Reiniging en desinfectie: ‘Het is en blijft maatwerk’
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Reiniging en desinfectie: ‘Het is en blijft maatwerk’

  • 16 november 2020
  • Door: Marc Goselink

Er wordt veel onderzoek gedaan naar de reiniging en desinfectie in de voedingsmiddelenindustrie. Dat heeft wel de nodige data opgeleverd; maar geen standaardprotocollen. Een goede schoonmaak blijft maatwerk. En blijkt lastig in de praktijk. Jürgen Janssens van CID Lines, René Bakker van ITZU Cleaning en Freddy van de Kolk van Rittal analyseren de obstakels én brengen praktische oplossingen.  

Alle apparatuur, machines, kasten en behuizingen, vloeren en panelen die in de voedingsindustrie worden gebruikt, moeten aan vrij strak omlijnde Europese én nationaal vastgelegde richtlijnen voldoen. In de loop der jaren veranderen de eisen die aan de machines én aan de reiniging ervan worden gesteld; mede onder invloed van allerlei foodtrends, vertelt Freddy Van de Kolk. Hij is accountmanager Food & Beverage bij Rittal Zevenaar; producent van behuizingen voor onder andere schakelkast- en elektronicaopbouwsystemen, ook voor de voedingsindustrie. “Vroeger zat er relatief veel vet, zout, suikers, zuren, alcohol, en conserveringsmiddel in voedingsmiddelen. Deze toevoegingen verhinderden tot op zekere hoogte besmetting. Nu wij deze ingrediënten niet meer zo in ons voedsel waarderen, is het nóg belangrijker dat we productielijnen goed reinigen en desinfecteren; een absolute vereiste om de voedselveiligheid te kunnen borgen. Door die foodtrends is bestaande apparatuur de afgelopen jaren versneld vervangen door moderne voedselveilige productiemachines. De meeste nieuw-ontwikkelde apparatuur is tegenwoordig prima schoon te maken. Waar het naar mijn idee soms misgaat, is in de keuze van gebruikte materialen. Soms zijn deze niet of minder goed reinigbaar, toxisch of corroderend. Veelal is er sprake van onwetendheid, soms is de kostprijs de oorzaak.”  

Jürgen Janssens, divisiemanager Food Industrie van het Belgische CID Lines, gaat door over de rol van de kostprijs voor het ontwerp: “CID Lines levert naast reinigings- en desinfectieproducten voor specifieke doeleinden ook professioneel advies. In onze gesprekken met machineproducenten merken we, dat zij doorgaans goed doordrongen zijn van het belang van de reinigbaarheid van het ontwerp. Maar omdat men bevreesd is voor de impact hiervan op de kostprijs, worden er concessies gedaan. Vaak gebeuren deze aanpassingen onder, indirecte, druk van de afnemer. Maar je hebt als leverancier een eigen verantwoordelijkheid vind ik. Je dient de klant te adviseren, ook ongevraagd.” 

René Bakker sales manager bij ITZU Cleaning dat industriële schoonmaak en facilitaire diensten levert in Nederland en België, haakt daarop in: “Op de langere termijn kan de duurdere uitvoering, met een beter hygiënisch ontwerp, toch goedkoper uitpakken dan zo’n aangepaste standaardmachine. Ook die moet immers schoongemaakt worden. Er zou naar mijn mening meer vanuit return on investment gedacht moeten worden.” 

‘De vraag is: ga je op zoek naar de risico’s of laat je het je overkomen?’

“Wat maakt een machine beter reinigbaar? Algemeen geldt: hoe opener een machine of procesinstallatie is, des te beter te reinigen”, vertelt Jürgen Janssens. “Maar ook: des te gevaarlijker voor de operator. Daarom worden er beschermende platen toegepast. Voor een goede reinigbaarheid is het essentieel dat die platen elke keer dat er wordt schoongemaakt, worden weggenomen. In de praktijk blijkt echter dat de platen al snel niet meer worden teruggeplaatst.” 

“Machines ontwerpen met lichtschermen kan een oplossing zijn om de veiligheid van open apparatuur te garanderen”, oppert Freddy van de Kolk. “Op het moment dat een operator door een lichtscherm heenloopt, stopt de machine volautomatisch”. 

René Bakker denkt dat  dit soort ontwerpproblemen best te ondervangen zijn nu machines vaker in 3D worden ontworpen. “Ze zijn vooraf beter te beoordelen op aspecten als arboveiligheid, voedselveiligheid én reinigbaarheid. Ook een schoonmaakadviseur kan dat beoordelen. Helaas wordt de schoonmaker veelal gezien als vertegenwoordiger van de werkvloer en niet als lid van een groot investeringsproject. Andersom durft de schoonmaak zich niet goed te manifesteren als adviseur in de boardroom. Hier is nog een wereld te winnen. Schoonmaak wordt vaak gezien als het sluitstuk van een productierun. Ik zou dat willen omdraaien: een nieuwe productiecyclus begint met schoonmaken. Het kost tijd om een dergelijke mentaliteitsverandering bij iedereen tussen de oren te krijgen. Het gaat om bewustwording én om waardering.” 

‘Op de langere termijn kan een duurdere uitvoering, met een beter hygiënisch ontwerp, toch goedkoper uitpakken’ 
© Marina Demkina/shutterstock.com

Quality Assurance

“Als voedselproducent moet je heldere afspraken maken over taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de schoonmaak”, vindt René Bakker. “De verantwoordelijkheid rondom de schoonmaak wordt vaak gedelegeerd naar de productie, met Quality Assurance (QA) in de bijwagen. Anderzijds hebben jonge QA-managers de neiging het mandaat voor de borging van een doeltreffende schoonmaak naar zich toe te trekken.” 

Probleem volgens Jürgen Janssens is daarbij dat die QA moet opboksen tegen inkoop (kostensensitief) en productie (gevoelig voor stilstand). “Ik zie een QA-Manager in een spagaat: bij een toenemende productieoutput staat de voedselveiligheid meer onder druk: met minder tijd voor schoonmaak, tegen een lager budget. Té vaak proberen foodbedrijven te besparen op de schoonmaak. Totdat een calamiteit optreedt. Dan kan, mag en moet er van alles, en is budget even niet belangrijk. Na de calamiteit vervalt de urgentie helaas en verdwijnt het bewustzijn weer”. Hij vindt het daarom belangrijk dat externe partijen/leveranciers onafhankelijk advies uitbrengen op verschillende niveaus in de organisatie, en wijst op de consequenties van gedrag en keuzes. “Ik kom nog wel eens onwil tegen bij een voedselproducent. Dan vraag ik me af: Wil hij weet hebben van de aanwezige risico’s? Iedereen krijgt te maken met fenomenen als listeria, salmonella en/of e-coli. De vraag is: ga je op zoek naar die risico’s of laat je het je overkomen? Als je weet waar de risico’s zitten, kun je gericht reinigen.” 

“Een van de risico’s is dat operators na 8 uur draaien er niet altijd meer zo bij zijn. Ik zie dat vaak in de praktijk”, zegt Freddy van de Kolk. “Een externe partij kan dan helpen. Zij komen fris binnen en zijn nog scherp.”

Procesbeschrijving 

René Bakker constateert dat het dikwijls ontbreekt aan goede procesbeschrijvingen van reinigen en desinfectie. “Richtlijnen ten aanzien van reiniging en desinfectie van voedselproductiemachines liggen opgesloten in de BRC en FSC. In het verleden heeft een groep experts (vertegenwoordigers van producenten, chemieleveranciers en schoonmaakbedrijven) die processen beschreven. De richtlijn is vrij abstract geformuleerd, met een methodische benadering in stappen. De uitdaging is deze te vertalen naar de praktijk. De Vereniging Schoonmaak Research (VSR) heeft dat gedaan, met een ‘Praktijkrichtlijn voor reinigen en desinfectie’. Ook is er een audittool beschikbaar, waarmee je laat zien hoe je schoonmaakt. “Dit wordt echter onvoldoende opgepakt door de markt”, stelt hij. “Kennelijk is de tool niet voldoende toegankelijk en is de leesbaarheid niet op het juiste niveau.” 

Freddy Van de Kolk ziet wel voordelen in het certificeren van de reiniging. “Moeilijk hoeft het niet te zijn: ‘schrijf op wat je doet, doe wat je hebt opgeschreven en laat zien dat je doet wat je hebt opgeschreven’,” vat hij bondig samen. 

Schoonmaakplan dwingt tot nadenken

Elk bedrijf zou een schoonmaakplan moeten hebben dat in werking treedt zodra een lijn wordt stilgezet; daarover zijn de drie het roerend eens. “Essentieel daarbij is dat het schoonmaakplan op pragmatische wijze reinigingsrichtlijnen vertaalt naar de eigen bedrijfssituatie”, zegt René Bakker. “Relevante punten die in het plan horen, zijn: zijn er heldere afspraken tussen de operator en de schoonmaker? Weet de schoonmaker wat hij aantreft? Moet de operator eerst opruimen en demonteren? In het plan staat wat er moet worden schoongemaakt, hoe vaak en waarom. Ook is helder omschreven wat de eindresultaten moeten zijn, inclusief de normen waaraan een effectieve reiniging moet voldoen. “In de praktijkrichtlijn van de VSR is dat goed beschreven, inclusief gradaties”, licht René Bakker toe. “En in de BRC/IFS staat het nodige over reiniging en desinfectie en hoe je moet borgen. Vaak is het echter niet duidelijk wie het plan beheert.”

“Het is en blijft maatwerk”, beaamt Jürgen Janssens. “We kijken daarom steeds opnieuw naar de specifieke situatie van de klant. Ik denk aan een situatie van enkele jaren geleden, toen het een vleesverwerker maar niet lukte om van een besmetting af te komen. Ondanks veelvuldig en grondig reinigen en desinfecteren van de lijn kwam de besmetting steeds terug. Wat bleek na ons onderzoek? De bron was het tafeltje van de medewerker die het goedgekeurde vlees stempelde; dat werd elke avond uit de te reinigen ruimte gezet.”

Innovaties

Gevraagd naar de trends en ontwikkelingen voor de komende tijd in de wereld van reiniging en desinfectie, verwacht René Bakker veel van nano-coating die als een dunne film wordt aangebracht op oppervlakten. “De coating kan werken als corrosie-, water- en/of ijsbescherming. Het laagje zorgt voor vermindering van wrijving, voor zelfreiniging en voor warmte- en stralingsbestendigheid. Ook heeft de coating aangroei- werende antibacteriële eigenschappen. Het werkt goed op wanden en in de omgeving van productielijnen. De techniek wordt ook al wel op banden en folies gebruikt, maar daar bestaat de kans op een negatieve reactie op het (eind-) product, onder andere in de vorm van oxidatie.”

Jürgen Janssens signaleert een opmars van desinfectiemiddelen zonder naspoeling. “De kwaliteitssystemen worden, met betrekking tot de controle op ongewenste residuen, steeds strenger. De nieuwe middelen zijn hiervoor het ideale alternatief. Ze voldoen bovendien in veel gevallen aan alle voorwaarden om biologisch te produceren. Deze markt voorziet in een uitgebreid lastenboek voor de gebruikte reinigings-en desinfectiemiddelen”. 

Freddy Van der Kolk ten slotte denkt dat reinigingsrichtlijnen de komende jaren omgezet zullen gaan worden in wetgeving. “De vrijblijvendheid die er op dit moment is verdwijnt. Ik verwacht stringente handhaving”. 

Hoofdfoto: ©David Fuentes Prieto/shutterstock.com

Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2020