Jeuk in m’n portemonnee
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Jeuk in m’n portemonnee

  • 16 mei 2023
  • Door: IJsbrand Velzeboer

De prijsverhogingen en stijgende winstcijfers van zowel de supermarkten als de multinationals laten we even buiten beschouwing. Veel pijnlijker en vaak ongemerkt voor de consument is de pijn die een doorsnee voedingsmiddelenproducent lijdt als gevolg van het uitknijpgedrag van de inkopers van de supermarktorganisaties. 

Het maakt niet uit met wie ze te maken hebben. Blauw, geel, rood of discounter; ze zijn allemaal even erg. Het zijn de fabrikanten die jeuk krijgen op een plaats waar ze dat niet willen: hun portemonnee.

‘Wij zijn de goedkoopste!’

Dit is wat bijna alle supermarkten momenteel kraaien. Prijsvergelijkers zoals de Consumentenbond en Foodwatch laten soms zien dat de hardste schreeuwers juist de duurste supers zijn. Het is vaak moeilijk te controleren wie er gelijk heeft. Geschreeuwd wordt er zeker. Niet alleen in de reclamefolders, maar vooral in de achterkamertjes waar de prijsonderhandelingen plaatsvinden. 

Schaamteloos

Uiteraard zijn de inkoopwaarden vertrouwelijk en daardoor uiterst ondoorzichtig. Een rondgang onder producenten laat duidelijk zien hoe schaamteloos de voorwaarden zijn opgesteld. Juridisch gezien lijkt er niets aan de hand omdat beide partijen een overeenkomst sluiten. Er is één grote adder onder het gras. De bepalingen mogen niet in strijd zijn met een splinternieuwe ‘OHP’ die op 1 november 2021 is ingegaan ter bekrachtiging van de EU richtlijn 2019 633. Deze nieuwe wet tegen ‘Oneerlijke Handelspraktijken’ is voer voor gehaaide juristen die naar mijn mening veel inkoopcontracten van de supermarkten ongeldig kunnen verklaren omdat zij in strijd zijn met de wet. Dit is te vergelijken met het idee dat ik met mijn buurman een contract opstel om de buit van onze bankoverval 50-50 te verdelen. Na een succesvolle afloop geef ik hem 10%. Buurman heeft geen poot om op te staan, omdat ons contract tegen de wet is. 

Voorbeelden van onredelijke bepalingen

  • De betalingstermijn van tot wel 90 dagen is volstrekt onredelijk. Voor kleine ondernemingen wordt nog wel eens een uitzondering gemaakt van 30 dagen. Alles wat je als consument ziet in de supermarkt, is niet eens hun eigendom terwijl jij wel direct mag afrekenen. Dit levert een gigantische winst op voor de supermarkt wat ten koste gaat van die van de producent die een moeilijk gesprek met de bank moet voeren omdat zijn solvabiliteit in de knel komt. 
  • Wachttijd bij grondstof-prijsstijgingen en een korte correctietijd bij dalende prijzen. Tja, dan had de producent maar betere prijzen op de termijnmarkt moeten bedingen. Bedrijven die een verzoek doen om de prijs te verhogen worden doodleuk in de wacht gezet voor een paar weken. “We bellen u wel terug.” Dit is een van de redenen waarom sommige producten tijdelijk uit het schap verdwijnen. De supermarkt wordt drooggezet heet het dan.
  • Extra kosten voor de producent. Die zijn talrijk. Kwaliteitskosten van rond 1%, meebetalen aan de folders, extra korting geven voor de ‘2 halen 1 betalen’ acties. Aanvullend onderzoek op de producten wordt doorberekend. Dit zijn veelal bedragen met meer dan drie nullen vóór de komma. 
  • Een correctiefactuur vragen met daarin een nieuwe betalingstermijn. Een zeer gemene truc die ervoor kan zorgen dat het soms 100 dagen duurt eer er betaald wordt.
  • Onafhankelijke audits laten uitvoeren bij de producent, ondanks het feit dat men certificaten heeft van de bekende voedselveiligheidsschema’s zoals BRC en IFS die oorspronkelijk bedoeld waren om overbodige controles te vermijden. De rekening betaalt uiteraard de producent. 

In mijn boek ‘Leugens op mijn bord’ besteed ik vanaf pagina 13 uitgebreid aandacht aan de inkoopvoorwaarden. 

Hoe kan dit verbeterd worden?

  • Doodeenvoudig door relationeel in te kopen. Als er een gezonde relatie is tussen verkoper en inkoper, zullen veel problemen snel opgelost kunnen worden, vaak telefonisch. Basisvoorwaarde is dat de inkoper verstand heeft van de producten die hij inkoopt. Die is vaak totaal afwezig. Zo’n category manager rouleert met andere collega’s zodanig dat er geen gezonde zakelijke relatie mag ontstaan, lijkt wel. De inkoper zuivel gaat na een paar jaar naar cosmetica en later verder naar brood en banket. Om de onkunde te verhullen, worden zeer lijvige contracten opgesteld die door wantrouwen zijn gevoed. Een doorsnee contract omvat snel 400 pagina’s. Heb je even tijd om de veranderingen te ontdekken in het nieuwe contract?
  • Door transparantie in de keten stimuleren. Ook bij de producent zal de opbouw van de kostprijs duidelijk moeten zijn met daarbij de gewenste winstmarge. 
  • Overstappen naar ISO 22.000 met daaronder gehangen het FSSC 22.000 programma. Die kent veel voordelen, waar ik in de volgende editie van vakblad Voedingsindustrie op terug zal komen. 

www.scientanova.com

Beeld: ©Setthawuth/shutterstock.com

Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2023