Communicatiekundigen van de faculteit Geesteswetenschappen, experts van het UMC Utrecht en TNO onderzoekers hebben een voorstel ontwikkeld voor een optimaal voedseletiket waar mensen met een allergie of intolerantie makkelijk de relevante informatie kunnen vinden. Bovendien gaven ze zes aanbevelingen waar de industrie mee aan de slag kan.
Loop een willekeurige supermarkt binnen en je wordt overspoeld door een diversiteit aan producten en etiketten. Voor de meeste mensen is dat geen probleem maar als je rekening moet houden met een voedselallergie wel. Want al die etiketten presenteren allergie-informatie op een andere manier, wat het voor de koper niet gemakkelijk maakt om te zien en te beslissen of je een product wel of niet kan eten. Communicatiekundigen van de faculteit Geesteswetenschappen, experts van het UMC Utrecht en TNO hebben hun krachten gebundeld om tot een gezamenlijk voorstel te komen voor een optimaal voedseletiket, waar mensen met een voedselallergie of voedselintolerantie makkelijk de benodigde informatie kunnen vinden.
“Bij TNO en het UMC Utrecht hebben we gezien dat patiënten geregeld onverwachte allergische reacties krijgen door het eten van producten. Een van de oorzaken daarvan is de gebrekkige etiketinformatie, toch een belangrijk, zo niet het belangrijkste middel voor de consument om te beoordelen of het veilig is om te eten” zegt TNO-onderzoeker Marty Blom. “De stap om samen met allergoloog André Knulst en communicatiekundigen Bregje Holleman en Leo Lentz te gaan werken om het etiket beter onder de loep te nemen was dan ook snel gezet.”
Uit het onderzoek blijkt dat voedseletiketten een stuk duidelijker kunnen. “Vaak is het een zoekplaatje, soms zijn de teksten vrijwel onleesbaar door bijvoorbeeld een transparante verpakking met witte letters tegen een gele achtergrond. En vrijwel altijd is de volgorde van relevante onderwerpen op het ene etiket net weer anders dan op het andere etiket”, zegt Leo Lentz. “We hebben ruim 300 voedseletiketten in supermarkten geanalyseerd op een reeks van kenmerken die de toegankelijkheid en begrijpelijkheid beïnvloeden van informatie voor consumenten met een allergie of voedselintolerantie. De collega’s van het UMC Utrecht en TNO signaleerden problemen die patiënten in de dagelijkse praktijk tegenkomen.”
Er is wel Nederlandse en Europese regelgeving voor etiketten, maar die laat veel ruimte voor invulling door de producenten en supermarkten. Er blijkt een grote diversiteit aan formuleringen op etiketten te staan: Er kan vermeld worden ‘geproduceerd in een fabriek waar ook pinda verwerkt wordt’, maar er kan ook op het etiket staan ‘kan pinda bevatten’. Betekent dat dan iets anders? Moet je er in alle gevallen vanaf blijven met jouw allergie of niet? Achter een zin als ‘kan pinda bevatten’ gaat een hele wereld aan Europese en Nederlandse regelgeving schuil.
In nauw overleg ontwikkelden de onderzoekers een voorstel voor een optimaal voedseletiket waar mensen met een allergie of intolerantie makkelijk de relevante informatie kunnen vinden. Bovendien gaven ze zes aanbevelingen waar de industrie mee aan de slag kan. Dit is niet alleen relevant voor Nederland, maar voor etikettering wereldwijd.
Zes aanbevelingen om de communicatie van allergeneninformatie te verbeteren:
Marty Blom: “Een voedseletiket is geen medische bijsluiter, het is ook een communicatiemiddel voor de producenten. Dus moet het etiket ook voldoende vrijheid geven voor andere informatie. Met de aanbevelingen zijn al eerste concrete stappen te zetten voor individuele bedrijven (denk aan leesbaarheid), maar wil je een echte verbetering voor deze groep patiënten hebben, dan is standaardisatie van alle informatie cruciaal.”
Verder onderzoek
In de nabije toekomst volgt een rapportage van twee experimenten waarin de interpretatie van allergie-informatie wordt onderzocht, afhankelijk van de precieze formulering. Vindt men het riskanter om iets te eten dat ‘kan pinda bevatten’ of wanneer er staat dat het ‘geproduceerd is in een fabriek waar ook pinda wordt verwerkt’? Ook is er een reeks interviews afgenomen met voedselproducenten en retailers: hoe komt het dat de manier waarop allergie-informatie wordt gegeven zo varieert tussen fabrikanten, merken of producten? Hoe weet een fabrikant eigenlijk of er een risico is dat een product een allergeen bevat? En hoe wordt bepaald op welke manier daarvoor wordt gewaarschuwd? Uiteindelijk willen de onderzoekers een compleet beeld geven van de rationale (of het ontbreken daarvan) achter allergiecommunicatie en tot concrete verbeteradviezen komen.
Beeld: ©giedre vaitekune/shutterstock.com
Bron: Universiteit Utrecht