Vier toeleveranciers over trends en innovaties in de voedingsindustrie
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

‘Techniek voedt de toekomst van de voedings­in­du­strie’

  • 05 februari 2024
  • Door: Judith Witte

Benieuwd naar wat er speelt in de foodbranche? En welke technische innovaties de toekomst gaan bepalen? Vier toeleveranciers voor de voedselverwerkende en - producerende industrie vertellen over de slimme technische oplossingen waarmee zij voedselproducenten helpen de grote uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden.

Het vinden van goed en geschoold personeel, de energietransitie, grondstofschaarste en de klimaatproblematiek, snel veranderende consumentenwensen… de voedingsindustrie staat voor grote uitdagingen. Dat vraagt om slimme oplossingen. 

Vier experts nemen je mee in de belangrijkste trends en ontwikkelingen in de foodsector. Allemaal zijn ze gespecialiseerd in het ontwikkelen, maken en implementeren van innovatieve oplossingen voor het voedingsproductieproces - van machinebouw en procestechnologie tot complete systemen. Met hun jarenlange ervaring kennen ze de branche van haver tot gort: Jannes Jansen, directeur- eigenaar van Jansen Techniek; Marc Fortuin, Managing Director bij Handtmann Benelux; Marcel de Folter, Manager Engineering (MT) bij FMI ImProvia; Marcel van den Heuvel, Senior Area Sales Manager bij GEA. 

Zij tonen dit voorjaar hun technische hoogstandjes live aan het publiek tijdens het Food Tech Event (15 en 16 mei Brabanthallen, ’s-Hertogenbosch). Deze beurs brengt tal van relevante innovaties, specifiek gericht op de voedingsindustrie, samen onder één dak. 

Foto: © Jansen Techniek

Wat hebben jullie de afgelopen jaren zien veranderen; in jullie eigen werk en in de voedingsindustrie? 

“Door het tekort aan vakspecialisten aan de lijn, krijgen we steeds meer technologische, vakinhoudelijke vragen”, begint Fortuin. “Daarom hebben we de afgelopen jaren geïnvesteerd in mensen die, naast de technische kennis van machines, ook technologische kennis hebben van de producten die onze klanten maken. Vroeger waren we vooral machineleverancier, nu is het meer en meer een samenspel tussen mens, machine en product.”
Jansen beaamt: “Het ambacht van voedsel produceren is een groot goed waarvan ik vind dat we het in stand moeten houden. Dat kan: júist dankzij de techniek! Wij kunnen ervoor zorgen dat zware, repeterende werkzaamheden door machines en robots worden overgenomen. Mensen zijn soms bang door robotisering en automatisering hun baan te verliezen. Ik draai het liever om: door te investeren in techniek hou je je personeel langer op de been. Geschoolde specialisten kunnen zo hun vak blijven uitoefenen, en daarin een hogere efficiëntie behalen. Zo kun je samen mooie producten blijven maken.”

“Het welzijn voor operators krijgt meer prioriteit”, ziet ook Van den Heuvel. “Daarbij hoort het creëren van een gezonde werkomgeving. Mede daarom hebben we onder andere de CrumbMaster geïnnoveerd. Stof dat in het verleden nog wel eens naar buiten kwam, blijft nu in de machine. Minder stof in de omgeving betekent bovendien minder reiniging van de productieruimte en voorkomt kruisbesmetting. Ook is het lastig om geschoold personeel te vinden. Een makkelijke bediening is daarom een basisvoorwaarde. Dat kan met gebruiksvriendelijke HMI’s (Human Machine Interface, red.) die werken als een smarttelefoon; je kunt swipen, instructiefilms aanzetten, reinigings- en bedieningsinstructies geven in de gewenste taal, instellen welke operator toegang heeft tot welke acties, bijhouden wie wat doet, noem maar op.”
Ook flexibiliteit en het verlagen van de kosten spelen een grote rol, vult De Folter aan: “Men wil veel verschillende producten over dezelfde lijn kunnen laten lopen. Onze handlingsystemen zijn daarom modulair én uit te breiden. Daarmee kunnen we meegroeien met de klant.”
Fortuin: “De nieuwste Handtmann VF800 serie is schaalbaar qua capaciteit. De klant hoeft daardoor bij een toenemende productiecapaciteit geen nieuwe machine aan te schaffen, maar kan de bestaande machine opschalen. Daarbij zoeken foodproducenten ook veel meer naar zuinigere machines; de Fessman rook- en kookkasten hebben daarom een hogere isolatiewaarde gekregen, zodat er minder warmte verloren gaat. Nu grondstoffen schaarser worden, is het reduceren van álle verspilling trouwens belangrijk; men wil dat een tien jaar oude lijn nóg eens tien jaar meegaat, mét behoud van kwaliteit natuurlijk. We leveren steeds vaker re-engineered machines die door de fabriek compleet gereviseerd zijn.”
Jansen: “Klopt. Het komt geregeld voor dat we een nieuwe module inbouwen in een oudere machine. Retrofitten noemen wij dat. Zoals de nieuwe module om het waterverbruik te verminderen. Met ons waterbesparingssysteem voor het ontschubben voor allerlei soorten vis bijvoorbeeld, ga je van 50 liter terug naar circa 20 liter per minuut. Een serieuze besparing.”

Foto: © Handtmann Benelux

Wat kan de voedingsindustrie de komende tijd van jullie verwachten? Noem één innovatie waar je trots op bent.

De Folter: Onze kennis en kunde zit met name in grippertechnologie. We kunnen een schnitzel met een superkrokant laagje eromheen van maisvlokken oppakken, maar ook chocolade, vleeswaren, groenten en fruit. In onze stand op het Food Tech Event plaatsen we straks een Bowl-feeder testmodel. Die kan zes- tot zevenhonderd snoepjes per minuut uit gestorte en gedoseerde bulk verenkelen en overeind zetten, met vier sensoren om de beveiligingsgraad te meten.”
Jansen: “Twee jaar geleden introduceerden we onze eerste Robotic Operator, kortweg R-OP. Die staat straks in ónze stand vrolijk zijn ding te doen. Het is de enige RVS op zichzelf staande zelf-functionerende robot ter wereld; volledig afspuitbaar, IP 69, met een zeer kleine footprint. Feitelijk kun je de productiemedewerker van de band wegnemen en R-OP er, met een veiligheidsafscherming, neerzetten. De robot is stabiel, wordt niet moe, is nauwkeurig en betrouwbaar. Ideaal voor saaie repeterende werkzaamheden. R-OP is uitgerust met standaard visioncamera’s, maar de software, grippers en toepassingen worden klantspecifiek op maat gemaakt.”
“Wij zetten in op compleet geïntegreerde lijn-automatisering die op afstand uit te lezen is”, aldus Fortuin. “Machines evolueren steeds meer naar partners die actief bijdragen en meedenken. Via een app of de besturing van de machine krijgt de operator belangrijke informatie: wanneer het programma klaar is, er een stroomstoring is, of dat het tijd is voor preventief onderhoud. Wij kunnen zelf ook inloggen op de machines, al vinden sommige klanten het een drempel om van buitenaf mee te laten kijken op hun machine.”
“De meesten zien daar gelukkig de voordelen van in,” reageert Jansen. “Zeker als ze ontdekken dat ze op die manier bij een storing veel sneller zijn geholpen.”
“Remote control wordt langzaamaan toch de standaard,” zegt Van den Heuvel. “Daarbij komt dat de voedingsindustrie meer en meer stuurt op basis van data. Meten is weten, data verzamelen geeft inzicht. Het maakt gericht onderhoud mogelijk en draagt bij aan de efficiëntie van het proces. Tijdens het reinigingsproces van de MaxiDrum is het nu bijvoorbeeld mogelijk om continu de weerstand in de drum te meten. Dit geeft enorme reductie op waterverbruik, want je reinigt precies zo lang als nodig is totdat hij schoon is. Nooit te kort, en zeker niet onnodig lang. Ook de nieuwe ProFry heeft een elektrolytisch gepolijst frame van de warmtewisselaar, waardoor er minder polymeren aan hechten. Dat geeft 25 tot 30 procent reductie op de reinigingstijd tijdens het CIP-en.”

Foto: © Jansen Techniek

Kortom: ‘Techniek voedt de toekomst van de voedingsindustrie’. Zo luidt de event-slogan van het Food Tech Event waar jullie straks - met vele andere standhouders - je opwachting zullen maken. Waar worden jullie zélf eigenlijk door gevoed? Ofwel: waar word je blij van?

“Van innoveren en daarmee een klant verder helpen!” zegt De Folter. De anderen knikken bevestigend: dit geeft ze alle vier energie.
“Onlangs hebben we een module getest voor Mars”, vervolgt De Folter. “Zij wilden een flexibele stickpacker voor een soort fruittella’s, met een hogere betrouwbaarheid. Minder uitval dus. Dat is gelukt! Innovatief is dat de machine zonder wisseldelen aan te passen is naar reepjes van 4 tot en met 20 snoepjes met een snelheid van 300 repen per minuut. Dit zijn leuke projecten. Een enthousiaste klant is de kers op de taart.”
Ook Jansen wordt gelukkig van het kunnen meedenken met de klant: “Vooral als ze met de handen in het haar zitten,” zegt hij. “Om dan bij elkaar te gaan zitten, te beginnen met tekenen en oplossingen aan te dragen voor een machine op maat waarmee ze hun productie kunnen verhogen, of de kosten verlagen. Kortom; een oplossing waardoor ze bestaansrecht houden, of die zelfs vergroten; dat maakt me blij.”
Van den Heuvel: “Binnen GEA werken we intern met Product-teams. Daarin zijn meerdere disciplines vertegenwoordigd; van ‘Product-owners’, technologen en R&D tot en met Service- en onderhoud en Verkoop. Het samen sparren vanuit verschillende invalshoeken versnelt het innovatieproces van eerste pennenstreek tot uitvoering. Het leidt tot meer eigenaarschap, en betere oplossingen voor de klant. Die interacties vind ik echt ontzettend leuk.”
Fortuin: “We zijn een internationaal bedrijf en doen zaken met klanten over de hele wereld. Het valt ons daarbij op dat de industrie in de Benelux heel innovatief en vooruitstrevend is. Veel trends ontstaan in Nederland, daar ben ik trots op. Het maakt ons werk uitdagend.” 

Praktische info
Food Tech Event 2024

Doelgroep: Het Food Tech Event richt zich op directie, management en technische professionals werkzaam bij bedrijven die actief zijn in en voor voedselverwerkende en -producerende bedrijven
Data: 15 en 16 mei
Tijd: 10.00 – 17.00 uur
Locatie: Brabanthallen ’s-Hertogenbosch
Website
www.food-tech-event.nl

Hoofdfoto: © GEA

Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2024