Een open gesprek

Oranje vlaggetjes wapperen in de kille wind, de zon breekt door, even later komt de hagel en regen met bakken uit de hemel. Koningsdag 2016. Om warm te worden, bakken mijn kinderen broodjes aan een stok rondom een knapperend vuurtje. Want wat is lekkerder dan je eigen gebakken brood (hier en daar wat zwart) te vullen met een lik boter en suiker? Ze smullen. Geen tijd om je te vervelen. Wij ontmoeten vrienden, hebben goede gesprekken, en trakteren onszelf om weer wat op temperatuur te komen, op een broodje hamburger. Enthousiaste studenten bakken zich uit de naad om de vraag bij te houden. Niemand wil weten waar het vlees, de broodjes of uien vandaan komen. Ze krijgen ons volste vertrouwen. De volgende dag houdt mijn buik zich gelukkig koest… 

Dat heeft niet iedereen kunnen zeggen, vrees ik. De kwaliteit van de aangeboden etenswaren liet hier en daar te wensen over. NVWA-inspecteurs voerden bijna 200 inspecties uit op Koningsdag, bij professionele én particuliere standhouders. Verreweg de meeste overtredingen hadden te maken met het niet goed op temperatuur brengen of houden van het aangeboden voedsel. Door de harde wind koelde bereid voedsel te snel af en rechauds waaiden uit. Verschillende standhouders mochten hun hamburgers, saté, worstjes, vis en gevulde broodjes niet meer verkopen. De NVWA kon natuurlijk niet overal zijn.  

Los van Koningsdag (dan zijn we -op de NVWA na- nu eenmaal wat minder kritisch), blijken Nederlanders redelijk tevreden over de kwaliteit van hun voedsel. Wel zijn consumenten bezorgd over de toevoegingen: slechts 23% vindt dat bedrijven in de levensmiddelenindustrie eerlijk zijn over welke ingrediënten er in producten zitten. Andere thema’s waarop de levensmiddelenindustrie in de ogen van consumenten verbeterslagen moet maken, zijn het milieu en dierenwelzijn. Dat blijkt uit de eerste Waarderingsmeter Levensmiddelenindustrie: een onderzoek naar de waardering en het vertrouwen in de levensmiddelenindustrie, uitgevoerd in opdracht van de Federatie voor de Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI). 

Onder het motto ‘Een open gesprek over voedsel’ slaat de industrie de handen ineen, om de dialoog over voedselproductie- en consumptie met consumenten te intensiveren en het vertrouwen van de samenleving in de sector te verbeteren. Want ook al maakt de consument er thuis of op festivals weleens een potje van (zeker wat hygiëne betreft, over individuele  kookkunsten durf ik niet te oordelen), de levensmiddelenindustrie mag geen steken laten vallen. De kwaliteit moet goed, beter, zelfs best zijn. Om het vertrouwen van de consument te krijgen en houden, helpt het om open en eerlijk te communiceren over wat je doet, wat er in je product zit, en waar je ingrediënten vandaan komen. Een ding is zeker: kwaliteitsmanagers hoeven zich niet te vervelen.
 

Judith Witte

[email protected]