Opleiden: Positieve bedrijfscultuur
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Opleiden: Positieve bedrijfs­cultuur

  • 18 november 2014
  • Door: Judith Witte

Vergeer Holland bewijst dat je ook met een ambachtelijk product als kaas heel vernieuwend kunt zijn. Het assortiment is altijd in ontwikkeling. Maar dat niet alleen: ook het personeel is continu in ontwikkeling, krijgt de kans om kennis te delen en vooral: te vergaren. Een taak die in samenwerking met SVO vakopleiding food wordt uitgevoerd.

Vergeer Holland, een familiebedrijf dat al sinds 1934 bestaat, heeft een heldere visie op ondernemen: snel en flexibel inspelen op de wensen van de markt – maar zonder concessies te doen aan kwaliteit en hygiëne. Alles voldoet aan de strengste normen: kwaliteit is voor Vergeer Holland geen eindresultaat - het is een permanent proces van vernieuwing en verbetering.

“Natuurlijk zorgen we ervoor dat we jaar in jaar uit voldoen aan de geldende normen en eisen, maar dan nog blijven we kritisch naar onszelf kijken en leggen we de lat telkens weer iets hoger. Dat geldt ook voor ons personeel. Bij Vergeer Holland werken 550 medewerkers op vier locaties. We geven hen graag de kans om zich verder te bekwamen en te ontwikkelen,” zegt Harrie Groenendijk, Arbo- en Opleidingscoördinator bij Vergeer Holland. “Daarmee willen we een aantrekkelijke werkgever zijn; ook voor jonge nieuwe instromers op de arbeidsmarkt. Verder willen we aan onze klanten kunnen laten zien dat Vergeer Holland aandacht heeft voor het niveau van haar medewerkers.”

Structureel ingebed

Terwijl Groenendijk het uitgebreide opleidingsplan voor productiemedewerkers -waarbinnen de operators een aanzienlijke groep (135 mensen) vormen - op tafel legt, vertelt hij: “We zijn er inmiddels bijna vijf jaar mee bezig. Daarvoor gaven we natuurlijk ook trainingen en opfriscursussen, maar nu is het structureel ingebed in de organisatie. Door het verhogen van het kennisniveau en de algemene ontwikkeling van de medewerkers, ontstaat er een betere onderlinge communicatie, en meer begrip en betrokkenheid bij het bedrijf. Het resulteert in een positieve ontwikkeling van de bedrijfscultuur.” Het opleiden heeft Vergeer Holland voor een groot deel uitbesteed aan SVO vakopleiding food. De beroepscompetentieprofielen zijn specifiek voor de kaasverwerkende industrie beschreven, en de mbo-opleidingen zijn hierop afgestemd. Hans de Mooij, Key Accountmanager van SVO verwoordt de missie kernachtig: “We doen dat waar we het beste in zijn, in de segmenten die we door en door kennen, met als doel: vakmensen ontwikkelen met kennis van producten.”

Afgestemd op de praktijk

SVO vertaalt de opleidingsvraag van de klant naar de praktijk: alle mbo-opleidingen en trainingen zijn dan ook afgestemd met stakeholders in de branche. De docenten en trainers kennen de praktijk en er is een goede samenwerking met andere specialisten, zoals het ROVC. SVO vakopleiding food werkt voor diverse segmenten in de voeding: van versspeciaalzaak en de voedingsindustrie tot supermarkt en out of home/fastservice.

Wat is het nut van opleiden?

Harrie Groenendijk: “Opleiden is noodzakelijk voor het realiseren van efficiënte bedrijfsprocessen. Medewerkers moeten steeds meer in staat zijn alle facetten van hun werkgebied aantoonbaar te beheersen. Door meer vakkennis van medewerkers willen we een verbetering van de OEE cijfers, een vermindering van het uitval en een kwaliteitsverbetering realiseren, zoals verminderen van het aantal klachten en verbeteren van de klanttevredenheid. Opleiden ‘on the job’ heeft tot doel dat de medewerker zo efficiënt mogelijk aan de machine kan werken. Dat leidt tot betere resultaten en minder uitval. Medewerkers met ervaring geven nieuwe medewerkers de machinetraining. Hier zie je echt dat talenten komen bovendrijven.”

Hans de Mooij, SVO: “Onze klanten investeren met opleiden in hun bedrijf en in hun medewerkers. Dat levert veel op: producten worden beter, verdieping van de productkennis, de klanttevredenheid stijgt en het aantal klachten daalt. En dat geeft een financieel voordeel: hogere productiviteit, minder ziekteverzuim, minder loonkosten en stijging van de omzet en het resultaat. Eén klant benoemde dit treffend: ‘Niet laten leren kost kapitalen’. Het opleiden doet ‘iets’ met medewerkers. Daarvoor krijg je ook wat terug. Door het opleiden van personeel groeit de betrokkenheid én het verantwoordelijkheidsgevoel van medewerkers. Dit heeft een positief effect op het behoud van personeel.”

Wat vindt u van de stelling: ‘Kennis bijbrengen lukt nog wel, maar zorgen dat operators écht gaan nadenken is een grote uitdaging.’

Harrie: “Ja, dat is wel zo. Maar daar zijn de mbo-opleidingen voor: wij merken dat onze mensen er zelfbewuster door worden, ze gaan vragen stellen en meedenken. Voor de operators is de mbo-opleiding niet verplicht, er zitten ook oudere operators tussen die hun werk goed doen, maar geen opleiding meer willen doen. Onze doelstelling is toch wel dat 80% van de operators de opleiding gedaan heeft. Sinds we gestart zijn, zingt het rond. Daar hoef je niet zo ontzettend veel voor te doen. De laatste keer dat er weer plek was voor een groep, hebben zich er 35 vrijwillig aangemeld. Ik zie die 80% wel zitten. We hebben nu zo’n 40% bereikt.”

Kan iedereen meedoen?

Harrie: “Om deel te nemen aan de vrijwillige mbo-opleidingen, is allereerst goedkeuring nodig van de afdelingsleiding. Natuurlijk wordt er gekeken naar de motivatie en het taalniveau: meer kennis van de Nederlandse taal bevordert de communicatie en het begrip voor elkaar en is daardoor ook direct van invloed op de productieresultaten. Er geldt een verplicht niveau bij de start van de opleidingen: Assistent Voedingsindustrie (VA): 1F; Operator Voedingsindustrie (VO): 2F; Meewerkend Voorman Voedingsindustrie (MWV): 2F+.”

Zijn de doelen haalbaar en de inspanningen aanvaardbaar?

Hans: “Ja, maar er zijn wel randvoorwaarden. Het management moet de opleidingen noodzakelijk achten, en van toegevoegde waarde voor het bedrijf en zijn medewerkers zijn; nu en (met name) voor de toekomst. Er moeten voldoende mogelijkheden zijn om de medewerkers bepaalde opleidingen onder werktijd of gedeeltelijk onder werktijd te laten volgen. Dat betekent flexibel omgaan met het beschikbaar stellen van tijd. Ook is het prettig als er middelen en faciliteiten beschikbaar zijn; een instructieruimte, trainers etc. Wij vinden het belangrijk dat er perspectief is en waardering voor de medewerkers die met goed gevolg een cursus of opleiding hebben afgerond. Als deze waardering daadwerkelijk en aantoonbaar aanwezig is, zal dit een stimulans zijn voor de medewerkers om met name de mbo-opleidingen te volgen.”

Hoe zijn de opleidingen bij Vergeer Holland georganiseerd?

Harrie: “Bij onze opleidingen zijn betrokken: de afdelingschefs en de teamleiders, eventueel aan te stellen (gediplomeerde) praktijkopleiders, de opleidingscoördinator, de afdeling P&O (Personeelsfunctionaris van de betreffende afdeling), procesmedewerkers Kwaliteit, interne instructeurs machines Vergeer Holland, SVO vakopleiding food, ROVC en andere opleiders. De opleidingen voor productiemedewerkers, operators en teamleiders worden incompany en deels op vrijwillige basis (eigen tijd medewerker) gegeven. Klassikale lessen binnen de mbo-opleidingen vinden plaats buiten werktijd, die uren worden niet gecompenseerd. Wel betaalt Vergeer Holland de opleiding, en krijgt de werknemer

Hans: “In het algemeen vormen de functies in het bedrijfsleven, nu én in de toekomst, het uitgangspunt van onze opleidingen. BBL-opleidingen zijn combinatievormen van werken en leren. Het leren gebeurt tijdens het werk onder begeleiding van een praktijkbegeleider; de lesdagen worden verzorgd door SVO. De student wordt vanuit SVO begeleid door een mentor. Voor een mbo-opleiding moet het leerbedrijf erkend zijn. SVO verzorgt de erkenning voor het bedrijf en leidt de praktijkopleider kosteloos op.”

Bron: Vergeer Holland