Waarschuwing: deze tekst bevat mogelijk scherpe observaties. Lees de column niet als u allergisch bent voor kritische noten.
Er komen barre tijden aan. De voedingsindustrie heeft het niet makkelijk, met stijgende kosten voor energie en personeel, en de klimaatverandering die grondstofprijzen onder druk zet. We krijgen vaker te maken met droogte, hevige hoosbuien en dagenlange regenval. Oogsten zullen verpieteren, wegen overstromen. Hoe hou je als voedingsmiddelenfabrikant met zoveel onzekerheden het hoofd boven water?
Ondertussen gaat het gewone leven door. We schakelen even over naar wat oer-Hollandse gezelligheid. Ik zit met mijn gezin aan de ontbijttafel, de keuken geurt naar koffie (absoluut een basisbehoefte). Mijn zoon en twee dochters beleggen hun geroosterde boterhammetjes. De meiden kiezen daarbij al jarenlang, echt íedere dag, voor chocoladehagelslag-puur van De Ruijter. Zoonlief is meer een ‘Nutella-man’ (zijn eigen woorden). Het gesprek komt op de beknibbelflatie, waarbij fabrikanten zonder dat te melden wat minder van een duurder ingrediënt in het product stoppen. Mijn inmiddels volwassen kroost bestudeert het etiket van ‘hun’ broodbeleg. Wie dááraan sleutelt, peutert aan hun identiteit! Hun mini-onderzoek loopt op niets uit. Ze kennen de oorspronkelijk percentages immers niet. Maar ze worden er wel onrustig van.
De Consumentenbond deed uitgebreider onderzoek. Al meerdere keren stelden ze krimpflatie – het ongemerkt verkleinen van verpakkingen – aan de kaak. Fabrikanten blijken, aldus de bond, met beknibbelflatie nóg creatiever te zijn (dit is geen compliment). De beknibbeling heeft geen effect op de smaak, zo zou blijken uit smaaktesten van fabrikanten zelf. Maar op de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van merken heeft het wél effect.
Bijna wekelijks bereiken mij veiligheidswaarschuwingen. Een verpakking voor krentenbollen waar – oeps, per ongeluk – hamburgerbollen met sesam in zijn verpakt. Dat allergeen staat niet op het etiket. Op 29 april een officiële veiligheidswaarschuwing voor SPAR oranje soesjes. ‘Het product bevat tarwebloem (gluten). Dit staat niet op het etiket. Eet de soesjes niet als u een glutenintolerantie heeft.’ Daags ná Koningsdag is dit natuurlijk mosterd na de maaltijd…
Voor de meeste mensen is de voedselveiligheid bij dit soort fouten in het productieproces niet in het geding. Zij kunnen dit type waarschuwing dan ook nonchalant in de wind slaan, net als PAL-vermeldingen als ‘kan mogelijk pinda bevatten’, of ‘gemaakt in een fabriek waar ook soja wordt verwerkt’.
De vele uitdagingen waar de voedingsindustrie mee te maken krijgt het hoofd bieden, vraagt ábsoluut om écht creatieve oplossingen. Wat zou het tof zijn als de industrie de consument (die wijzelf óók allemaal zijn) daarbij uiterst serieus neemt. Wees eerlijk en zorgvuldig. Beknibbel nooit op kwaliteit. En zéker niet op voedselveiligheid.
Judith Witte
[email protected]
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2024