Als medewerker in een levensmiddelenbedrijf weet jij als de beste dat je hygiënisch moet werken. HACCP, reiniging en desinfectie en registraties kennen voor jou geen geheimen. Maar zeg eens eerlijk: gaat onderstaande gedachte echt nooit door je hoofd?
“Ach, zo nauw komt het niet met die schoonmaak. Ik moet de productiecijfers van deze week halen! Eén poetsbeurtje minder zal niemand merken.”
Om de productiecijfers te halen, werk je jezelf het snot voor de ogen (wat dan hopelijk niet in het product valt dat net over de lijn - die je toch al niet zo goed had schoongemaakt- komt). Aan het eind van de dag ga je met een tevreden gevoel naar huis. Je hebt lekker gewerkt, de targets zijn gehaald. Tot je op een dag op het werk komt en iedereen in rep en roer is.
Geschrokken vraag je wat er aan de hand is. Een collega vertelt dat een consument is overleden na het eten van een product dat uit jullie fabriek komt. De NVWA staat op de stoep. Alle producten moeten worden teruggehaald uit de supermarkten. Op het televisiescherm in de kantine komt het nieuwsbericht voorbij; je bedrijf is ineens trending topic, wat in dit geval helaas helemaal geen goed teken is. Het management is in alle staten. Wat als er nog meer consumenten ziek worden of overlijden? Zou het bedrijf dit voedselveiligheidsschandaal nog te boven komen?
Ongemakkelijk achter je oren krabbend vraag je jezelf af of jij dit schandaal had kunnen voorkomen; als jij die dag dat je zo met de targets bezig was, misschien wat beter had gepoetst. Je neemt jezelf voor om de volgende keer (áls die er komt, want jouw bedrijf staat zo ongeveer op instorten) netjes het schoonmaakschema te volgen. Dat kwaliteit voor kwantiteit gaat, heb je nu wel ondervonden. Met een beetje geluk denkt het management hier inmiddels ook zo over.
Marlous van Drunen
Normec Foodcare
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2022