De insectenkweek voor de foodindustrie “zal zeker groeien”, maar er moeten nog wel wat hobbels genomen worden: wetgeving, consumentenacceptatie en verdere automatisering. Ook is er gebrek aan kennisdeling en samenwerking in de keten. Wicha Benus, kennismakelaar eiwittransitie, helpt de obstakels te overwinnen.
Hij geeft toe: het water liep hem niet meteen in de mond bij de gedachte aan een bitterbal met meelwormen. Maar dat maakt zijn huidige rol als kennismakelaar eiwittransitie nog niet zo opmerkelijk als het lijkt. “Ik hou van de innovatiedrang van ondernemers,” verklaart Wicha Benus. “Ruim twee jaar geleden zag ik vanuit mijn baan als innovatiemakelaar steeds meer agrarische ondernemers zich verdiepen in het kweken van insecten. Maar het ontbrak ze vaak aan kennis en referentiemateriaal. Hoewel het om een relatief jonge markt gaat, is er volop kennis aanwezig in binnen- en buitenland, maar deze is versnipperd en lastig aan te boren. Ik verbind die zoekende ondernemers aan relevante partijen: kennisinstituten, ondernemers, overheden en potentiële financierders en afnemers,” aldus Benus. Hij noemt zichzelf dan ook liever ‘verbinder dan expert’, zegt hij aan het begin van het gesprek met Vakblad Voedingsindustrie. Maar dat blijkt bescheidenheid, want met een aanstekelijk enthousiasme vertelt hij honderduit over de mogelijkheden en voordelen van insectenkweek.
“Uiteraard, ik verwacht ook niet dat we 100% van onze benodigde eiwitten kunnen genereren uit insecten. Ik zet in op een voedingspatroon dat een mix van traditionele en nieuwe eiwitbronnen bevat. Insecten hebben een grote nutritionele waarde – ze zijn rijk aan proteïnen en bevatten vitamines, mineralen, vezels en vetten. Zoals bekend is de ontwikkeling van nieuwe eiwitbronnen noodzakelijk om te voldoen aan de toenemende vraag van de groeiende wereldbevolking. De voordelen van insecten ten opzichte van dieren als kip, varkens en rund, is dat ze een hogere reproductiesnelheid, snellere levenscyclus en lagere voederconversie hebben. Ook kunnen ze ingezet worden in een circulair voedselsysteem, om reststromen te verwaarden. De black soldier flies lusten bijvoorbeeld alles, zelfs mest. Maar ook bij de verwerking van reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie en horeca kunnen ze gebruikt worden. Vervolgens worden ze weer omgezet tot veevoer. Bovendien is het landgebruik en de CO2-uitstoot bij de productie van insecten lager. In vergelijking met rundvlees zijn die verschillen enorm groot.”
“Dat klopt, slechts zo’n 10 tot 15% is nu bestemd voor de food. Veruit het grootste deel gaat naar aquacultuur en petfood en een klein deel naar veevoer. Het totale volume vanaf 2017 werd berekend op 5000 ton; de verwachting is dat in 2030 drie miljoen ton aan insecten wordt gekweekt in Europa. Het volume voor food zal zeker meegroeien. Nu worden vooral buffalowormen en meelwormen gebruikt in de foodmarkt. Die worden onder andere verwerkt in bakkerijproducten, sportdranken en -repen, pasta’s, vlees en vleesvervangers. Sprinkhanen en krekels zijn ook in opkomst voor de humane consumptie. De afgelopen jaren zijn meer boeren insecten gaan kweken als nevenactiviteit. Enerzijds voor extra inkomsten, anderzijds om hun eigen vee in de toekomst te voorzien van duurzame eiwitten. Maar ik zie de interesse groeien voor nieuwe productielocaties. Dat vereist wel een grondige verdieping: hoe ziet de afzetmarkt eruit? Hoe zit het met vergunningen, en met de wet- en regelgeving? Die kennis is nodig om weloverwogen te kunnen besluiten of het écht bij de ondernemer past, maar is nu lastig beschikbaar. We staan pas aan het begin.”
“Om te beginnen verruiming van de wet- en regelgeving. Daarnaast zal er een automatiseringsslag moeten plaatsvinden, door de hele keten. Alleen dan kan het volume groeien en kan de tak interessant worden voor de voedingsmiddelenindustrie. Dus er moeten machines beschikbaar komen die geautomatiseerd en onder geconditioneerde omstandigheden insecten kunnen kweken die voldoen aan de vraag van de markt. Ook zaken als track-and-tracing en de verwerking van insecten zijn noodzakelijk. Bij Regio Foodvalley, waarvoor ik werkzaam ben, ligt de focus op het begeleiden van middelgroot en kleinschalig kapitaal. Wij stimuleren hen de krachten te bundelen, zodat ze samen een serieuze partij kunnen vormen voor de industrie. Samenwerking in de keten is een must.”
“Tja, ik sprak laatst een koekjesfabrikant die de mogelijkheden aan het aftasten is, maar ook aangeeft dat zijn consumenten nog niet zover zijn. De verplichte etikettering met daarop bijvoorbeeld de vermelding dat er meelworm is toegevoegd, hoe terecht ook, schrikt fabrikanten nog af. Consumentenacceptatie kost tijd, voorlopig zijn producten met insecten nog geen commodity. Momenteel worden die producten vooral gegeten door liefhebbers en sporters. Die acceptatie zal met tussenstappen gaan: eerst de producten waarin insectenmeel is verwerkt. En hele krekels en sprinkhanen verwacht ik ook eerder in de schappen te zien dan hele wormen, die hebben toch een wat negatievere associatie. Het obstakel zit tussen onze oren, in Azië en Afrika eten ze al eeuwenlang insecten. In China zijn ze bijvoorbeeld ook verder met het ontwikkelen van producten met insecten. Maar met het oog op duurzaamheid en circulaire systemen, is het natuurlijk beter om in Europa de sector een boost te geven. Ik verwacht dan ook dat hier onder druk van de maatschappelijke discussie over niet-duurzame eiwitten, het eiwitgehalte in voedingsmiddelen dat afkomstig is van insecten, zal groeien. Vleesvervangers werden ook niet meteen omarmd, maar doen het nu erg goed.”
Rowin Batterink (links) en Wicha Benus
“Producten gemaakt van insecten vallen onder de novel foods. Voor de feedindustrie gelden uiteraard minder strikte regels dan voor de humane consumptie. Momenteel mogen er, onder voorwaarden, slechts zeven insecten gebruikt worden voor de foodindustrie, waaronder twee soorten buffalowormen, twee soorten krekels, een soort zijderups en een type sprinkhaan. Er wordt enorm gelobbyd in Europa om de wetgeving te versoepelen, en dat gaat dit jaar naar verwachting ook gebeuren.”
“Mijn oproep is om te onderzoeken hoe je insecten of een daarvan afgeleid ingrediënt in producten kunt verwerken: hoe kun je bijvoorbeeld gangbaar eiwit vervangen door insecteneiwit? En hoe kun je gebruik maken van de vaak nootachtige smaak? Dat kan je product echt ten goede komen. Bekijk ook welke toepassingen verder mogelijk zijn, welke verwerking daarvoor nodig is en hoe je de producten kunt verduurzamen door bijvoorbeeld toevoeging van insecteneiwit aan vlees of plantaardige producten. Vooral voor fabrikanten van deegwaren, sportdranken en -repen, pasta’s, vlees en vleesvervangers kunnen insecten heel interessant zijn. En ouderen hebben meer eiwitten nodig, dus met het oog op de vergrijzing zie ik voor die doelgroep ook veel potentie voor producten met insecten.”
Wicha Benus (1971) is zelfstandig ondernemer en werkt als innovatiemakelaar en verbinder. Met zijn kennis en expertise ondersteunt hij innovatieve ondernemers en organisaties, vooral op het gebied van duurzaamheid. Benus is tevens actief als kennismakelaar eiwittransitie voor Regio Foodvalley.
Beeld: © Koos Groenewold
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2020