Dit jaar stond ik voor het eerst voor een nieuwe uitdaging bij het invullen van het buffet van de OSV-Winterbarbecue. Met al het vega(n)-geweld om ons heen wilde ik er meer variatie in aanbrengen. Ik benaderde een bedrijf dat zowel vlees als vegetarisch levert, met de vraag een ‘combibuffet’ te sponsoren. Ik kreeg de bal terug met de uitdaging een 100% vegetarische barbecue te organiseren. Daarvoor heb ik vriendelijk bedankt.
Waarom? Omdat ik vind dat het niet aan mij is om mensen voor te schrijven wat ze wel en niet mogen eten. Ik sta zelfs helemaal niet achter een dieet van helemaal geen vlees. Als mens heb je vlees nodig: we zijn omnivoren, vergeet dat niet. Minder vlees vind ik geen punt. Ik eet meer groente, wat noten, peulvruchten; dan heb ik geen vleesvervangers nodig. Bovendien: als iedereen alleen nog plantaardig gaat eten, hebben we een probleem. De wereldbol is te klein, we missen daarvoor 25% landbouwgrond.
Ik snap dat veel bedrijven zich storten op de behoeftes van de vegetarische of veganistische consument. Hele productielijnen worden er bijgebouwd om mee te liften op deze trend. We worden overspoeld met nieuwe producten, het is niet bij te houden. Slaan we niet door met de vleesschaamte, waar is de optie van een mix?
Ik ben met een open mind de Horecava (vegan en veggie) opgelopen. Mijn eigen zoon is veganist (heeft ie niet van mij) en ik had hem beloofd de nieuwe smaken en producten te inventariseren. Ik heb alle vleesvervangers geproefd, maar kan niet wennen aan de bittere nasmaak die ze allemaal hebben.
Sorry Tom, je zult het zelf moeten uitzoeken, geef mij maar echt vlees.
Saskia Stender
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2020