In de voedingsindustrie worden we nog te vaak beentje gelicht door weerbarstige apparatuur, haperende logistiek of onvoldoende digitale technologie. Dat kan beter. Daarover spreken Johan van Holland van Innius, Paul Bakker van Fanuc Benelux en Guido Maßmann van AVO kruiden en specerijen.
Eind augustus publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid WRR het rapport ‘Voorbereiden op digitale ontwrichting’. Uitgangspunt is de constatering dat verstoring, cyberaanvallen en uitval van digitale infrastructuur grote gevolgen kunnen hebben voor economie, samenleving en het vertrouwen in de democratie. Tel daarbij op de schade aan de digitale infrastructuur door menselijke fouten, kapotte servers, softwareproblemen en externe factoren als kabelbreuken of elektriciteitsstoringen, en je realiseert je dat dit ook grote gevolgen kan hebben voor jouw bedrijf. Hoe beter je digitale technologie toepast in je processen, des te minder kinken in de kabel, op elk niveau. Veel bedrijven kunnen hierin nog een flinke slag maken.
Zowel Fanuc Benelux als Innius krijgen veel vragen uit de branche over verantwoorde en voedselveilige automatisering. Men wil procesverbetering op basis van data, zegt Johan van Holland, Sales Manager van Innius. Innius levert SaaS (Software as a Service). “Klanten verwachten dat we ons voortdurend aanpassen aan nieuwe mogelijkheden en veiligheidseisen. Uiteindelijk willen ze ‘meer voor minder’, meer omzet en efficiency tegen lagere (onderhouds)kosten, minder afval en downtime van machines. Dat kan, afhankelijk van het bedrijf, op verschillende manieren en met verschillende applicaties. Het gaat erom dat je de muren afbreekt tussen operational technology (OT) en information technology (IT). Banken hebben het al jaren behoorlijk voor elkaar. Veel andere bedrijven hebben nog een enorme slag te maken.”
Het Duitse AVO kruiden en specerijen probeert juist voorop te lopen in de digitale transformatie, stelt bedrijfsleider Guido Maßmann. “Onze klanten verwachten hoge productkwaliteit en tijdige levering. Een state-of-the-art digitale basis is daarom super belangrijk. Met name in productie en logistiek maken we met de nieuwste technieken processen steeds effectiever en efficiënter. We leveren zo’n 8.000 artikelen gebaseerd op 5.000 recepten. Veel daarvan zijn klantspecifiek. Ze worden gezamenlijk ontwikkeld; met grote retailers maar ook met kleine MKB-ers. Dan praat je over kruidenmixen en -componenten, marinades en kruidensauzen, en over noodzakelijke hulpstoffen voor een optimale, veilige voedselproductie. Dat gaat niet zonder big data.”
Het nieuwe logistiek centrum van AVO staat naast de bestaande fabriek vlakbij Osnabrück en is zo goed als af. Een investering van veertig miljoen euro, met 20.000 palletplaatsen die volledig automatisch worden bediend, net als het magazijn met bijna 50.000 opslagplaatsen voor Euronorm stapelbakken. Guido Maßmann: “De productie gebruikt al jaren zelfrijdende, lasergestuurde industriële vrachtwagens om componenten automatisch te wegen. Zij worden per productie aangestuurd op basis van recepten.”
Wie nieuw bouwt of nieuwe machines koopt, kan niet meer om big data heen, bevestigt Johan van Holland (Innius). “Machinebouwers moeten voorop lopen en fabrikanten gaan vaker leasen. Zij verwachten dat hun machines worden ge-updated en aangepast. Toch kunnen ook fabrikanten met twintig jaar oude machines modern en veilig werken. Neem Hollandia, die haar matzesmachine uit 1918 deels heeft gedigitaliseerd.”
De industrie en de hightech-ontwikkelaars staan duidelijk op één lijn: digitalisering staat in dienst van optimalisering en het vergroten van de veiligheid. Hoe beter geautomatiseerd, des te minder kans op verstoring en ontwrichting. Dat vraagt continu om vernieuwing. Paul Bakker Area Sales Manager Robotics bij Fanuc Benelux: “Foodbedrijven draaien vaak in de weekenden door en werken met meerdere shifts. Naast goede ondersteuning, is een excellent service-apparaat daarom van onomstotelijk belang.”
Johan van Holland: “Fabrikanten willen instrumenten om onderhoud van kwetsbare machineonderdelen te kunnen voorspellen. Anderen willen variabelen meten zoals luchtvochtigheid, grondstofsamenstelling en omgevingstemperatuur. Wanneer je weet welke configuratie van parameters het beste productieresultaat geeft, kun je dat beter beheersen. Zelfs één procent verbetering kan een enorme kostenbesparing opleveren. Zodra je werkt met data in plaats van aannames, krijg je nauwkeurig geanalyseerde uitkomsten en oplossingsrichtingen.”
“Er wordt steeds meer gedacht vanuit PC-(personal computer) en PLC-(programmable logic controller) gerelateerde oplossingen”, vervolgt Paul Bakker (Fanuc). “Eindgebruikers willen de programma’s zélf gemakkelijk kunnen aanpassen. Onlangs presenteerden we een CRX cobot waarmee men eenvoudig een programma kan schrijven. Ook is er extra zorg voor de veiligheid; je wilt immers niet dat een cobot een onbedoelde handeling gaat uitvoeren. Daartoe is ISO 15066 in het leven geroepen. Inmiddels zie je steeds meer samenwerking tussen mens en robot ontstaan, collaboratieve robots, iets waarmee wij al een aantal jaren bezig zijn. Onze nieuwste cobots hebben een hoge IP-rating, wat betekent dat ze bijzonder veilig zijn. Het personeel moet er natuurlijk wel mee kunnen omgaan. Als je ’s avonds en ‘s nachts digitaal produceert, heb je overdag alle hens aan dek nodig voor controle en logistiek. Personeel moet zich, in plaats van het ouderwetse doosjes vullen, bijscholen om te aansluiting te houden en te werken in deze 4.0 industrie.”
De klanten van Fanuc - vrijwel allemaal machinebouwers die gebruik maken van de gespecialiseerde kennis van het bedrijf, willen voedingsveilige robots: met voedselveilig vet in de joints, vochtbestendige finishings, enzovoort. “Ook vragen ze naar ADD-ons integrated iR-Vision, line-tracking; nodig bij een complete applicatie-integratie. Een andere trend is dat alles steeds sneller moet. Onlangs introduceerden we de Scara-robots; 4-assige robots waarmee je high speed picking tot wel 115 picks per minuut realiseert.”
Johan van Holland bevestigt het belang van snelheid; ook in de analyses. “Digitalisering moet winst opleveren. Let wel, zoiets vergt geen enorme studie. Begin met een bestaand probleem, leer welke inzichten data kunnen geven en vooral: zet deze kennis om in actie. Zo groei je. De voedingsindustrie staat nog aan het begin van de digitalisering. Maar het kan heel snel gaan. Uiteindelijk moeten we naar connectiviteit en naar data delen: met afnemers, met toeleveranciers, zelfs met concurrenten.”
Guido Maßmann vertelt dat juist die connectiviteit – het moderne netwerken - voor AVO de belangrijkste reden is om snel en veel te digitaliseren: “We onderhouden intensief contact met onze klanten over productontwikkeling, de productie zelf en de logistiek. De eisen die gesteld worden aan individuele producten en de productkwaliteit veranderen snel. De coronapandemie toont eens te meer aan dat de digitale transformatie van processen en structuren versneld moet worden; in de administratie, marketing, verkoop en service.” Een ander belangrijk aspect is duurzaamheid. “Door processen te digitaliseren, kunnen we middelen optimaal inzetten en gebruiken. Dat is ook nodig om duurzame economische bedrijvigheid mogelijk te maken.”
Wat de toekomst ons zal brengen? Johan is optimistisch: “Kijk naar de revolutie die de smartphone teweegbracht en wat er daardoor veranderd is in de wereld van de fotografie, muziek, bankieren, shoppen, navigeren, communiceren. Hoeveel applicaties zijn er wel niet voor? Deze weg, wellicht minder diffuus, zal de voedingsindustrie ook gaan. De klassieke pijplijn van producent naar consument zal transformeren naar ecosystemen. Dat vergt een ander soort connectiviteit. Uit welke hoek is afwachten. Maar de producent moet ervoor zorgen een vitaal knooppunt te worden binnen dit ecosysteem. Wie digitalisering nog niet op de agenda heeft staan, gaat het lastig krijgen.”
Guido Maßmann (AVO) tot slot: “De digitale transformatie omvat het héle bedrijf met alle domeinen. Het is geen project! Permanente digitalisering is een centrale taak van élk bedrijf, een vereiste om in de toekomst succesvol te blijven.”
Hoofdbeeld: ©PopTika/shutterstock.com, beeld data: ©metamorworks/shutterstock.com
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2020