Hygiëne staat in deze coronatijden volop in de belangstelling. Sterker nog, het onderwerp krijgt wat mij betreft nu eindelijk de aandacht die het verdient. De overheid roept mensen continu op zich aan hygiënevoorschriften te houden. Veruit de meeste mensen zijn zich, meer dan voorheen, bewust van hun eigen hygiëne. Dat biedt kansen voor bedrijven, onder meer in de voedingsindustrie, om mensen ook in hun werkomgeving op een positieve manier te betrekken bij hygiëne.
Meer dan de overheid heeft een bedrijf hiertoe de mogelijkheid. De groep is immers kleiner, je kent de medewerkers en zij zijn voor hun inkomen afhankelijk van het bedrijf. Het creëren van medewerkersbetrokkenheid bij zaken als hygiëne en voedselveiligheid is evenwel geen sinecure. De hele bedrijfscultuur zal er mee in overeenstemming moeten zijn.
Wie betrokken medewerkers wil, betrekt hen bij de bedrijfsvoering, is oprecht geïnteresseerd in wat ze doen, bespreekt resultaten, biedt trainingen aan, geeft openheid bij veranderingen en vraagt naar verbeteringen.
Hoe vaak komt het echter niet voor dat hygiëne in het bedrijf een anonieme aangelegenheid is. Dat het gewenste gedrag ergens op papier of digitaal staat omschreven, maar er weinig mee gebeurt. Naar mijn mening heeft dit vooral te maken met een gebrek aan verbinding met het bedrijf en het management. Als medewerkers zich betrokken en veilig voelen, zullen ze vragen stellen en zaken aankaarten die in hun ogen beter kunnen.
Als dienstverlener zeg ik, in overdrachtelijke zin: als een kledingstuk bij ons in Helmond met een glimlach wordt opgevouwen, merkt de klant in Leeuwarden dat. De beste kwaliteitscontrole gebeurt in mijn ogen door een medewerker die van zijn werk houdt en zich verantwoordelijk voelt voor wat hij oplevert. Tegen zo’n bedrijfscultuur en betrokkenheid kan geen hygiënevoorschrift op.
Michel Heerkens
Directeur Lavans
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2020