Voedingsproducten bestaan uit ingrediënten, die gezamenlijk waarde hebben. Vanzelfsprekend voedingswaarde, maar er is meer. Zoals de gevoelswaarde en CO2- waarde. Voor de waarde-creatie, marketing en transparantie is betrouwbare productinformatie essentieel. En daar komt PS in foodservice, dat nu 10 jaar bestaat, om de hoek kijken.
Niet alleen de smaak, kleur, geur en bite van voeding geven producten gevoelswaarde; ook waar de ingrediënten vandaan komen, kan een grote invloed daarop hebben. En wat dacht je van het wéglaten van ingrediënten: minder, of geen, zout, suiker, allergenen en/of conserveringsmiddelen doet een product flink in waarde toenemen. Nieuw is de CO₂-waarde, ofwel footprint van een product. Is deze waarde hoog, dan daalt het product op de ladder van ‘sociaal-wenselijk’. Steeds meer verwerkers en verkopers van voeding willen hun klanten hierover kunnen informeren. En in sommige gevallen zijn ze dat zelfs verplicht. Nicole Kleuskens, die in 2009 startte met PS in foodservice, weet er alles van.
“Foodservice moest veel generieke informatie verwerken, er lag continu een berg papierwerk. Groothandels hanteerden allemaal ongeveer dezelfde formulieren voor hun toeleveranciers. Die moesten al die formulieren handmatig invullen, waarna de groothandel de data overtikten voor hun eigen database. Niet handig of overzichtelijk. Wij besloten die data centraal te verzamelen en de bronbestanden te digitaliseren. De reacties waren gelijk positief, er was blijkbaar veel behoefte aan. Eind 2014 kreeg PS in foodservice een enorme boost; door nieuwe Europese wetgeving die ondernemers verplichtte om consumenten allergeneninformatie te verstrekken. De info moet direct beschikbaar zijn als een gast of consument daarom vraagt. Daarmee werd een actuele, betrouwbare database zelfs een vereiste en wij hadden daarvoor inmiddels een solide basis gelegd. In de loop der jaren is het programma steeds verder uitgebouwd, want er wordt steeds meer informatie gevraagd: denk aan herkomst, certificaten en het verhaal van het product, maar ook het kunnen zien van foto’s en recepten, ter inspiratie. Foodservice loopt in het vastleggen van al die data voorop. Er worden in deze sector grote stappen genomen.”
‘Per maand worden er in PS zo’n 23.000 mutaties verwerkt’
“Deels door de PIANOo-richtlijnen. De overheid eist van de foodservice dat ze maatschappelijk verantwoord inkopen. PIANOo, het Expertisecentrum Aanbesteden van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, heeft als taak die inkopen en aanbestedingen bij alle overheden te professionaliseren. Bij aanbestedingen is er in deze branche dus een dwingend kader; waarin scherp wordt gekeken naar wat je als cateraar aanbiedt, hoe gezond en duurzaam je assortiment is en welke acties je neemt om jouw assortiment nóg duurzamer en gezonder te maken. Het is daarmee een onderdeel van hun onderscheidend vermogen. De foodservice eist op zijn beurt weer van hún toeleveranciers dat er voldoende aanvullende informatie beschikbaar is, zodat ze kunnen aantonen aan de PIANOo-eisen te voldoen.
Door de productinformatie overzichtelijk aan te bieden, ondersteunen we groothandels en foodservice bij het maken van gezondere keuzes. Op dit moment breiden we ons zoeksysteem uit waardoor kiezen voor hen nog gemakkelijker wordt. Ze kunnen gericht zoeken op producten die hoog in vezels zijn bijvoorbeeld, of laag in zout.”
“Bij GS1 ligt de focus bij supermarkten. Het is ook de enige organisatie wereldwijd die barcodes mag uitgeven. De doelgroep van PS is van oorsprong de foodservice. Wij geven transparante productinformatie van voeding, drank en non-food voor iedereen in de foodketen. Elke producent, boer of tuinder kan zijn productinformatie borgen bij PS. Wat we wel zien is dat de doelgroepen gaan vervagen, het is allemaal niet meer zo zwart-wit als 10 jaar geleden.
Er zit een verschil in de informatie die wij bieden en GS1 biedt. Wettelijk is vastgesteld wat je moet declareren en hoe, maar ook wat er niet op het etiket mag. Vezels vermelden is bijvoorbeeld optioneel, de hoeveelheid eiwitten is verplicht, maar de verhouding tussen plantaardig en dierlijk eiwit mag je niet vermelden. In GS1 kunnen producenten alleen invoeren wat er verplicht op het etiket moet staan; in PS kun je daarnaast veel meer productinhoudelijke informatie kwijt. Zoals wat er in het product aan vitamines en eiwitten zit, wat het percentage plantaardig en dierlijk eiwit is, of er toegevoegd suiker of zout in zit of er keurmerken zijn, en zelfs recepturen en serveersuggesties. Kortom, ook informatie die je niet in de verplichte ingrediëntendeclaratie kwijt kan.”
“Per maand worden er in PS zo’n 23.000 mutaties verwerkt, dat is ongeveer 10% van de producten in de database. We zien vooral dat er ingrediënten uit producten worden geschrapt. Vaak zit het in nuances: het gaat om een beetje minder zout, suiker en/of vet, of dierlijk eiwit wordt vervangen door plantaardig, zodat het vegan mag heten. Door ‘herformulering’ verdwijnen E-nummers die meestal worden vervangen door een alternatief. Allergenen, voor zover ze voor het product niet noodzakelijk zijn, probeert men vaker te elimineren. Aanvullingen in de database zijn er ook, maar dan gaat het vooral om het toevoegen van achtergrondinformatie. Ook zijn er mutaties omdat producenten de grondstoffen meer uit de regio halen. Dat verlaagt in veel gevallen de CO₂-footprint per product; een cijfer dat steeds waardevoller wordt voor eindgebruikers, producenten en toeleveranciers.”
‘Ik vind dat we meer kennis met elkaar moeten delen’
“Opvallend is dat de afgelopen 10 jaar productinformatie veel transparanter is geworden. Producenten zien in dat het hen kan helpen bij het verbeteren van hun concurrentiepositie. Ook zijn ze om die reden opener en eerlijker over hoe hun product is opgebouwd; niet omdat ze dat wettelijk verplicht zijn, maar gestimuleerd vanuit een intrinsieke motivatie. De cateraar redeneert zo: ‘Ben je niet transparant? Dan pas je misschien niet bij mij. En als ik te veel moeite moet doen om de voor mij noodzakelijke informatie boven tafel te krijgen, zoek ik wel een ander.’ Transparantie is dus nodig, ook om een bepaalde prijs te rechtvaardigen. In de horeca is hierin nog een wereld te winnen.”
“Gezonde voeding is essentieel om je goed te voelen. Helaas remt de Levensmiddelenwetgeving, ooit ontstaan om eerlijke handel te bedrijven, op dit moment mooie innovaties op het gebied van een gezonder en duurzamer assortiment. Veganistische kaas bijvoorbeeld, mag binnen de Europese Unie na een rechtszaak bij het Hof van Justitie niet meer onder de noemer ‘kaas’ verkocht worden. Vanwege 'verwarringsgevaar'! Producenten moeten zich vervolgens in allerlei bochten wringen om hun nieuwe product in het winkelassortiment te positioneren. Dan moet het ‘broodbeleg met plantaardige olie’ heten ofzo. Ik vraag me werkelijk af of de consument het allemaal nog snapt, de verwarring wordt naar mijn idee alleen maar groter.”
“Welk gezondheidsbevorderend voedselkeuzelogo in Nederland wordt ingevoerd, is een flink punt van discussie. Pas eind van dit jaar maakt het ministerie van VWS bekend welke het wordt: het Britse Verkeerslicht, het Scandinavische Keyhole, het Italiaanse Gaining Health of het Finse Heart Symbol? Geen idee. Het is natuurlijk niet handig dat er zoveel verschillende logo’s en afspraken zijn. Zelfs binnen de Benelux is er geen eenheid. Ondertussen willen producenten en supermarkten er niet meer op wachten. Hak en Nestlé zetten tegen de zin van het ministerie de Nutri-Score nu al op hun producten. En Albert Heijn voegde het in juli toe aan alle producten op hun bestelsite. Ook wij zullen, wat het ministerie ook besluit, de producenten zelf, foodservice en cateraars inzicht gaan geven. We gaan proberen meerdere voedselkeuzelogo’s te laten zien; de algoritmes daarvoor zijn we nu aan het toevoegen. Ons doel is om deze eind dit jaar te kunnen tonen. Dan bestaan we 10 jaar; een mooi cadeautje voor producenten.”
“Ik vind dat we meer kennis met elkaar moeten delen. In de markt zijn veel deskundigen, ook in ons eigen netwerk, alleen bereikt die kennis de producenten vaak niet. Daarom gaan we komend jaar meer organiseren om ze met elkaar in contact te brengen. Nu al geven we workshops voor producenten, want het is best een klus om de juiste info in te voeren én te onderhouden. We leren ze wat het nut en de noodzaak is van het borgen van productinformatie in PS, en hoe je dat helpt bij het positioneren van je product. Maar we bieden ze ook een platform waar ze elkaar kunnen ontmoeten: om van elkaar en elkaars ervaringen te kunnen leren.”
Beeld: ©Koos Groenewold
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2019