Ik was op een feestje van een vriendin. De kamer zat vol. Het gesprek ging over onze bouw-, verbouw- en renovatieperikelen. Een vrouw, ze woont in een oud huis, maakte zich zorgen. Ze vertelde over scheuren in de gevel die er al een hele tijd zaten. Ze hoorden er eigenlijk gewoon bij. Tot iemand die op bezoek was zich ernaartoe had gebogen: ‘Wat een scheuren! Moet je daar niet wat aan doen?’ De vrouw vertelde dat ze nog eens goed had gekeken, en waarachtig: waren ze niet groter geworden? Best fors zelfs? Ze belde gelijk een specialist, die beloofde zo snel mogelijk langs te komen. Na vier weken had hij inderdaad een gaatje in zijn agenda gevonden. “Je weet wel, zo’n mannetje”, zei ze. We knikten. (Had ze ‘mijn’ mannetje gezegd, dan had ze daarmee haar zoontje van vier bedoeld. Maar dat was raar geweest). We hadden er meteen een beeld bij. Hij bestudeerde de scheuren en de muur en vond het geen spoedklus: “Is dat alles mevrouwtje? In Groningen lachen ze om zo’n scheurtje.”
Nu weet ik vrij zeker dat ze in Groningen om geen énkel scheurtje kunnen lachen, zo treurig zijn de bevingen. Iemand naast de vrouw zei dat haar buren de hele pui eruit hadden gehaald. “In één dag hadden ze een nieuwe, helemaal prefab. Ging razendsnel.” Maar dit was voor de vrouw geen optie. Ze woont in een rijksmonument. Het stikt van de regeltjes over wat wel en niet mag.
Ik dacht nog na over een scheur of scheurtje. “In de voedingsindustrie kan een barst van millimeter al een brandhaard zijn van bacteriën”, zei ik. “Dan noem je het echt wel een scheur. Het is maar vanuit welk perspectief je het bekijkt.” Ik zat zo in de terminologie van deze bouwspecial, dat ik al begon over ronde hoeken. “Hahaha,” lachte een grote man. “Ronde hoeken? Is dat niet een cont…, een contra…” Hij zocht naar het juiste woord. “Je bedoelt een contradictio in terminis”, zei ik. Het was even stil “Oja”, antwoordde hij. “Jij schrijft toch voor zo’n blaadje?”
Mijn jarige vriendin hield haar adem in. Of ik op mijn teentjes was getrapt? Ik heb gewoonlijk helemaal niet zulke lange tenen, maar nu was het een understatement. Ik voelde me zwaar op mijn pik getrapt, al heb ik die evenmin. Maar ik stond mijn mannetje. Want een special van 51 pagina’s: dat is met recht een blád!’
Judith Witte
[email protected]
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2019