Kritischer dan ooit wordt er door de maatschappij naar voedselproducerende bedrijven gekeken. De meeste verkiezingsprogramma’s onderstrepen de noodzaak van een voedselbeleid en vinden dat dit beleid nauw moet samenhangen met duurzaamheid. Wat moet er veranderen? Welke oplossingen zijn er? Waar liggen mogelijkheden en kansen, waar de valkuilen?
Eind 2016 verschenen er talloze rapporten en studies, bomvol analyses van de stand van zaken, ambities en aanbevelingen met betrekking tot ‘ons voedsel’. Politieke partijen, consumentenorganisaties, kennisinstellingen: iedereen er heeft anno 2017 een mening over. Dat het onderwerp leeft, bleek ook wel uit de opkomst tijdens het ‘Nieuwjaarsdebat Voedsel’ begin januari in Nieuwspoort, Den Haag. De locatie was tot de nok toe gevuld met vertegenwoordigers van ministeries, het bedrijfsleven en de politiek. Een meerderheid van de politieke partijen is zelfs voor het oprichten van een nieuw ‘Ministerie van Voedsel’.
Een overgrote meerderheid in politiek, bedrijfsleven en wetenschap is het erover eens dat het anders moet. De urgentie voor een andere aanpak van de voedselproductie is groot. In één generatie groeit de wereldbevolking naar verwachting met ruim twee miljard mensen. Tegelijk neemt de welvaart wereldwijd toe, gaan mensen in toenemende mate in steden wonen en verstedelijkt het landschap. Er is daarom eenvoudigweg méér voedsel nodig, terwijl we zuiniger moeten omgaan met grondstoffen en energie. Er wordt gezocht naar andere voedselbronnen, naar gezondere alternatieven, naar oplossingen voor het tegengaan van verspilling. Bij werkelijk álles wat met de productie van voedsel te maken heeft, komt het thema ‘duurzaamheid’ om de hoek kijken.
De ‘Monitor Duurzaam Voedsel 2015’ (publicatie 15-11-2016) laat zien dat de consumentbestedingen aan duurzaam voedsel alweer zijn gestegen. De Nederlandse consument besteedde in 2015 bijna € 3 miljard aan duurzaam voedsel. Dat is een stijging van +12% ten opzichte van 2014, terwijl de totale voedselbestedingen in 2015 ‘slechts’ met 5% toenamen. Het marktaandeel van duurzaam voedsel in de totale voedselbestedingen in Nederland kwam daarmee in 2015 uit op 8%. Steeds vaker geeft de Nederlander niet alleen als burger, maar ook als consument, de voorkeur aan voedsel dat op een duurzamere wijze geproduceerd is. Er is dus draagvlak.
Een meerderheid van de partijen en bezoekers aan het ‘Nieuwjaarsdebat Voedsel’ was overtuigd van de grote kansen voor de Nederlandse agri-food sector als deze klimaatneutraal en circulair gaat produceren. Daarmee kan de sector tot de meest concurrerende van de wereld gaan behoren, denken de deelnemers aan het debat unaniem. De discussie ging vooral over de termijn waarop de transitie rond moet zijn. Sommige vinden ‘binnen 10 jaar’ haalbaar, anderen noemen 20 jaar realistisch. “Tien jaar klinkt ambitieus,” zei Martin Scholten van Wageningen UR, “maar is wel realistisch en tevens noodzakelijk. De Nederlandse sector is innovatief genoeg.” Volgens de politici moet er door de overheid miljarden geïnvesteerd worden om deze transitie te faciliteren; net zoals nu gebeurt bij de transitie naar duurzame energie.
Op 21 november 2016 gaven Martijn van Dam en Edith Schippers een overzicht van wat er bereikt is na het uitbrengen van de ‘Voedselagenda voor veilig, gezond en duurzaam voedsel’ (publicatie oktober 2015). In de Voedselagenda werden vele ambities geformuleerd wat de Nederlandse landbouw, voedingsmiddelenindustrie en kennisinstellingen moeten doen om voorop te blijven lopen in de ontwikkeling van gezond en duurzaam voedsel. Er is veel gedaan afgelopen jaar, vinden Van Dam en Schippers. Zo heeft Nederland tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap op het gebied van gezonde voeding prioriteit gegeven aan het verminderen van suiker, zout en (verzadigd) vet in voedsel en is er in Europa hierover een beweging tot stand gebracht. Het Voedingscentrum heeft een nieuwe Schijf van Vijf uitgebracht om de consumenten te helpen bij het kiezen van gezondere maaltijden. En de Alliantie Verduurzaming Voedsel en het ministerie van Economische Zaken lieten een verkenning uitvoeren rondom het thema ‘ketentransparantie’, waarin de vraag centraal stond hoe bedrijven consumenten nog beter van informatie over producteigenschappen, herkomst en certificering kunnen voorzien. Van etiket tot digitale productinformatie en van keurmerk tot website of app; alles is onder de loep genomen. Onderzocht werd hoe bestaande informatiestromen in de voedselketen verbeterd kunnen worden en wat er meer nodig is. Klik hier voor een samenvatting van het rapport ‘Een reis door de keten’ (publicatie 8-12-2016) met de belangrijkste analyses en adviezen.
Eind 2015 hebben 193 landen in VN-verband overeenstemming bereikt over 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (The Global Goals) die in 2030 moeten zijn bereikt. En in april jl. ondertekende de EU het Klimaatakkoord van Parijs. Om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen wordt ook van de voedselketen – van boer tot consument- een belangrijke inspanning verwacht. Voor Nederland is het voorstel dat sectoren die niet onder de emissiehandel vallen, waaronder de landbouw, transport en lichte industrie, hun gezamenlijke uitstoot voor 2030 reduceren met 36%.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderzocht hoe Nederland ervoor staat op de genoemde 17 duurzame doelen en bracht in november 2016 de resultaten naar buiten. Nederland doet het over het algemeen goed, aldus het CBS. Toch blijven we op belangrijke punten steken, of lopen we op bepaalde doelen achter in vergelijking met de landen om ons heen. Aandachtspunten zijn duurzame landbouw, CO2-uitstoot (Nederland is nummer één op het gebied van fosfaatuitstoot), circulaire economie, armoede en gelijkheid tussen man en vrouw.
In een circulaire economie kan de economie groeien, terwijl het grondstoffengebruik en de hieraan gerelateerde milieudruk afnemen. In september 2016 lanceerde de overheid daarom het rijksbrede programma ‘Circulaire Economie – Nederland circulair in 2050’. De ambitie van het programma is om in 2030 vijftig procent minder nieuwe grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) te gebruiken, en om in 2050 volledig circulair te zijn. In het rapport staat welke initiatieven zijn ingezet op het gebied van verduurzaming van handelsketens, regionale teelt, eiwittransitie, het sluiten van (nutritionele) kringlopen en optimaal gebruik van reststromen.
De waarde van de natuur en alle diensten die de natuur aan de mens levert wordt ook wel samengevat in de metafoor ‘natuurlijk kapitaal’. Daarmee worden de op aarde aanwezige natuurlijke hulpbronnen bedoeld die bij duurzaam gebruik tot in lengte van jaren diensten kunnen leveren. Denk aan waterzuivering, natuurlijke plaagbescherming, plantbestuiving en koolstofvastlegging. In de studie ‘Ondernemen met natuurlijk kapitaal in de voedselsector (door Lienen, F. van, Egmond, P. van & Veldhuis, C.) die eind 2016 verscheen, staat de vraag centraal hoe ondernemers in de voedselsector zowel duurzaam kunnen omgaan met natuurlijk kapitaal, als een rendabel bedrijf kunnen runnen. Hoe maken zij duurzaam geproduceerd voedsel betaalbaar? Wanneer is een verdienmodel economisch haalbaar? Zijn hun best practices op te schalen zonder in te boeten aan duurzaamheid of aan winstgevendheid? De ondernemers uit deze casestudie maken duidelijk dat ondernemen met natuurlijk kapitaal kan, door zich te onderscheiden op voedselkwaliteit. Ze dagen de marktleiders in het voedselsysteem uit om te blijven vernieuwen en verbeteren, en de overheid om deze ondernemers te steunen.
Het onlangs verschenen boek ‘Briljante businessmodellen in food’ besteedt aandacht aan dezelfde vraagstukken en dilemma’s. Het boek bevat 20 cases van organisaties die laten zien hoe zij gezond en duurzaam eten betaalbaar én schaalbaar maken. Klik hier voor een korte uitwerking van twee cases uit het boek.
Niet alleen de circulaire economie, ook de bescherming van de volksgezondheid heeft bij het kabinet de hoogste prioriteit. Naast de voortzetting van de inzet op voedselveiligheid, blijft het kabinet daarom inzetten op maatregelen om het aanbod van producten gezonder te maken en ‘consumenten handelingsperspectief te bieden om de gezonde(re) keuze te kunnen maken’. In het ‘Actieplan etikettering van levensmiddelen’ (publicatie 4 oktober 2016) heeft de minister van VWS opnieuw benadrukt dat heldere regelgeving, correcte naleving en strenge handhaving hierop essentieel zijn. “De consument wil immers weten wat hij koopt en wat hij eet. De informatie moet correct en niet misleidend zijn”. De minister van VWS kondigde ook aan dat een voedings-app wordt ontwikkeld met informatie over de productsamenstelling en voedingswaarde. Met deze voedings-app kan de consument op eenvoudige wijze haar eigen (gezondere) voedingskeuzes maken (bijvoorbeeld op zout, vet, suiker of allergenen).
Hoe voedzaam zijn eiwitten afkomstig uit duurzame bronnen? Deze vraag staat centraal in de publiek-private samenwerking (PPS) Sustainable Future proteins: focus on nutritional and health-promoting qualities. “Willen we alle monden wereldwijd voeden, dan moeten we toe naar een eetpatroon met duurzaam geproduceerd eiwit, afkomstig uit plantaardige bronnen en reststromen”, zegt Marloes Groenewegen, programmamanager Healthy and Tasty Food bij Wageningen Food & Biobased Research. “De vraag is in hoeverre we naast dierlijk eiwit in voedingsmiddelen duurzame alternatieven kunnen ontwikkelen, zonder concessies te doen aan de voedingswaarde.” Over de voedingswaarde van dergelijke eiwitten is tot dusver nauwelijks meer bekend dan de energiewaarde en aminozuursamenstelling. Dit onderzoek geeft inzicht in de verteerbaarheid van een aantal duurzame eiwitbronnen, zoals erwten, aardappel, dierlijk plasma, eetbare schimmel en insecten.
Het onderzoek, gecoördineerd door Wageningen University & Research, legt een wetenschappelijke basis voor de ontwikkeling van hoogwaardige voedingsmiddelen met duurzaam geproduceerd eiwit, en voorziet in een toolbox waarmee fabrikanten de voedingswaarde, verteerbaarheid en biologische activiteit van nieuwe eiwitten snel en efficiënt kunnen beoordelen. “Bestaande methoden voor het meten van verteerbaarheid en biologische activiteit zijn bewerkelijk en tijdrovend, en vaak zijn er ook dierproeven nodig. Wij ontwikkelen een gebruiks- en diervriendelijk alternatief,” aldus Harry Wichers, hoogleraar Immuunmodulatie bij Wageningen University & Research en wetenschappelijk coördinator van het project. Deze meerjarige publiek-private samenwerking, met cofinanciering vanuit de Topsector Agri&Food, loopt tot 2020. Het consortium staat open voor partners die aanvullende eiwitten, kennis en expertise meebrengen.
___________________________
Lienen, F. van, Egmond, P. van & Veldhuis, C. (2016), Ondernemen met natuurlijk kapitaal in de voedselsector, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
Actieplan etikettering van levensmiddelen, Rijksoverheid
Circulaire Economie, Rijksoverheid
Meten van SDGs: een eerste beeld voor Nederland, CBS
Kamerbrief over de voedselagenda voor veilig, gezond en duurzaam voedsel
Kamerbrief voortgang Voedselagenda voor veilig, gezond en duurzaam voedsel
Monitor Duurzaam Voedsel 2015
Briljante businessmodellen in food
Bron: Foto tablet: ©Montri Nipitvittaya/Shutterstock.com, foto oneindigheid teken: ©BsWei/Shutterstock.com, foto hoofden: ©Lightspring/Shutterstock.com