“Heb jij geen huiswerk?” Uit de slaapkamer van mijn jongste klinkt het ratelende geluid van vingers die over een toetsenbord vliegen. De kans dat hij in razend tempo nu éindelijk dat verslag voor biologie schrijft, acht ik uitgesloten. Dit klinkt potverdikkie als gamen. Ik probeer mijn hoofd koel te houden.
Deels door corona (té veel thuis en thuisonderwijs) en deels door het koude natte voorjaar (te weinig naar buiten) zit niet alleen hij, maar een hele generatie, té veel achter het computerscherm. Moeten we ons zorgen maken? Of is dit juist een ultieme voorbereiding op de toekomst?
Er was een tijd dat hij, in opperste concentratie en met eindeloos geduld, in de woonkamer enorme bouwwerken construeerde met Kapla (een afkorting van ‘Kabouter plankjes’). Nu bouwt hij vooral virtueel: in Minecraft. Binnenkort is hij jarig. Op zijn verlanglijst de update ‘Caves & Cliffs’ van dat spel. Maar ook ‘Buildings Have Feelings Too!’, nieuw van Nintendo Switch. ‘Stel je een stad voor waar gebouwen kunnen lopen en met elkaar praten. Elk gebouw heeft zijn eigen ambities, verwachtingen en angsten. In dit Sims-achtige spel ontdekken spelers nieuwe manieren om aan de behoeften van hun stad te voldoen. Extra’s, zoals elektriciteitsvoorziening, geluidsoverlast en transport, zorgen voor meer complexiteit en uitdagingen.’ Dat lijkt hem volgens eigen zeggen “een prima voorbereiding op mijn toekomst”. Net als zijn grote zus (over naar het 3e jaar) wil hij straks Bouwkunde gaan studeren. Zij begint ondertussen aardig thuis te raken in het tekenprogramma Revit. Hem wijs ik nu, witheet om de hoek van de deur, op de betekenis van ‘studeren’ versus ‘spelen’.
Digitalisering in de bouw is de toekomst, dat moet ik hem nageven. Zo staat er sinds dit voorjaar een compleet 3D geprint woonhuis in Eindhoven in de vorm van een reusachtige zwerfkei. Het huis bestaat uit 24 geprinte betonnen elementen, die op de bouwplaats zijn samengebracht. “Wow”, vindt mijn dochter, “dan zit je niet meer vast aan rechte hoeken en standaardafmetingen!” Bijkomend voordeel is dat 3D betonprinten ook besparingen oplevert: in materiaalgebruik (duurzaam!) én op arbeidskrachten. Er dreigt een groot personeelstekort in de bouw. Mijn huishouden gaat dan wel naar grote waarschijnlijkheid twee techneuten voor de sector aanleveren, maar dat is een druppel op een gloeiende plaat.
Over gloeiende platen gesproken… onlangs las ik in de New Scientist dat onderzoekers de witste verf ooit hebben ontwikkeld. Deze weerkaatst 98,1 procent van al het inkomende zonlicht, in plaats van 80 tot 90 procent zoals bij gewone witte verf. De superwitte verf kan daarom van pas komen om gebouwen in warme gebieden koel te houden. Nu mijn hoofd nog.
Judith Witte
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2021