Recyclen in 2024: Veranderingen door nieuwe wetgeving
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Recyclen in 2024: Veranderingen door nieuwe wetgeving

  • 04 maart 2024
  • Door: Ulphard Thoden van Velzen en Ingeborg Smeding - Wageningen Food & Biobased Research

Begin 2024 naderen de Europese verpakkings- en verpakkingsafvalverordening en de Nederlandse circulaire plastic norm hun voltooiing. Hoewel over beide op inhoud nog volop wordt onderhandeld, is duidelijk dat zowel Europa als de Nederlandse overheid stevig ingrijpen in het verpakkingsgebruik. De impact daarvan op de levensmiddelenindustrie is enorm. 

Van alle kunststofverpakkingen beschermt grofweg tweederde levensmiddelen. Een aanzienlijk deel van de nieuwe doelstellingen die in de nieuwe regelgeving (de NCPN en PPWR – zie kader-) worden geformuleerd, moet dan ook door levensmiddelenverpakkingen gehaald worden. 

Het gebruik van recyclaat in voedselverpakkingen wordt geregeld door EU richtlijn 2022/1616. Deze staat momenteel in levensmiddelenverpakkingen nagenoeg alleen het gebruik van gerecycled PET toe, dat met een geschikt geachte technologie is gedecontamineerd (gereinigd). Dat is een probleem. Ongeveer driekwart van de kunststof levensmiddelenverpakkingen is gemaakt van andere kunststoffen (met name polyetheen en polypropeen). Voor deze materialen zijn nog geen decontaminatie-technieken als ‘geschikt’ beoordeeld en dus nog niettoegelaten om voedselveilig recyclaat te maken. Het wringt dan ook tussen het beleidsdoel circulaire economie en het beleidsdoel voedselveiligheid. Het is aan de politiek om belangen tegen elkaar af te wegen, maar hier wordt het probleem bij het bedrijfsleven neergelegd. 

Tegelijkertijd verkeert de recyclingindustrie momenteel in zwaar weer: er stroomt veel goedkoop Aziatisch en Amerikaans nieuw kunststof de Europese markt op, terwijl de energie- en personeelskosten historisch hoog zijn. Al twee recyclingbedrijven gingen recent failliet. Meer zullen volgen als er niet wordt ingegrepen. Ook op dit punt schuren de beleidsdoelen: een circulaire economie versus een vrije markt. En ook hier laat de politiek het vinden van een oplossing over aan het bedrijfsleven. 

Lekker bezig!

Verpakkingstechnologen zijn nijver aan de slag om het Nederlandse portfolio van miljoenen verschillende verpakkingen beter recyclebaar te maken. Soms gaan deze veranderingen geruisloos, vaker moeten er dilemma’s worden overwonnen; het borgen van de houdbaarheid van een product en/of de herkenbaarheid van een verpakking versus de recyclebaarheid daarvan. Diverse retailers experimenteren met herbruikbare verpakkingen, al is dat nog niet populair onder consumenten. Sommige (veelal non-food) bedrijven slagen er zelfs in de verpakking helemaal weg te innoveren. Bekende voorbeelden zijn het shampooblok, wasmiddelstrips en recent de aftappunten voor auto-koelvloeistof bij tankstations. Kortom, we zijn lekker bezig. Helaas zijn er ook genoeg bedrijven met andere prioriteiten, of waar een aanpassing lastig te realiseren is. Vervelend voor geëngageerde ontwerpers. Het eindresultaat is immers de optelsom van álle inspanningen. En die vallen tegen.

Niet alleen de verpakkende industrie zelf is verdeeld over hoe het verder moet. Ook andere belanghebbenden in het kunststofverpakkingssysteem verschillen van mening over wat er kan en moet gebeuren. De petrochemie streeft naar pyrolyse van plasticafval om zo deel te worden van de materiaalkringloop. Recyclingbedrijven snakken naar recyclaat-inzet-verplichtingen. Zij willen duidelijkheid over de aanvraagprocedure om een decontaminatie-technologie goedgekeurd te krijgen voor het maken van voedselveilig recyclaat. De supermarkten willen het statiegeldsysteem liever niet verder uitbreiden. En de nationale en Europese overheden vinden dat er zo snel mogelijk een ‘circulaire economie’ moet ontstaan, en dat het verpakkend bedrijfsleven dat zelf maar moet regelen. Ze begrijpen niet dat haar eigen regels de transitie nu nog grotendeels in de weg staan. 

Kansen

Desondanks biedt deze belangenspaghetti ook kansen voor fundamentele veranderingen. De tegenstrijdige wetgeving kan mogelijk de adaptatie van innovaties om meer verpakkingskringlopen te sluiten vergemakkelijken. Specifieker sorteren speelt daarbij een hoofdrol. In de toekomst is alles circulair in materiaalkringlopen. Verliezen worden gecompenseerd met hernieuwbare grondstoffen. Dit wordt ook wel fossielvrij of koolstofneutraal genoemd. Om deze gewenste situatie te bereiken, zijn er meerdere uitdagingen. Eén daarvan is een opening te vinden in het huidige fossiel gebaseerde systeem, waardoor we de nieuwe materialen (zowel biobased materialen als recyclaat) kunnen integreren. Gelukkig bieden nieuwe wetenschappelijke inzichten een route.

Nieuwe inzichten 

Medio 2023 kwam eerst een schok. Elisa Mayrhofer en Christian Kirchnawy (1) uit Wenen rapporteerden sterke mutageniteit van meerdere recyclaten die gemaakt zijn van bedrukte verpakkingen. De voorlopige hypothese is dat op nitrocellulose gebaseerde inkten tijdens extrusie van het recyclaat worden omgezet in talloze nitrosamines. Het gangbare pigment titaandioxide bespoedigt deze reactie. De correlatie tussen de aanwezigheid van deze inkt in de grondstof en de mutageniteit (het vermogen van een stof om veranderingen [mutaties] te veroorzaken in het DNA) van het recyclaat na extrusie is aangetoond. Er wordt nu volop gewerkt om ook de causaliteit aan te tonen. Aangezien nitrocellulose verreweg het meest gangbare bindmiddel is van bedrukkingen, met name op folies, heeft deze ontdekking grote consequenties. Als inderdaad bevestigd wordt dat mutageniteit het geval is, zullen de design-for-recycling richtlijnen moeten worden aangepast. Mogelijk komt dan nitrocellulose zelf of combinaties van nitrocellulose met andere hulpstoffen, op een negatieve lijst. Als alternatief zal mogelijk geëist worden dat folie volledig ontinkt moet zijn, alvorens het mag worden geëxtrudeerd. Dit laatste is verre van eenvoudig, zeker omdat er folies geconstrueerd zijn met de bedrukking als binnenlaag, zodat ze niet makkelijk ontinkt kunnen worden. 

Haperende wetgeving

Deze casus is om twee redenen belangrijk. Ten eerste zijn medewerkers van recyclingbedrijven en kunststofverwerkende bedrijven mogelijk onbedoeld blootgesteld aan mutagene stoffen, omwille van circulariteit. Ten tweede laat dit voorbeeld zien hoe ingewikkeld de chemie van recyclingprocessen is en hoe weinig we er nog van begrijpen. Het toxische eindeffect wordt pas bereikt ná thermische verwerking in een extruder van een verpakkingsafvalstroom waarin in ieder geval nitrocellulose aanwezig moet zijn. En mogelijk ook nog andere stoffen. Dit is een vrij zeldzaam voorbeeld van neo-formed contaminanten, een vrij recent ontdekt fenomeen. Ongelukkigerwijs houdt onze huidige voedselcontactmaterialen-wetgeving hier nog geen rekening mee. 

We hebben in Europa een zeer restrictieve wetgeving voor het produceren van voedselveilig recyclaat. Gelukkig heeft die deze toepassing tegengehouden, helaas om de verkeerde redenen. Deze wetgeving functioneert dus niet goed. Dat is al vaker en om meerdere redenen vastgesteld sinds 2017. Sindsdien loopt er een slepend revisieproces. Hopelijk wordt dit nieuwe fenomeen hierin meegenomen. Als de herziening leidt tot een meer feitelijke wetgeving en minder stoelt op voorzorgsprincipes, kan deze de ontwikkeling van de circulaire economie voor verpakkingen versnellen.

Nog meer inzichten

Tegelijkertijd onderzochten meerdere onderzoeksgroepen de effectiviteit van decontaminatie-technologieën voor polyolefines. Hieruit is een consistent beeld ontstaan over de mate waarin vluchtige stoffen uit recyclaat kunnen worden verwijderd. Door te wassen met water worden uitsluitend polaire stoffen verwijderd. Om apolaire stoffen te verwijderen, is gas-stripping, vloeistofextractie of dissolutie (scheiding d.m.v. een oplosmiddel) noodzakelijk. Omdat het uitdagend blijkt te zijn om zeer hoge verwijderingspercentages te behalen (>95%), is het cruciaal dat de grondstof zo min mogelijk vervuild is. 

In het kader van ‘voorkomen is beter dan genezen’, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat verschillende soorten verpakkingen en productresten elkaar zo min mogelijk verontreinigen. De routes waarlangs gerecyclede kunststoffen verontreinigd raken, worden momenteel onderzocht. In algemene zin is het verstandig verpakkingen zo vroeg mogelijk apart uit te sorteren om kruisvervuiling te voorkomen. Dit voorkomt dat bijvoorbeeld vluchtige stoffen van restjes handcrème of smeermiddel in voedselverpakkingen terechtkomen. De crux is dat we alleen de gewenste (voedsel)verpakkingen uit het PMD halen. Dit kan in potentie met digitale watermerken of markeringen. Een vergevorderd voorbeeld hiervan is de Curvcode. Wanneer deze stroom vervolgens op de juiste wijze wordt gedecontamineerd, wordt een zeer schoon recyclaat verkregen. De combinatie van deze grondstof met de juiste decontaminatie-technologie maakt een goede kans om in de toekomst een positieve opinie van EFSA (European Food Safety Authority) te krijgen; en daarmee op de lijst van ‘geschikt geachte technieken’ te komen. Veel zal hierbij afhangen van de nog niet gepubliceerde richtlijnen en het nu nog onbekende beoordelingsprotocol dat EFSA hierbij gaat volgen. Het lijkt erop dat we het beste recyclaat (via mechanische recycling) uit polyolefines kunnen maken.

Er gloort hoop

Met deze nieuwe inzichten wordt het mogelijk om een zeer hoge kwaliteit recyclaat te maken en mogelijk verpakkingskringlopen te sluiten. Dit kan alleen slagen als belanghebbenden zich verenigen en deze opdracht gezamenlijk gaan uitvoeren. De hele verpakkingsketen moet professionaliseren: van ontwerp tot en met het sorteren, decontamineren en recyclen. Het is een opgave voor álle betrokkenen; inclusief beleidsambtenaren en risicobeoordelaars.

  • Verpakkingen die nu op materiaalniveau designed-for-recycling zijn, moeten dat ook op moleculair niveau worden. Dit vergt een her-analyse van alle migrerende stoffen in de verschillende verpakkingscomponenten. 
  • Het bedrijfsleven en sorteerbedrijven moeten gezamenlijk een meer specifieke vorm van sorteren kiezen.  
  • Recyclingbedrijven en technologieontwikkelaars zullen recyclingprocessen en decontaminatie-technologieën moeten ontwikkelen en indienen voor goedkeuring bij EFSA. 

Kern is dat goed ontworpen verpakkingen met bekende productresten apart worden gesorteerd en apart worden gerecycled tot de best mogelijke kwaliteit. Dit kan na het doorlopen van alle procedures leiden tot voedselveilig recyclaat. Het gericht uitsorteren van alleen de beoogde verpakkingen is cruciaal. Deze innovatie is binnen enkele jaren operationeel te krijgen, al zal de businesscase wellicht een uitdaging zijn. Specifieker sorteren biedt niet alleen kansen voor het voedselveilig recyclen van polyolefine verpakkingen. Het kan ook helpen om bijvoorbeeld meer transparant rPET te produceren uit PET schalen. Verpakkingen die niet volledig designed for recycling zijn of non-food producten hebben bevat, kunnen gezamenlijk verwerkt worden tot het gebruikelijke kunststofrecyclaat. 

Voor nagescheiden kunststoffen zal het inherent lastiger zijn om voedselveilig recyclaat te produceren, vanwege de huidige (niet onderbouwde) uitsluiting hiervan in de Europese richtlijn. De vraag is of we hiernaar moeten streven. Als alternatief biedt volledige depolymerisatie van PET-afval een betrouwbare maar kostbare route. Voor nagescheiden polyolefines is alleen de pyrolyseroute een denkbare mogelijkheid. Zowel de opbrengsten als de milieuvoordelen zijn echter beperkt.

Zicht op de toekomst

Hoewel er nog veel onduidelijk is omtrent de goedkeuringsprocedures voor voedselveilig recyclaat, kunnen we nu wel stappen zetten om zo schoon mogelijk recyclaat te maken. Specifieker sorteren is daarin essentieel. Hiermee maken we het kunststofsysteem gereed voor de toekomst. Op termijn kunnen ook biobased kunststoffen in het systeem geïntegreerd worden. Zo ontwikkelen we geleidelijk richting een fossielvrij systeem. En voldoen we aan de toekomstige eisen in de PPWR en de NCPN.

De Nederlandse circulaire plastic norm (NCPN) streeft er naar dat alle in Nederland vervaardigde kunststofartikelen een zeker percentage gerecycled of hernieuwbaar kunststof bevatten. Het nu genoemde doelpercentage voor 2027 is 15% en de intentie is dat dit streefcijfer stapsgewijs gaat toenemen in de tijd, tot 25-30% in 2030.
De Europese verpakkings- en verpakkingsafvalverordening (Packaging & Packaging Waste Regulation -PPWR) gaat specifiek over verpakkingen en streeft diverse doelen na. De hoofdlijnen zijn dat verpakkingen beter recyclebaar moeten zijn, dat ze gemaakt moeten zijn met een gedeelte recyclaat, dat een deel van de verpakkingen herbruikbaar moet zijn en dat op het niveau van lidstaten het verpakkingsgebruik per hoofd van de bevolking moet dalen. Deze doelstellingen zouden dan per 2030 verplicht worden.

Referentie

(1) Mayrhofer, E.; Prielinger, L.; Sharp, V.; Rainer, B.; Kirchnawy, C.; Rung, C.; Gruner, A.; Juric, M.; Springer, A. Safety Assessment of Recycled Plastics from Post-Consumer Waste with a Combination of a Miniaturized Ames Test and Chromatographic Analysis. Recycling 2023, 8, 87. https://doi.org/10.3390/recycling8060087

Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2024