Slechts 21 procent van de ondernemers in de voedingsindustrie verwacht dat de omzet in het eerste kwartaal van dit jaar gaat stijgen. Dit is duidelijk minder dan de ruim 32 procent die eind vorig jaar voor het vierde kwartaal uitging van omzetgroei. Het aantal ondernemers dat verdere prijsstijgingen verwacht steeg naar recordniveau, terwijl het aantal ondernemers dat zich belemmerd voelt door een tekort aan arbeidskrachten ook toenam. Dit blijkt uit een analyse van recente CBS-conjunctuurcijfers door onze redactie.
Naar branche onderscheiden is het aantal ondernemers in de voedingsindustrie dat een omzetstijging verwacht in het eerste kwartaal het hoogst in de meelindustrie (46,8 procent). Goede tweede is de diervoederindustrie, waar 38,6 procent een positieve omzetontwikkeling voorziet, terwijl bijna een kwart van de ondernemers in de groente- en fruitverwerkende industrie eveneens een omzetstijging verwacht. In de visverwerkende industrie voorziet daarentegen slecht 3 procent een omzetstijging in het lopende kwartaal, terwijl 12,4 procent uitgaat van een daling van de omzet en 84,6 procent van een stabiele omzet. Het aantal omzetpessimisten is het hoogst bij de brood- en deegwarenindustrie en de slachterijen en de vleeswarenindustrie, waar een kwart van de bedrijven een omzetdaling verwacht in het eerste kwartaal.
Een recordaantal van bijna 70 procent van de ondernemers in de voedingsindustrie verwacht dat hun verkoopprijzen in het eerste kwartaal verder gaan stijgen. Slechts 1 procent gaat uit van dalende prijzen. De brood- en deegwarenindustrie herbergt de meeste ondernemers die een prijsstijging verwachten (79,6 procent). In de meelindustrie (78,9 procent) en de zuivelindustrie (76 procent) worden eveneens massaal hogere verkoopprijzen voorzien. De spijsoliën- en vettenindustrie is de enige branche waar een minderheid van de ondernemers stijgende prijzen verwacht (45,4 procent).
Bijna 30 procent van de ondernemers in de voedingsindustrie vond begin eerste kwartaal een tekort aan personeel de grootste belemmering voor hun productie. In de spijsoliën- en vettenindustrie speelt dit tekort nauwelijks (1,1 procent van de ondernemers), in de zuivelindustrie des temeer: bijna 60 procent van de ondernemers ziet de productie hierdoor in gevaar komen. Financiële beperkingen zijn er nauwelijks in de voedingsindustrie, slechts 0,8 procent van de ondernemers noemt dit als belemmering. In zes van de negen door het CBS onderscheiden branches spelen financiële beperkingen totaal niet (0,0 procent). In de visverwerkende industrie zijn de financiële beperkingen relatief het hoogst (4,3 procent).
Bron: Vakblad Voedingsindustrie