Ongedierte-dicht bouwen
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Ongedierte-dicht bouwen

  • 18 november 2014
  • Door: Cordy Volkers

Een steeds belangrijker aspect binnen het voedselveilig bouwen is het weren van ongedierte; een moeilijk bestuurbaar element binnen een fabriek. Maar niet onmogelijk. Cordy Volkers, projectleider bij Bessels architekten & ingenieurs in Twello, geeft tips.

Met ruime ervaring in het ontwerpen en het begeleiden van de bouw van foodfabrieken, kennen wij het ‘klappen van de zweep’. ‘Voorkomen is beter dan genezen’: onze aanpak is erop gericht het gebouw en het terrein tot en met de directe omgeving zodanig te kiezen, vorm te geven en te detailleren, dat ongedierte zoveel mogelijk wordt geweerd.

Het Bouwbesluit

In het Bouwbesluit, de standaard regelgeving voor de bouw, is opgenomen dat het binnendringen van ratten en muizen moet worden tegengegaan. Hiervoor zijn standaardoplossingen op de markt. Wie zich echter realiseert dat een muis tot 90 cm. en  een rat tot 1,2 meter kan springen, dat een rat in een verticale rioolleiding tot 12 meter kan klimmen en een muis door gaatjes van 5 tot 6 mm. kan kruipen, is het goed bij een voedingsmiddelenbedrijf verder te kijken dan die standaardoplossingen. Een van de praktijkoplossingen is bijvoorbeeld het toepassen van een keerklep in de riolering, een grindstrook voor het pand aanleggen, en een kerende voorziening aan de gevel van een gebouw bevestigen tot een diepte van minimaal 90 cm (ratten graven een tot 90 cm diep gangenstelsel).

Eisen

Naast de regelgeving vanuit het Bouwbesluit zijn voedingsmiddelenbedrijven wettelijk verplicht aan de HACCP-eisen te voldoen. Ook de certificerende instanties als BRC, IFS-food, AIB, Tesco e.a. stellen hun eisen betreffende de ongediertebestrijding. Dit gaat veel verder dan alleen het bestrijden van ratten en muizen. Bessels Architekten & Ingenieurs hanteert een systeem waarbij van grof naar fijn wordt gekeken waar de problemen kunnen ontstaan, en welke oplossing hiervoor afdoende is.

Op afstand houden

Wering van ongedierte (op afstand houden) betekent nadenken over terreinafscheidingen en de dichtheid hiervan. Aan het pand kun je insectenwerende verlichting plaatsen. En wat te doen met de beplanting? Vanuit bijvoorbeeld het beeldkwaliteitsplan kunnen eisen worden gesteld over het toepassen van beplanting op een kavel. Overweeg dan in ieder geval aanplant van groen met weinig bladverlies, die geen vervuiling aan gevels geeft en geen aantrekkingskracht op insecten heeft.

‘Kabel- en leidinggoten vormen dikwijls ‘de A1 autobaan voor ongedierte’

De gevel

Het is belangrijk om ervoor te zorg dat er geen schuilplaatsen en geen openingen in de gevel zijn. Is er toch een opening noodzakelijk, pas dan een ‘anti kruipend insect-rooster’ (mesh) toe. Hier zien we soms een tegenstrijdigheid ontstaan, bijvoorbeeld binnen de BREEAM-certificering: de ecoloog adviseert op het terrein een nestkast te plaatsen voor vogels. Plaats dan bijvoorbeeld een vleermuizenkast, dan is de vervuiling en de overlast minimaal. En het levert ook nog subsidie op!

Afval

Waak ook voor afval en/of voedselresten. Bouwkundig is de schoonmaakbaarheid en het toepassen van schuine en gladde vlakken een veel geziene oplossing. Een goed schoonmaakprotocol is vervolgens noodzakelijk om aan de bovengenoemde regelgeving te voldoen.

Vocht en temperatuur

Dat je geen voedingsbodem moet creëren voor schimmels, bacteriën en ongedierte lijkt logisch. Maar hoe voorkom je het actief? Richt de ruimteventilatie dusdanig in dat er geen condensvorming ontstaat, en er geen dode hoeken met stilstaande lucht zijn. Denk hierbij ook aan producten in stellingen. Plaats ook de onderste pallet van de vloer, zodat hier geventileerd kan worden.
Ook belangrijk: pas een lage temperatuur toe. Beneden 15°C is de ontwikkeling van insecten nihil. Buiten de koelruimtes is dit ook voor de opslag van afval een uitstekende oplossing.

'Meer dan alleen rattenbestrijding!'

Paraktijkvoorbeelden

  • Recent leverde Bessels architekten & ingenieurs een banketfabriek op waarbij zij een zogenaamde blowerdoortest hebben laten uitvoeren vanwege de BREEAM-certificering. Met deze test wordt het gehele gebouw op boven- en/of onderdruk gezet, waardoor de lekken en openingen in de wanden, het dak en de vloeren met rook zichtbaar worden.
  • Bij een uitbreiding van een bestaand gebouw ontstaat vaak een spouw tussen de bestaande en de nieuwe gevel. Mocht er ooit een opening naar deze holle ruimte ontstaan, dan is de kans groot op een muizenplaag, of dat dit een broedplaats voor insecten wordt. Het laten vervallen van deze ‘onbeheerste holle ruimte’ kost geld en aandacht. Het is echt verstandig te overwegen om hier extra geld in te investeren. Als de holle ruimte op een enkele plaats echt niet is te voorkomen, zorg dan in ieder geval voor een inspectieluik -liefst aan de buitenzijde van het gebouw- om de beheersing en/of bestrijding goed uit te kunnen voeren.
  • Kabel- en leidinggoten vormen dikwijls ‘de A1 autobaan voor ongedierte’. Vaak bevindt deze snelweg zich op een onbereikbare plaats waar makkelijk vuilophoping kan plaatsvinden. Oplossing voor deze problematiek is het toepassen van een sanitair beloopbaar plafond. Hiermee kunnen alle kabels en leidingen boven dit plafond, dus buiten de procesruimte worden geïnstalleerd. (Bijkomend voordeel is dat het onderhoud buiten de ruimte mogelijk is.) In de ruimtes zelf kunnen dan uitsluitend verticale leiding– en kabelgoten worden toegepast.

Tot slot

Het is de grilligheid van de consument c.q. de retailers die gaat bepalen waaraan wij op termijn moeten voldoen. Een sluitende oplossing voor de bestrijding van ongedierte is op dit moment heel lastig. Daarom is beter om al in de planvormingsfase fouten te voorkomen en zorgvuldig te kiezen voor de juiste oplossingen.

www.bessels.com

Bron: Portret: Bessels, muis: ©iStock.com/fotojagodka