Herformulering: effect voor iedereen
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Herformu­lering: effect voor iedereen

  • 07 februari 2017
  • Door: Hans Reichart

Jantine Schuit, hoofd van het centrum Voeding, Preventie en Zorg van het RIVM en bijzonder hoogleraar Gezondheidsbevordering en Beleid aan de Vrije Universiteit, heeft als voorzitter van de Wetenschappelijke Advies Commissie van het Akkoord Verbetering Productsamenstelling een centrale rol in de bewaking van de gemaakte afspraken. Hoe staat het ervoor?

In de ambitie een vitale samenleving te bereiken, speelt voeding een cruciale rol, stelde Edith Schipper minister van VWS in een recente brief aan de Kamer. ‘In 2020 moet het makkelijk zijn om dagelijks maximaal 6 gram zout en maximaal 10 energieprocent verzadigd vet en minder calorieën te consumeren’. De overheid, makers en verkopers hebben afgesproken de samenstelling van eten en drinken daartoe aan te passen: het Akkoord Verbetering Productsamenstelling.

Wat is het terrein van uw onderzoek?

“Wij onderzoeken welk beleid effectief bijdraagt aan de gezondheid van mensen. Hierbij onderzoeken we vooral beleid van andere sectoren dan de volksgezondheid zelf. Welke aanpak op het gebied van bijvoorbeeld transport, ruimtelijke inrichting of voedsel werkt het best? Hoe krijgen we mensen uit de auto en op de fiets, hoe maken we de gezonde keuze makkelijker en hoe richt je een wijk zo in dat kinderen buiten willen en mogen spelen? Helpt het als je de prijs van groenten en fruit verlaagt en alcohol en tabak via accijns duurder maakt? Met welk beleid helpt de overheid mensen langer gezond te leven en worden kosten beperkt?”

U bent voorzitter van de Wetenschappelijke Advies Commissie (WAC) voor het Akkoord Verbetering Productsamenstelling. Wat is de rol van die commissie?

“In het Akkoord uit 2014 hebben overheid en fabrikanten, supermarkten, cateraars en horeca afgesproken om de hoeveelheid suiker, zout en vet in producten te verlagen. Het is een Nederlands initiatief, maar je ziet dat steeds meer landen dit ook gaan doen. De WAC gaat na of de afspraken die de ketenpartijen van een bepaalde productgroep maken voldoende ambitieus zijn om de in het Akkoord gestelde doelen in 2020 te behalen - per dag maximaal 6 gram zout, maximaal 10 energieprocent verzadigde vetten en minder energie consumeren. Als het aanbod dat makkelijk maakt voor de consument, zal dat leiden tot minder diabetes, overgewicht en hart- en vaatziekten. We gaan ook na of de fabrikanten snel genoeg vorderen met de reductie en we kijken ook of er voor de juiste productgroepen wordt gekozen. De grootste gezondheidswinst is immers te behalen als vermindering van het zout, suiker en vet wordt gedaan in productgroepen die het meest aan de inname hiervan bijdragen.”

Zullen de reductiedoelen gehaald worden?

“Er wordt hard gewerkt aan de herformulering van productgroepen, maar volgens de WAC gaat het nog niet snel genoeg. De doelen voor 2020 gaan we in dit tempo niet halen. Als we de doelen willen halen, moeten de reducties ambitieuzer en het tempo waarin nieuwe afspraken worden gemaakt binnen de productgroep hoger. Ook moeten er voor meer producten  afspraken gemaakt worden, onder meer voor producten binnen de  categorie van koek & banket. We begrijpen natuurlijk dat de reductie stapsgewijs moet gebeuren en zo geleidelijk dat de consument het niet merkt, of in ieder geval het product niet minder lekker vindt. We willen per slot van rekening niet dat deze zelf zout gaat toevoegen. De commissie stelt dan ook voor om de reductiedoelen voor een langere termijn, te maken met tussendoelen, bijvoorbeeld voor 2, 4  en 6 jaar, zodat beter is te zien of het gestelde reductiedoel op de lange termijn gehaald kan worden. We zien verder dat in de foodservice meer te bereiken is door verdere beperking van zout, suiker en vet in het aanbod. Het zou goed zijn als de productherformulering binnen de levensmiddelen industrie gepaard gaat met veranderingen in het aanbod vanuit de cateraar en horeca.  Overigens heeft de commissie uitsluitend een adviserende rol, de stuurgroep van vertegenwoordigers van VWS, FNLI, CBL, Veneca en KNH, het ministerie en de brancheorganisaties, is verantwoordelijk.”

‘Als we de doelen willen halen, moeten de reducties ambitieuzer’

__________________________

Jantine Schuit

Jantine Schuit (1964) promoveerde op onderzoek naar het effect van een bewegingsprogramma op risicofactoren voor hart- en vaatziekten bij ouderen. Sinds 1997 werkt zij bij het RIVM. Zij onderzoekt de kosteneffectiviteit van preventie en zorg en ‘healthy ageing’. Sinds 2007 heeft Jantine Schuit de leerstoel Gezondheidsbevordering en Beleid aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hier verzorgt zij onderwijs doet onderzoek naar de effectiviteit van leefstijlinterventies en gezondheidsbeleid.

__________________________

Is reductie haalbaar voor alle fabrikanten?

“Er zijn voor sommige producten technologische beperkingen voor verregaande reducties en we horen dat vooral kleinere bedrijven niet altijd de benodigde technologie in huis hebben. Grotere bedrijven hebben wel vaker de middelen voor technologische innovaties. We onderzoeken binnen Europa wat de mogelijkheden zijn om technologische kennis te verzamelen en beschikbaar te stellen aan bedrijven die werken aan reductie. We willen niet de nadruk leggen op wat nog niet goed gaat, maar we proberen ook te laten zien hoe het beter kan.”

Is de verbetering van de productsamenstelling de beste route naar een gezondere consumptie?

“De verbeterde samenstelling heeft effect voor iedereen. Met informatie,en logo's,  bereik je vooral de mensen die toch al geïnteresseerd zijn in voeding. Het duurder maken van producten via belastingen op ingrediënten als suiker of vet is in sommige gevallen ook effectief, maar beslissingen daarover zijn politieke keuzes.”

Gaat het volgens u de goede kant op met voeding en gezondheid in Nederland?

“Er zijn gunstige en ongunstige ontwikkelingen. Uit de laatste voedselconsumptiepeiling van het RIVM zien we bijvoorbeeld dat kinderen meer groenten en fruit eten en dat is positief. Ook zijn de Nederlanders minder vetten en vlees gaan eten in de afgelopen vijf jaar. Maar er zijn ook trends met een negatief effect op de gezondheid. Er worden bijvoorbeeld meer kant en klaar sauzen en kruidenmixen gegeten, wat een ongezonde ontwikkeling is. Dat mensen minder tijd hebben om te koken heeft tot gevolg dat zij vaker samengestelde producten kiezen, en dat kan tot gevolg hebben dat zij meer zout consumeren.”

Wordt in 2017 gezondheid het belangrijkste voedingsthema?

“Gezondheid is voor veel mensen weliswaar een belangrijk thema, maar volgens mij is de veiligheid van ons voedsel het belangrijkst voor de consument. Daarachter zie je een groeiende aandacht voor de duurzaamheid; een thema dat ook het RIVM, en in toenemende mate de voedingsmiddelenindustrie, belangrijk vindt.”

Bron: ©Ton Kastermans Fotografie