richting de  100 duizend karkassen per jaar,” aldus Rudi.

Rudi Holleboom ©Naomi Heidinga

Melkvee

Het gaat dan voornamelijk om karkassen van dubbeldoel-vee; van Simmertalers en Holsteinrunderen, afkomstig uit het buitenland, onder meer uit de Alpen. De dieren worden in het land van herkomst geslacht. “Deze dieren zijn in goede conditie, het melk produceren doet daar niets aan af. Ze zitten goed in de spieren en hebben een laagje vet.” Dat laagje vet maakt het vlees lekker, vindt Rudi. “Dat is het vlees dat je in de horeca krijgt. In de winkel kiest men vaak voor mager, in de horeca juist voor vlees met iets meer vet. Dat vet zorgt voor de smaak.” 

Voedselveiligheid

Klanten stellen niet alleen meer eisen op het gebied van kwaliteit en flexibiliteit, maar ook aan voedselveiligheid. Een belangrijk onderwerp voor Hogeslag-Olst. “Voedselveiligheid moet je kunnen garanderen. Dat vraagt niet alleen iets van onze eigen organisatie en medewerkers, maar ook van die van onze leveranciers. Om de voedselveiligheid te borgen, voeren we steeds meer controles uit. We laten vaker bacteriologisch onderzoek doen, onder meer bij onze leveranciers. De fabriek en processen zijn zo ingericht dat we voedselveilig kunnen functioneren. Alle medewerkers krijgen vanaf dag één instructies over hoe ze hygiënisch moeten werken. Bij dit onderwerp kun je niet achterover gaan leunen, het vraagt constante aandacht. Je moet mensen constant blijven motiveren om zichzelf steeds te verbeteren. Inmiddels is dit de cultuur hier geworden.”

Mensenwerk

De diversiteit aan medewerkers kan daarbij een uitdaging vormen. “We hebben veel arbeidsmigranten in dienst, afkomstig uit diverse landen. Daarom zijn de instructies in verschillende talen beschikbaar. De leidinggevenden hebben vaak dezelfde achtergrond en spreken de taal. Waar mogelijk kiezen we ervoor het proces te automatiseren, maar het snijden van het vlees blijft mensenwerk. Daarom leren we medewerkers telkens een stukje van het proces. Zo kan het werk blijven doorgaan en blijft de kwaliteit gegarandeerd. Daarnaast vinden we het belangrijk om in onze mensen te investeren. Zorg ervoor dat ze hun werk met plezier doen. Behandel ze met respect. Dan kom je een heel eind.” 

Verschuivingen

Hogeslag-Olst opereert in een onzekere bedrijfstak met oog op het milieu en veranderende voedselpatronen. “Toch kijk ik positief naar de toekomst,” zegt Rudi. “Zolang men zuivelproducten nodig heeft, komen er runderen beschikbaar om te verwerken. De komende jaren zullen er verschuivingen plaatsvinden. Het vee wordt meer verdeeld over Europa, in Nederland zal de veestapel wat afnemen. Voor ons bedrijf voorzie ik geen problemen, wij kunnen daarop inspelen. Met minder vlees zal het meer gaan over kwaliteit. De markt komt altijd weer in balans.” Hij lacht. “Wie het slim speelt, blijft over. Ik maak me daar geen zorgen over.” 

Toekomst

“In de afgelopen 10 jaar is onze bedrijfsoutput verdubbeld”, vervolgt hij positief. “Groei is voor ons geen doel op zich, maar we hebben er nog wel ruimte voor. Bij elke aanpassing van de fabriek houden we er rekening mee. We kiezen voor een bestendige groei, met een gedegen basis, waarin we klanten, leveranciers en medewerkers meenemen. Het optimaliseren van de samenwerking is en blijft onze uitdaging. We kijken daarbij constant naar mogelijkheden tot verbetering. Niet voor niets ligt de gemiddelde leeftijd van onze managers op 33 jaar. We zijn gericht op de toekomst en laten ons leiden door kwaliteit.”  

www.hogeslagolst.nl

Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2023