Werd in het verleden de ene locatie te krap, dan huurde koelversspecialist Bresc er een andere bij. In het nieuw te bouwen pand verenigt zij de proefkeuken – het culinaire hart van het bedrijf – met de kantoren, logistiek en productie.
“Ons uitgangspunt is de toepassing van verse knoflook en kruiden in de keuken van een goed restaurant. Wij bieden het beste alternatief voor vers. Die hoge kwaliteit is de basis van onze gemaksproducten”, aldus Gertjan van der Wouden, die ooit begon als kok. Dertig jaar geleden specialiseerde hij zich in productontwikkeling. Sinds vijftien jaar werkt hij bij Bresc als research & development-manager. De producent richt zich op de gastronomiemarkt, waar zij een deel van de voorbereiding van de chef uit handen neemt. In de voedingsindustrie zijn de koelverse producten ingrediënten in de eindoplossing voor de retailer of foodservicemarkt. Bresc begon in 1991 met het kweken van slakjes. Sinds 2005 richten ze zich alleen nog op koelverse knoflook- en kruidenproducten. Alleen al van knoflook biedt het bedrijf tien tot vijftien verschillende producten aan, daarnaast ook diverse soorten currypasta, pesto, tapenade en marinade.
Arjan Hak, algemeen directeur bij Bresc: “Wij hebben nu vier locaties. Werd in het verleden de ene locatie te krap, dan huurden we er een extra locatie bij. Tot we beseften dat we verdere groei alleen nog konden realiseren door naar één nieuwe locatie te gaan. Onze voorwaarden waren verder: in de regio blijven vanwege onze medewerkers die hier wonen, en, passend bij waar wij voor staan; samen, gastvrij, eerlijk en nieuwsgierig.”
Van der Wouden: “In het nieuwe pand kunnen we klanten ons product en gastronomie laten beleven. In de proefkeuken ontwikkel ik samen met vier koks – vaak op verzoek van de klant – nieuwe recepten. Het is het culinaire hart van ons bedrijf.”
Bresc koos bouwbedrijf Aan de Stegge Twello voor de realisatie van het nieuwe pand. Hak: “We wilden een bouwer met ervaring in food en met goede referenties. Wij bezochten een aantal van hun projecten, dit voorjaar hakten we de knoop door. Ze zijn sterk in het meedenken qua scope, tijd en geld: wat krijg je, wanneer en wat kost het? Ze hebben ons daarin enorm ontzorgd, maakten steeds inzichtelijk: deze keuze heeft deze (financiële) gevolgen. En ze zijn oplossingsgericht en proactief. Zo hebben we op hun advies vierkante meters bespaard door kantoorruimte boven de productieruimte te laten tekenen. Tegelijkertijd heeft het ontwerp door een opvallende ontvangst in het kantorengedeelte – aan de voorkant van het pand – nog steeds een bijzonder karakter.”
De status najaar 2017: de tekeningen zijn klaar, de grond is aangekocht, de vergunningsaanvraag loopt. Begin 2018 start Aan de Stegge Twello met de bouw, september 2018 is de oplevering. Hak: “Dat is snel, maar we hebben dan ook over veel details al nagedacht.” Van der Wouden besluit: “Er staat straks een nieuwe fabriek die voldoet aan de hedendaagse eisen, maar ook een pand met een gastvrij karakter. Eén locatie is bovendien logistiek efficiënter en dus beter voor het milieu. Maar het allermooiste vind ik dat we straks met alle medewerkers in één pand werken. Dat staat voor mij op nummers 1, 2 en 3.”
Aanpak Aan de Stegge Twello
“De installaties zijn bijna altijd het meest complex bij een gebouw in de voedingsindustrie”, aldus Bas te Riele, commercieel projectmanager bij Aan de Stegge Twello. “Deze vormen bovendien dertig tot veertig procent van de totale bouwkosten; afhankelijk van de gebruiker en zijn wensen. Bij het eerste bouwkundige tekenwerk, is dan ook ons advies direct te starten met het Programma van Eisen van de installaties. In het bouwteam hebben wij hiervoor samengewerkt met gespecialiseerde adviseurs voor elektra, werktuigbouw en koel & vries.”
Tijdens het engineeringtraject had het bouwteam – met onder andere de installatieadviseurs, en vertegenwoordigers van Bresc en Aan de Stegge Twello – tweewekelijks overleg over elektra, werktuigbouw, koel- en vriesinstallaties, constructies, brand- en milieuaspecten, architectuur en interieur. Het bouwbedrijf berekende direct de financiële gevolgen. Zo was er continu sprake van procesbeheersing. Te Riele: “Bouwbedrijven hebben nog steeds het imago dat zij je tijdens de bouw confronteren met meerwerk. Dit omdat er aan de voorkant niet goed is nagedacht. Wij proberen juist alle wensen en verwachtingen aan de voorkant helder te krijgen. Komen er daardoor kosten bij? Of nemen deze juist af? Ten tijde van de eerste gesprekken presenteren wij investeringsopzetten op basis van meer- en minderinhoud. Zo maken wij voor ondernemers duidelijk dat hun keuzes financieel effect hebben. Geen verrassingen achteraf dus.”
www.adst.nl
Bron: © Roel Dijkstra fotografie