Plantaardig eten wordt vaak gezien als een opoffering. ‘Mis je kaas niet heel erg?’ of ‘Eet je alleen nog maar sla?’ zijn veelgehoorde vragen. Maar gedragswetenschapper Esther Papies wil de nadruk verleggen naar wat je ervoor terugkrijgt: een gezonder leven en een schonere leefomgeving. Met haar website getplanty.org hoopt ze de voedselindustrie te helpen plantaardig eten aantrekkelijker te maken.
‘Gedragsverandering betekent dat je het alternatief bijna onweerstaanbaar maakt, niet dat je mensen vertelt dat ze iets niet meer mogen,’ zegt Papies. Als sociaal psycholoog, gespecialiseerd in gezond eetgedrag, onderzoekt ze hoe duurzame keuzes makkelijker kunnen worden. Volgens haar speelt taal daarbij een grote rol. Hoe je eten omschrijft, bepaalt hoe het wordt ervaren. Een appel kan bijvoorbeeld worden beschreven als ‘rond, rood en biologisch’, maar woorden als ‘sappig, fris en zoet’ maken het al aantrekkelijker.
Op getplanty.org worden woorden als ingrediënt gebruikt. De website presenteert een soort menukaart met termen die veganistische gerechten beschrijven op basis van zintuiglijke, contextuele en gevoelsmatige kenmerken. Klik je op ‘Pizza’, dan verschijnen woorden als Hot, Crusty en Rich, maar ook Family, Summer en Comforting. Papies hoopt dat de voedselindustrie en gastronomie deze manier van taalgebruik inzetten om plantaardig eten positiever te positioneren.
Negatieve beeldvorming over veganisme is nog wijdverbreid. Mensen denken bijvoorbeeld dat veganisten hen willen vertellen wat ze fout doen, of dat plantaardige gerechten vooral om weglaten draaien. ‘Positieve en aantrekkelijke beschrijvingen kunnen helpen om die negatieve stereotypen te doorbreken,’ aldus Papies.
Bron: Radboud Universiteit