Als minister van VWS had ze het thema gezonde voeding al hoog op de agenda staan. Nu ze bestuursvoorzitter van Foodvalley is, wil Edith Schippers de slagkracht van innovatieve, Nederlandse voedingsmiddelenbedrijven op internationaal vlak vergroten. “We gaan niet voor gerommel in de marge.”
‘Samenwerking is een vereiste om de missie van Foodvalley te realiseren’
De term ‘impact vergroten’ valt vaak als Edith Schippers de missie van Foodvalley toelicht. De aspiraties van de organisatie gaan dan ook ver de grens over. “Onze wortels liggen in de regio Wageningen, maar we zijn van nationale betekenis en we hebben internationale ambities,” zegt ze daarover. Zestien jaar geleden werd Foodvalley in het leven geroepen om een bijdrage te leveren aan de oplossing van voedselvraagstukken. Sinds dit jaar heeft de organisatie een nieuwe directeur (Marjolein Brasz) en een nieuw bestuur, waarvan Schippers voorzitter is. Aan Vakblad Voedingsindustrie vertelt ze over die internationale ambities, de bijbehorende strategie en over hoe belangrijk het is de gezonde keuze smaakvol en toegankelijk te maken.
“We staan voor grote voedselvraagstukken. Obesitas is een groeiend probleem, niet alleen in de Westerse wereld, maar ook in ontwikkelingslanden. En door de fors groeiende wereldbevolking zullen honger en ondervoeding toenemen. Wereldwijd geldt dat we aanlopen tegen de grenzen van wat de aarde kan leveren aan grondstoffen en water. Uitputting, verzilting en verdroging liggen op de loer. We moeten ons oriënteren op hoe we nieuwe technologieën slim inzetten om de wereldbevolking te kunnen voorzien van voldoende, gezond en smaakvolle voeding die duurzaam geproduceerd is. De missie van Foodvalley is om daarin de impact te vergroten. We willen écht zaken van de grond trekken; geen gerommel in de marge. Voorlopig richten we ons daarbij op drie thema’s: de eiwittransitie, circulaire landbouw, en voeding en gezondheid.”
“Met de Wageningen Universiteit en Research, grote (onderzoekslaboratoria van) multinationals, midden- en kleinbedrijf, vele start-ups en scale-ups en verschillende overheden die dat ondersteunen, heeft Foodvalley een stevige basis. Het eco-systeem dat we hier hebben, wordt internationaal geroemd - wij zijn koplopers. Om onze missie te kunnen vervullen, moeten we dit eco-systeem nationaal en internationaal verder uitbouwen en die uitbouw versnellen. Dat betekent enerzijds verbreden naar nieuwe technologieën en anderzijds verbreden naar bedrijven die deze agri-food start- en scale-ups ook daadwerkelijk kunnen voorzien van apparatuur en machines, opschalingsmogelijkheden en deskundigheid, bijvoorbeeld op het gebied van patenten en ondernemerschap. Zo’n eco-systeem trekt talent aan en zorgt voor bedrijvigheid – kleine bedrijven worden groot, cruciaal voor het verdienmodel van Nederland.”
©Ermindo Armino/DSM
“Het is, wil je die impact verhogen, zaak om veelbelovende innovaties in een vroeg stadium te signaleren en op waarde te schatten. Wij spotten die initiatieven en voorzien de mensen daarachter van de juiste contacten. Foodvalley fungeert dus onder meer als initiator en koppelaar. Wij zorgen ervoor dat de missing links worden opgevuld en zoeken oplossingen voor de hick-ups. En als er aan een universiteit in China een relevante ontwikkeling gaande is, dan leggen we de verbinding met bedrijven hier, de circa 200 leden van Foodvalley. Dat zijn grotendeels agri-foodbedrijven, van MKB tot grote corporates zoals Unilever, FrieslandCampina, DSM, Upfield en Kraft Heinz. Verder behoren ook start-ups en ‘knowledge suppliers’ tot onze leden. We hebben een stevig netwerk van organisaties waarmee we samenwerken, waaronder Regiofoodvalley, ontwikkelingsmaatschappij Oost NL en kennisinstellingen zoals de WUR – een hele belangrijke samenwerkingspartner voor ons. Maar ook bedrijven waar kennis aanwezig is over wet- en regelgeving, financiering, intellectueel eigendom, consultancy, marktintelligence – kortom: alles wat nodig is om succesvol te zijn als agri-foodbedrijf. Onze leden zijn voornamelijk gevestigd in Nederland en verder in 20 landen, waaronder Japan, India, Australië, China, België, Spanje en Zweden. Daar waar internationale kennis samenkomt, ontstaat een enorme acceleratie op de ontwikkeling van technologie en op het ontstaan van bedrijven die kunnen bijdragen aan de oplossing van de problemen die er zijn.”
“Inderdaad, het eco-systeem rondom de proteïneshift is in Nederland al vrij ver gevorderd. Maar we zien dat de impact van die innovaties vaak te kleinschalig en te regionaal is. Bovendien gaat er te veel privaat geld en belastinggeld naar al die verschillende initiatieven waarvan er slechts een aantal het redt. Wij maken een inventarisatie van die innovaties en verbinden ze om – daar is-ie weer – de impact te kunnen vergroten. Een ander probleem omtrent eiwittransitie, is dat er een gebrek is aan productiecapaciteit voor eiwittoepassingen. Wij brengen bestaande productiefaciliteiten en technologische infrastructuur in kaart op de Protein Facility Map, te vinden op onze website. Daarop staan de productiemogelijkheden voor pilots tot aan grootschalige producties van plantaardige ingrediënten, halffabrikaten en consumentenproducten.”
©wk1003mike/shutterstock.com
“Ik weet vanuit mijn ministerschap hoe moeilijk het is om de gezonde keuze ook de makkelijke en smaakvolle keuze te laten zijn. Om dat te bevorderen, heb ik destijds het programma ‘Alles is gezondheid’ gestart, waaraan honderden partijen zich hebben verbonden. Met de voedingsmiddelenindustrie heb ik een convenant getekend, het Akkoord Verbetering Productsamenstelling. Daarin hebben de industrie, de supermarkten, de horeca en de catering zich gecommitteerd aan de afspraak om minder zout, verzadigde vetten en calorieën in producten te verwerken. Maar zo’n herformulering, dus het aanpassen van de productsamenstelling, is een complex en langdurig traject. Want een zoutloos soepje kan wel gezonder zijn, maar als consumenten het na één keer proberen niet meer kopen omdat ze het niet lekker vinden, ben je out of business. Daar zijn R&D-afdelingen van de industrie dus volop mee bezig.”
“Een andere manier om gezond eten te stimuleren, is door het inzetten van nieuwe technologieën. Eén van de genomineerden voor de Foodvalley Champions, een jaarlijks terugkerende prijs voor bedrijven met high-impact innovatie in de agri-food, is bijvoorbeeld recentelijk tijdens de Foodvalley Summits in het zonnetje gezet. Verdify ontwikkelt software waarbij door artificial intelligence bestaande recepten automatisch worden aangepast aan dieetvoorkeuren of allergieën. Dergelijke initiatieven ondersteunen we door ze een platform te bieden en ze te koppelen aan mensen en organisaties die zo’n idee kunnen laten groeien. Deze innovatie is trouwens een voorloper van personalised food; een terrein dat nog verkend wordt, maar enorme kansen biedt. Technologie moet in de toekomst snel en makkelijk duidelijk maken wat voor de individuele consument gezond is. Want wat voor mijn lijf goed is, hoeft voor een ander niet per se ook gezond te zijn.”
“Het moge duidelijk zijn dat samenwerking een vereiste is om de missie van Foodvalley te realiseren. We komen dus graag in contact met partijen uit de hele voedselketen die een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van het eco-systeem van Foodvalley. Dat kunnen ook zorgverzekeringsmaatschappijen zijn, retailers, horeca en bedrijven die nieuwe technologieën ontwikkelen. We staan open voor iedereen die hetzelfde doel voor ogen heeft. We hebben elkaar hard nodig.”
Edith Schippers
In 2003 trad Edith Schippers (1964) aan als lid van de Tweede Kamer (VVD), waar zij de portefeuille volksgezondheid onder zich kreeg. Van 2010 tot 2017 was zij minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Tegenwoordig is ze in het dagelijks leven President van DSM Nederland. Afgelopen april werd Schippers aangesteld als bestuursvoorzitter van Foodvalley. Die functie vervult zij op persoonlijke titel.
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2020