Ik houd van een schoon en opgeruimd huis. Het is helaas niet eenvoudig dat te realiseren. Ik heb namelijk, zoals u wellicht inmiddels weet, drie pubers in huis. Zij zijn (net als zoveel andere 12-14 en 16-jarigen) een kei in het afwezig reageren op de essentiële issues rondom mijn opruim-wens (eis). Vragen over het opruimen van rondslingerende schoenen en tassen, het maken van huiswerk of het verschonen van de kattenbak, worden meestal beantwoord met een ‘Jaha… doe ik straks…’ (precies eigenlijk zoals in NIX-campagne). Waarna er meestal niks gebeurt.
Om het drietal een helpende hand te bieden, reik ik eenvoudige oplossingen aan, voor hoe je je eigen kamer enigszins opgeruimd houdt, of voor het maken - en vóór middernacht afkrijgen- van het huiswerk. Het zijn naar mijn idee eenvoudige, praktische tips & tricks als ‘gooi je vuile was in de wasmand in plaats van op de grond’, en ‘ga als je thuiskomt uit school gelijk aan je huiswerk.’ Het werkt niet. Doorgaans blijken het allesbehalve passende oplossingen voor mijn kroost. Ze slaan mijn adviezen achteloos in de wind.
Of zit het anders?, vroeg ik mezelf af. Heeft de afwijzing van mijn oplossingen misschien meer te maken met het feit dat wij geen overeenstemming hebben over het probleem? Sterker: in hun ogen ís er helemaal geen probleem. Weet ik wel wat voor hún echt belangrijk is?
In een bedrijf geldt dit allemaal natuurlijk ook. Dat wat in mijn (en zoveel andere gezinnen) gebeurt, is feitelijk een micro-weergave van het wel en wee in een grotere organisatie. De oorzaak van frustraties en de miscommunicatie ligt vaak in niet-gedeelde verwachtingen. Ook bij de reinigings- en desinfectie-werkzaamheden in een foodfabriek is dit een cruciaal punt, zo blijkt uit diverse verhalen in deze editie.
De oplossing? Praat met elkaar! Niet alleen via een app, mail of overdrachtsboek, maar ook face-to-face. Dat hoeft echt niet in ellenlange vergaderingen. Wél via een geregeld overleg. Vertel wat je verwacht van de schoonmaak, luister goed naar wat zij van jou verwachten, maak duidelijke afspraken met elkaar.
Kortom: zie elkaar staan, loop niet langs elkaar heen. Dat werkt in mijn micro-bedrijf momenteel wonderlijk goed.
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2018