Ik eet een haring. Dat is gezond, zo is mij verteld. Ik vind het vooral lekker. Ik hoef mijn ogen maar te sluiten, en de smaak voert me terug naar die warme zomerdag aan het strand. Wat smaakte dát visje goed. Om bij weg te dromen…
Smaak is herinnering, een complex samenspel van factoren. Veranderlijk ook. Ik was bijvoorbeeld altijd dol op Franse kaas. Hoe zachter van structuur en scherper de smaak, des te beter. Tot er enkele jaren geleden zomaar wat veranderde. Ik werd er opeens misselijk van. Nu smaken al die kazen naar zeep.
Hoeveel mensen door corona last hebben van geur- en smaakverlies, is niet precies bekend. Schattingen lopen uiteen van 30-90%. Niets proeven is voor veel mensen deprimerend. Het heeft eigenlijk maar één voordeel (voor mensen die willen afvallen): alle drang om te snoepen en snacken verdwijnt ook.
Corona drukt ons genadeloos op allerlei feiten. Zoals hoe belangrijk onze gezondheid is. Een essentiële sleutel naar een gezond lijf is een gezond voedingspatroon. Wat wel of niet gezond is? Daar is helaas geen eenduidig antwoord op. Net als smaak verschilt dat van persoon tot persoon. We weten wel wat óngezond is. En dat de verleiding van die producten vaak zo groot is. Daarom willen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Ede dat wetten en regels worden aangepast om het aanbod van ongezond eten te kunnen beperken en zo obesitas aan te pakken. Ingrijpen is nodig, zeggen ze, want de helft van de Nederlandse bevolking is te zwaar.
Ook in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen zijn talrijke voorstellen opgenomen om het huidige systeem van voedselproductie en -consumptie bij te sturen naar gezonder en duurzamer. Wat betekent dat voor de sector, van boer tot bord? Het economisch belang van de agrifoodsector voor Nederland is groot: wil jij weten hoe de politieke partijen naar (de toekomst van) ons voedsel kijken, wat ze te vertellen hebben over de werkgelegenheid en wat de plannen zijn om onze (internationale) concurrentiepositie te behouden en versterken? Volg dan het Voedselverkiezingsdebat op 23 februari. Nee, niet lekker dicht op elkaar in een zaaltje natuurlijk. Het moet online, via een livestream. Het is niet anders, maar wat mis ik de gewone nabijheid van andere mensen. Lichamelijk contact, een omhelzing, een zoen.
“Hé!” roept mijn dochter achter me. “Hoor je mij wel?” Huh, wat? Ik kijk verdwaasd op. “Ja, of je worst lust! Ik zit hier een heel verhaal te vertellen…” Worst, herhaal ik in gedachten. Ja, worst lust ik gelukkig ook nog steeds.
Judith Witte
[email protected]
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2021