Ben je van plan je bedrijfspand te verbouwen, procesinstallaties te veranderen, uit te breiden? Of overweeg je nieuwbouw op een geheel nieuwe locatie? Op het moment dat de knoop is doorgehakt om de plannen in acties om te zetten, kan het je natuurlijk niet snel genoeg gaan. Maar hoe krijg je ook de overheid mee?
Om verbouw-, uitbreidings- of nieuwbouwplannen te realiseren, heb je allerlei vergunningen nodig. Het aanvragen daarvan kan lastig zijn, want er zijn vaak veel voorwaarden en eisen aan verbonden. Maar er valt vaak meer te kiezen dan je in beginsel zou denken. Om tot een snelle planrealisatie te komen, is het belangrijk om zicht te hebben op de proceduretijden van de diverse vergunningen. Ook is het handig te weten welke keuzes en beslissingen hierop van invloed zijn.
Bij de behandeling van een vergunningaanvraag wordt onderscheid gemaakt tussen een reguliere en een uitgebreide voorbereidingsprocedure. Denk bij een reguliere voorbereidingsprocedure aan een bouwvergunning of kleine afwijking van het bestemmingsplan. Een uitgebreide voorbereidingsprocedure is bijvoorbeeld van toepassing op een grote afwijking van het bestemmingsplan of het aanvragen van een omgevingsvergunning (milieu). In het schema zijn de proceduretijden en te doorlopen stappen inzichtelijk gemaakt. Inventariseer van te voren de mogelijkheden; met een juiste aanpak valt veel tijdwinst te behalen. Denk aan (voor)overleg en een goede afstemming met de overheid; daarmee kunnen termijnen in bepaalde gevallen enigszins worden ingekort, zodat je eerder aan de slag kan.
Het bestemmingsplan is doorgaans maatgevend voor zowel het gebruik van de gronden, als voor de bebouwingsmogelijkheden ervan. Wat te doen in situaties waarin het bestemmingsplan niet past bij jouw plannen? Wees gerust; ook dan zijn er mogelijkheden om slim en snel tot een vergunning te komen. Soms kan bijvoorbeeld volstaan worden met een omgevingsvergunningaanvraag voor het aspect bouwen, eventueel gecombineerd met een vergunningaanvraag tot afwijking van het bestemmingplan (8 weken met eventueel 6 weken verlenging). Bij grote afwijkingen van het bestaande bestemmingsplan, kan een nieuw (postzegel)plan worden opgesteld (procedure: circa 26 weken). Daarnaast is er de mogelijkheid om met een uitgebreide procedure van het bestemmingsplan af te wijken. Het voordeel van een bestemmingsplan is dat er (meer) ruimte kan worden geclaimd voor toekomstige ontwikkelingen; een omgevingsvergunning ziet vaak alleen toe op een concreet project.
Relevant voor de aanvraag is welk type inrichting (A, B of C) uit het Activiteitenbesluit milieubeheer je bedrijf zal zijn. Dit volgt uit het Besluit omgevingsrecht (Bor). Voor bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie zijn de laatste twee typen van toepassing. Type B inrichtingen moeten voldoen aan de algemene regels uit het Activiteitenbesluit. Dit type inrichting kan volstaan met een melding voor oprichting of wijziging van een bedrijf (4 weken voor ingebruikname). Voor type C inrichtingen is het verplicht een omgevingsvergunning aan te vragen voor het aspect milieu. De overheid stuurt er echter steeds meer op aan om inrichtingen te laten voldoen aan algemene regels (type B). Zo is met een wijziging van het Activiteitenbesluit op 1 januari 2013 voor een groot deel van de voedingsmiddelenindustrie de vergunningplicht (milieu) komen te vervallen. Ben je niet bekend met deze regels? Dan kan het nuttig zijn om een overzicht te (laten) maken van de regels die op jouw bedrijf van toepassing zijn. Zodat je precies weet waaraan je moet voldoen.
Voor de aanvraag van vergunningen is de gemeente doorgaans het aanspreekpunt. Maar, afhankelijk van de omvang van uw activiteiten, kan ook de provincie het bevoegde gezag zijn. Bij een melding (type B inrichtingen) kan volstaan worden met een beschrijving van de activiteiten. In sommige gevallen moet een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. Bij een vergunningaanvraag (type C inrichtingen) wordt uitgebreider ingegaan op de impact van de activiteiten op de omgeving. Aspecten die hierbij om aandacht vragen zijn bijvoorbeeld: geluid, geur, luchtkwaliteit, opslag gevaarlijke stoffen, externe veiligheid, bodembescherming, etc.
Naast de hiervoor genoemde onderdelen kunnen onder andere de Waterwet (bijvoorbeeld lozing van proceswater) en Wet natuurbescherming (stikstofdepositie, flora en fauna) ook relevant zijn bij de vergunningaanvraag. Voor ingebruikname van het bouwwerk is eventueel nog een gebruiksmelding noodzakelijk.
Bron: Foto hand: © Imagine Photographer/Shutterstock.com