100% Nederlands rundvlees
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

100% Nederlands rundvlees

  • 12 april 2016
  • Door: Inga van Uchelen

Vorig jaar opende Hutten Traditional Beef haar nieuwe pand. Rick Hutten was projectleider en vertelt over keuzes die het bedrijf bij de ontwikkeling maakte. Het gebouw moest duurzaam zijn, de continuïteit waarborgen en de kwaliteit verhogen. Vertrouwd vakmanschap (sinds 1928), én voorloper in de verwerking van Nederlands rundvlees.

Sinds april 2015 is het behalve voor rundvlees, ook voor varkens-, geiten- en schapenvlees en voor pluimvee, verplicht om de herkomst op de verpakking te vermelden. In diezelfde periode vorig jaar werd in Europa gediscussieerd over het vermelden van de herkomst van vlees op etiketten van bewerkte producten, zoals vleeswaren. En die discussie loopt tot op de dag van vandaag door. Tegenstanders van de vermelding op bewerkt vlees vinden het lastig te administreren en zijn bang dat de producten daarmee duurder worden. Rick Hutten van Hutten Traditional Beef is juist voor. Hij gelooft dat goede producten zich daarmee onderscheiden van minder goede: “We moeten in Nederland trots zijn op de goede kwaliteit van ons vlees.”

‘Voor elke klant liggen bij onze medewerkers snij-instructies klaar’

Traceability

Rick is de vierde generatie in het familiebedrijf. Zijn vader en oom zijn directeur-eigenaar, Rick is verantwoordelijk voor een groot deel van de sales, onder andere in Zuid-Europa. Volgens hem wordt Nederlands vlees daar meer op waarde wordt geschat dan hier in Nederland. “De Nederlandse consument zit het liefst voor een dubbeltje op de eerste rang. De Spanjaard heeft het Nederlandse vlees veel hoger in het vaandel staan dan de Nederlander zelf. Dat zegt genoeg.” En hoewel de vraag ‘Waar komt ons eten eigenlijk vandaan?’ in Nederland steeds vaker wordt gesteld, is supermarkten er volgens Rick weinig aan gelegen dit te vermelden. “Zolang het niet hoeft, verzinnen ze zelf iets voor op de verpakking. Zoals ‘duurzaam geproduceerd’. Terwijl het zo zou kunnen zijn dat de koe in Hongarije is geboren, geslacht in Polen, en verwerkt in Duitsland. Hoe is dan de traceability? Hoe is het proces geborgd? Daarbij vind ik betrokkenheid bij Nederlandse boeren en duurzaamheid ook belangrijk.”

Nederlandse boer

Trots vertelt hij dan ook dat het vlees van Hutten honderd procent Nederlands is. “De koeien die wij gebruiken, worden bij een Nederlandse boer geboren en vaak gehouden als melkkoe. Op een bepaald moment brengt de boer zijn koeien naar onze slachterij.”

Daar werken medewerkers met de meest moderne technieken die voldoen aan de strengste eisen, waarbij ook het welzijn van de koe niet uit het oog wordt verloren. Kwaliteitscontroles zorgen ervoor dat de producent aan deze eisen blijft voldoen.
Het bedrijf werkt met vaste leveranciers: “Boeren van wie we weten hoe zij met hun koeien omgaan. Onze leveranciers hebben hun boerderij in Nederland, daarmee beperken we transportkilometers. Dat is beter voor de koe en voor het milieu. Bovendien komt het de traceability ten goede. Vlees uit de regio heeft daarbij extra belangstelling bij onze regionale klanten. Restaurants in de wijde omgeving vermelden dan: biefstuk uit Twente, of: een Overijsselse gehaktbal.” Ongeveer de helft van de afnemers komt uit Nederland, zoals restaurants, horeca, foodservice, instellingen en producenten van vleeswaren en snacks. Buiten Nederland gaat het vlees vooral naar horeca en cash & carry.

Nieuwbouw

In 1928 begon Gerrit Hutten met een kleine lokale slachterij. Het bedrijf groeide uit tot landelijke speler en ontwikkelde vanaf 2010 een nieuwe productielocatie. Deze werd in 2015 opgeleverd. Bij de nieuwbouw was Rick nauw betrokken. “Het heeft ons ertoe aangezet om visie te ontwikkelen. We hebben gekozen voor duurzaam ondernemen en voor nog hoogwaardigere kwaliteit, aangepast aan de klant. Wil een klant een stukje van de lende afgesneden, dan doen we dat. Voor elke klant liggen bij onze medewerkers snij-instructies klaar.” Sinds de nieuwbouw bespaart het bedrijf per koe 600 liter water. Dat is het gevolg van een aantal maatregelen: elke medewerker veegt, voordat de schoonmaakploeg komt, zijn werkplek alvast aan; tijdens het slachtproces verplaatst het vlees door zwaartekracht in plaats van met stroom en water; en veewagens worden gewassen met zelf gezuiverd proceswater. Zo is voor de slachting en verwerking van één koe geen 1000 liter water nodig, maar slechts 400 liter.

Continuïteit

Warmte genereert Hutten uit lichaamswarmte van koeien en uit restwarmte van installaties. “Investeringen in dit soort systemen zijn hoog en de terugverdientijd is ongeveer tien jaar. Dat is lang, maar we denken ook in lange termijn.” Verder gebruikt het bedrijf ledverlichting. Ook aan de ongeveer 100 medewerkers is gedacht. In de snijzaal staan zij bij het uitbenen op een plateau dat zij zelf in hoogte kunnen verstellen; dat voorkomt een ongemakkelijke houding. Er is gekozen voor de meest geavanceerde werkmaterialen. Wat valt er nu nog te wensen? Rick: “We willen continuïteit bieden, een goed product leveren – aangepast aan de klant, en blijven verbeteren. Binnenkort introduceren we een premium selection line. Vlees dat nog beter is toespitst op de horeca en kleiner verpakt.”

www.huttenbeef.com

Bron: © Hutten Beef