Het assortiment bij TED’S Food Factory wordt veelal samen met de klant ontwikkeld. Ook voor hun machinepark vroeg het bedrijf om maatwerk. Zo werd voor de weeg-en etiketteermachines een fullservicecontract met Espera afgesloten.
Het is donderdagochtend kwart over tien als de eerste warme maaltijd geproefd wordt: een vegetarische puree met krokante korst en pijnboompitten. “Het mondgevoel is beter dan gisteren”, knikt Deborah Duijndam goedkeurend. Ze is commercieel manager bij TED’S Food Factory – kortweg ‘TED’S’. De oorsprong van het bedrijf mag dan liggen in vlees, inmiddels worden er ook vegetarische producten gemaakt. Een logische stap, meent Duijndam: “We zijn altijd bezig met innoveren. De kennis die we opgedaan hebben bij de productie van vleeswaren, passen we toe in nieuwe markten.” Parallel aan de toenemende behoefte aan vegetarische alternatieven, ziet Duijndam de vraag naar bijzondere vleesproducten stijgen. Duijndam: “Áls er dan vlees gegeten wordt, moet het echt lekker zijn.” Met producten zoals pulled chicken, spareribs en slow cooked spek komt TED’S aan die vraag tegemoet.
Het mettertijd uitgedijde assortiment, begon allemaal met een paar hammen die Ted Duijndam (de oom van Deborah) in de jaren ’80 maakte in de kelder van de familieboerderij. Met zijn handelsgeest en handgemaakte hammen trok hij langs winkels in de buurt. Hierna volgden in Den Haag het abattoir en daarna de eigen fabriek Duijndam Vleeswaren, dat uiteindelijk werd overgenomen. In 2008 nam Ted Duijndam de fabriek Vollebregt in Zoetermeer over, vorig jaar omgedoopt tot TED’S Food Factory. Verder bestaat het bedrijf uit TED’S Food Lab, waar koks, slagers, commerçanten en kwaliteitsexperts samenwerken aan productontwikkeling, en TED’S Kitchen in Heerhugowaard, waar in samenwerking met topkok Paul Fagel maaltijden en pizza’s worden gemaakt.
Deborah Duijndam
In Zoetermeer, waar zo’n 50 man werkzaam zijn, worden nog steeds vooral vleesproducten gemaakt: denk aan malse spare ribs, handgestopte gehaktbroden, knapperige grillworst en frisse salade flakes. Deborah Duijndam: “Ons credo is: lekker eten maken is een keuze. We doen geen concessies aan smaak en structuur, en gebruiken geen onnodige toevoegingen. Voor de implementatie in de fabriek is dat weleens een uitdaging. De kwaliteit van het product, de opschaling, en de wensen van de klant, zoals gezondheidsconvenanten, geven gezonde wrijving. Bovendien hebben we een grote variëteit in ons aanbod én werken we met ingrediënten die kort houdbaar zijn, dus we moeten de processen in en rond de fabriek slim organiseren.”
Om het ambachtsniveau van TED’S producten hoog te houden, geschiedt de productie door eigen slagers en met flexibele machines. “Het is een fabrieksproces gerund door ambachtslieden”, vertelt Geert van de Weg, projectmanager productie. “Als de machine bijvoorbeeld het vlees mengt, houden onze worstmakers in de gaten of de juiste binding wordt behaald. De rollade wordt daarna met de hand gestopt.”
Geert van de Weg
Naast wat oude slagersvrienden van Ted, bedient het bedrijf vooral de retailmarkt. De meeste producten zijn ontwikkeld in nauwe samenwerking met de afnemers. Deborah Duijndam: “We zeggen nooit: dit is ons assortiment, kiest u maar. We werken heel klantgericht en maken zo het verschil.” Die flexibiliteit vraagt TED’S ook geregeld van de eigen leveranciers. Zo stelde de eigenaar Ted twee jaar geleden zelf voor om voor de nieuwe weeg- en etiketteermachines van Espera een contract af te sluiten vergelijkbaar met een leasecontract voor zijn nieuwe auto. Dit om wisselende onderhoudskosten te voorkomen. Een nieuwe dimensie in de lange samenwerking waar Jan Zwaan, directeur Espera Nederland, ook wel oren naar had.
Het zogenaamde ‘fullservicecontract’ houdt in dat Espera eigenaar blijft van de machines en verantwoordelijk is voor de tweedelijnszorg. TED’S ziet toe op de dagelijkse schoonmaak en klein onderhoud aan de machines. Voor een vast bedrag ontvangt TED’s alle service en onderdelen plus de optie om de machines om te bouwen bij veranderende eisen van de eindklant. Van de Weg: “Voor voedingsproducenten zoals wij is dit concept perfect. Dankzij deze constructie, waarbij we het specialistisch onderhoud overlaten aan de professionals van Espera, kunnen wij de focus houden op onze corebusiness, namelijk lekker eten maken.” Jan Zwaan voegt toe: “De klassieke contracten zijn gericht op onderhoudstechnische zaken, waarbij wij vaak in beeld komen als machines al stilstaan. Dit contract is gericht op preventie en dialoog.” Die dialoog was in het begin soms extra nodig, vertelt Geert: “Voor beiden was dit een nieuwe constructie. Er lag een spanningsveld rondom de vraag waar precies wiens verantwoordelijkheid stopt en die van de ander begint. Maar dat was altijd bespreekbaar. Na twee jaar hebben we een goede modus gevonden en zijn wij zeer tevreden. Daarom hebben we in TED’S Kitchen inmiddels ook twee Espera weeg- en etiketteermachines staan.”
Beeld: © Fotobureau Roel Dijkstra
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2019