Tijs Roeland, Manager Techniek & Projecten bij CONO Kaasmakers, is een man van actie. Hij combineert technische expertise met een passie voor duurzaamheid en samenwerking. Bij hem draait alles om het creëren van beweging, door mensen en kwaliteit centraal te zetten.
Gedreven door zijn persoonlijke waarden – verbinding, innovatie en verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties – werkt Tijs Roeland dagelijks aan complexe projecten die impact maken. Of het nu gaat om de transitie naar klimaatneutrale productie, technologische innovaties of het motiveren van een trots en betrokken team, Tijs brengt visie en daadkracht samen. In dit interview deelt hij zijn inzichten over de uitdagingen en successen bij CONO, zijn visie op de toekomst van techniek in de voedingsindustrie en de inspirerende lessen die hij aan jonge technici wil meegeven. “Het draait om nieuwsgierigheid, volharding en samen bouwen aan een duurzame toekomst.”
"Ik ben een family man pur sang. Samen met Nicolette heb ik vier kinderen en daar ben ik beretrots op. Ik houd van samenzijn, dus onze deur staat altijd open. Het is ontzettend leuk om mensen over de vloer te hebben. Verder ben ik iemand die niet kan stilzitten. Ik houd van dingen regelen, bouwen, máken. Als voorzitter van onze plaatselijke voetbalclub, S.V. Vrone, ben ik samen met het bestuur en ook de leden bezig om een heel nieuw - en super duurzaam - sportcomplex neer te zetten. Er moet gewoon altijd beweging zijn, ook elke avond na het werk! We hebben bijvoorbeeld een moestuin bij de plaatselijke tuinvereniging. Ik vind het zo gaaf om te achterhalen hoe die natuur werkt. We hebben de taken verdeeld: Nicolette zoekt uit hoe we het moestuinieren aanpakken, ik ben meer van het aanplanten, onkruid schoffelen, op slakkenjacht gaan. Ja, het levert op piekmomenten kistenvol met groente op. We hebben een grote familie, dus we kunnen het altijd wel kwijt. Ik houd veel van verbinding en contact, ben gedreven en wil graag dingen bereiken. Daarom vind ik het zo belangrijk om de volgende generatie klaar te stomen. Mijn kernwaarden? Duurzaamheid en transparantie.”
“Aanvankelijk kwam ik bij toeval binnen via een interim functie. Het voelde meteen als familie. Dat komt door onze coöperatiestructuur, het samen doen. We hebben traditionele ledenvergaderingen, dat brengt een goed gevoel van gezamenlijkheid. Iedereen streeft immers naar hetzelfde doel. Wederkerigheid is alles hier. Dat vraagt overigens opperste transparantie. De boeren zijn namelijk de eigenaren van de coöperatie en daarmee het bedrijf. Zij zijn uiterst kritisch. Dat houdt ons scherp. Uiteindelijk staan we met z’n allen voor dezelfde uitdagingen; de stijgende energieprijzen is misschien wel de grootste. Het was dus fantastisch dat ik na driekwart jaar meteen in dienst kon komen. Het mooie is dat bij CONO alles samenkomt: techniek, duurzaamheid en samenwerking.”
“We starten ’s ochtends met een dagoverleg, waar we bespreken hoe de afgelopen 24 uur zijn verlopen en wat we de komende 24 uur kunnen verwachten. De productie draait bij ons 24/7 door. Dat proces luistert zó nauw, dat stilstand heel snel een dure grap is. We hebben het dan ook niet over uren stilstand: het gaat over minuten. Als dat gebeurt, kijken we naar wat we er nog aan moeten doen, maar vooral… hoe kunnen we dat in de toekomst voorkomen? Het is een continue feedbackloop. Anders gezegd: continu verbeteren.
In mijn portefeuille zitten de pijlers onderhoud, veiligheid en duurzaamheid. Dat zijn dan ook de onderwerpen waar ik de rest van de dag mee bezig ben. Praktisch betekent dat, dat ik veel onderweg ben om met mensen te overleggen. Ik ben van origine projectmanager en zo werken we ook veel bij CONO. Van alles wat we belangrijk vinden, maken we een project. Er lopen er altijd wel een stuk of tien tegelijk. Dat hoef ik gelukkig niet in mijn eentje te doen; ik word ondersteund door meerdere projectleiders. Dat is de kracht van de coöperatie en het team. We doen het samen.”
“Mensen in hun kracht zetten, zelf verantwoordelijkheid geven. Er lopen hier zoveel techneuten rond met verstand van zaken; daar hoef ik me echt niet inhoudelijk tegenaan te bemoeien. Ik loop hier ook niet rond als een of andere ‘Sjors the inspirator’, want ik hoef onze mensen niet te motiveren. Iedereen is trots op het merk Beemster, de lekkerste kaas, dat goudgele wiel, gemaakt van 100% Noord-Hollandse weidemelk, waar kwaliteit bovenaan staat. Het gaat erom de juiste mensen aan tafel te krijgen en dat je mensen in de gelegenheid stelt om van elkaar te leren. Dat is het leuke, we leren elke dag weer van elkaar; ook ik. Zeg maar het klassieke idee van leermeester-leerling. Fouten maken mag, zolang we de risico’s goed kaderen.”
“Dat is echt de moeilijkste vraag. Kijk, hier op onze eigen locatie heb ik invloed. Daarbuiten niet. In mijn opinie zal er altijd melk blijven. En kaas. Want daar zijn we nu eenmaal dol op. Ik zie daar dan ook geen snelle verandering. Plant-based kaas maken, ja, dat kan nu al. Wij maken kwalitatief de beste en lekkerste kaas, samen met onze veehouders, van de melk van onze koeien. Wie weet in de toekomst, dat daar een slag in wordt gemaakt. Voordat het zover is, moet er heel wat in beweging komen. Dat is iets van de hele maatschappij.”
"Tja, de hoofdrol. De huidige kaasmakerij hebben we in 2010-2014 gebouwd, met stoom als belangrijkste drijfveer. Volledig gebaseerd op gas dus. Om aan de verplichte uitstootvermindering te komen, transformeren we nu van stoom naar warm water. Dat is een systeem waarmee we de processen vele malen efficiënter kunnen aansturen. Daar hebben we drie dingen voor nodig: stroom, een warmtepomp en een elektrische boiler. Het idee is simpel. Bij het produceren van koude - wat we natuurlijk nodig hebben voor koeling en opslag - komt warmte vrij. Die warmte vangen we op en waarderen we op middels de warmtepomp. Dat is de hoofdtruc. De back-up is een elektrische boiler, zeg maar een gigant van een waterkoker.”
“Nee, dat zou bij lange na niet genoeg opleveren. Onze zonnepanelen zijn vooral voor kantoor en laadpalen. Als we zelf elektra zouden willen opwekken voor de productie, hadden we een terrein nodig gehad dat zes keer zo groot is als het onze. Los nog van het feit dat we midden in UNESCO werelderfgoed zijn gevestigd. Dus zonnepanelen of windmolens in het weiland is een no-go-area. Voor die stroomvoorziening - om van het gas af te kunnen - hebben we een gigantisch dikke stroomkabel nodig. Die komt er - in nauwe samenwerking met Liander - begin 2027.”
“Dat is essentieel voor stabiliteit en continuïteit. Ik zei eerder al dat een minuut stilstand ons een godsvermogen kost. Storingen zijn dan ook ontzettend duur. Met die nieuwe kabel zijn we direct aangesloten op de centrale. Je haalt ‘de lus’ eruit, waardoor je niet meer afhankelijk bent van pieken en dalen door andere grootverbruikers. Bovendien zijn we dan in de toekomst niet meer afhankelijk van regelgeving rond gas.”
“Nou… makkelijk. Zo zou ik het niet willen noemen nee. Vroeger was het aanbod van melk de enige voorwaarde voor productie. Straks, zeg maar gerust binnenkort, komt daar de beschikbaarheid van betaalbare energie bij. Want uiteindelijk is het een grote investering voor een kleine coöperatie. Omdat we een CO2-reductieplan hebben, kunnen we niet blijven doen wat we deden. Om verder te kunnen verduurzamen, moeten we investeren in die kabel, terwijl die wel eigendom van Liander blijft! Als je uitlegt wat de kosten van storingen zijn, en hoe belangrijk stabiliteit en continuïteit zijn, ook voor de toekomst, en dat je dat met die nieuwe kabel kan garanderen, dan heb je de leden mee. positief voor toekomstige generaties.”
“Ja. Techniek wordt nóg belangrijker. De voedingsindustrie moet blijven verduurzamen en dat kan alleen met slimme technologieën. Denk aan automatisering en slimme oplossingen voor energiegebruik.”
“Het belangrijkste, en dat is een open deur van jewelste: doe wat je leuk vindt! Anders gaat het sowieso niet werken. Verder zou ik zeggen, ‘geef niet op’. Als ik terugkijk op onze route met Liander rond de stroomkabel, dan leek het onmogelijk. Als je doorzet, lukt het meestal toch wel! Tot slot: wees nieuwsgierig, probeer dingen te begrijpen en durf het te zeggen als je het niet snapt. Als je dat lef hebt, kan je alles leren. Zoals de ambitie van CONO: ‘Samen positief, voor toekomstige generaties’.”
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2025