Het gaat goed met de Nederlandse bouwsector, en de foodsector blijft daarin niet achter. Nieuwe wet- en regelgeving is aanjager voor investeringen. Want het moet duurzamer, kwalitatief beter, gasloos, energiezuiniger en natuurlijk allemaal voedselveilig.
Op 14 mei jl., na jarenlang gesteggel, is eindelijk de Wet Kwaliteitsborging aangenomen in de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. Doel van de wet is de positie van de particuliere en de zakelijke bouwconsument te versterken. Door de toenemende complexiteit in de bouw is herziening van het huidige stelsel van kwaliteitsborging noodzakelijk. De relatie tussen opdrachtgever, bouwconsument en de bouwende partijen moet met deze wet evenwichtiger worden. Minister Kasja Ollegren (Binnenlandse Zaken) zei hierover: “Als je een woning of bedrijfsgebouw koopt, moet je ervan uit kunnen gaan dat het voldoet; dat het veilig en gezond is, dat je de prestaties krijgt die je vooraf overeen bent gekomen. Te vaak zijn er incidenten. De kwaliteit moet dus omhoog.” Om aan de wet te voldoen, moeten er de komende tijd veel kwaliteitsborgers worden opgeleid, en gemeenten moeten zich voorbereiden op hun gewijzigde rol. Er is dus nog veel werk aan de winkel.
Uit recente CBS cijfers blijkt dat de omzet in de bouw al vier jaar achter elkaar stijgt. Vooral de investeringen in de utiliteitsbouw (zowel voor nieuwbouw als renovatie) nemen de komende jaren toe, verwacht ABN AMRO. Uit hun onderzoek blijkt dat in 2018 de waarde van de afgegeven vergunningen steeg met 7,8% tot 6,3 miljard euro. “Het grootste deel van de investeringen gaat naar hallen en loodsen: er is veel vraag naar nieuwe distributiecentra door de sterke stijging van online winkelen. Daarvoor worden nieuwe, volledig geautomatiseerde distributiecentra gebouwd. Het grootste deel wordt gebouwd in het zuiden van Nederland, dat een aantal logistieke hubs kent.”
Een andere ontwikkeling is dat het belang van data ook in de bouwsector duidelijk toeneemt. Ondernemers willen de risico’s die een project met zich meebrengen vooraf kunnen inschatten. Op basis van digitalisering en data kunnen dit soort analyses steeds beter gemaakt worden.
In de bouw zien we digitalisering ook in sterk verbeterde 3D-tekentechnieken, waarbij in een 3-dimensionale omgeving gebouwen volledig worden gemodelleerd. Zo kom je tot een naadloos ontwerp, niet alleen van het gebouw, maar ook de implementatie van installaties en machines. Martijn Baartmans, directeur B-Built BV (dat gespecialiseerd is in de realisatie van koel-/vrieshuizen voor de opslag van voeding) juicht deze ontwikkeling toe. “Zo weten we vooraf waar we moeten bijsturen. Vergissingen kunnen we vroegtijdig signaleren en ons dus richten op optimalisaties. Op de bouwlocatie is er daardoor weinig sprake van aanpassingen. Dit traject vergt misschien meer energie in de voorfase van een bouwproject, en heeft een wat langere doorlooptijd, maar resulteert in snellere en efficiëntere realisaties. De automatiseringsprogramma’s zijn inmiddels zelfs zo ver dat we ‘eenheidsprijzen’ en zelfs ‘tijdseenheden’ aan materialen kunnen koppelen. Daardoor is er continue oog voor kwaliteit, het financiële aspect en de planning.”
Van het positieve economisch klimaat naar de negatieve klimaatverandering is niet zo’n grote stap als het lijkt. Als de vraag groeit, worden grondstoffen schaarser, en het energievraagstuk groter. Duurzaamheid krijgt wereldwijd veel aandacht. In de foodsector, maar zeker ook in de bouw. Er wordt gezocht naar nieuwe, biobased, bouwmaterialen en oplossingen: we lezen over olifantsgras, spijkerbroekenisolatie, gerecyclede plastics en hennepwanden. Sinds de Wet VET (Voortgang EnergieTransitie) vorig jaar juli in werking is getreden, geldt bovendien bij nieuwe omgevingsvergunningen een verbod op aardgasaansluiting, en de verplichting om bij nieuwbouw gasloos te bouwen. Er wordt géén onderscheid gemaakt naar de functie van een gebouw; de verplichting geldt voor woningen én voor utiliteitsbouw. Gemeenten kunnen alleen van de wet afwijken als daar zwaarwegende redenen voor zijn. De wet leidt alvast wel tot mooie innovaties, zoals de elektrische stoomketels van Scharff Techniek: een gasloze oplossing voor de stoomvraag in voedingsfabrieken.
Voor alle nieuwbouw (woning- en utiliteitsbouw) geldt dat vergunningaanvragen vanaf 1 januari 2020 ook nog eens moeten voldoen aan de nieuwe BENG-eisen. Dit zijn eisen voor de energieprestatie voor ‘Bijna EnergieNeutrale Gebouwen’. De Tweede Kamer besluit in de loop van dit jaar over de invulling van de definitieve eisen. Naar verwachting worden deze na de zomer gepubliceerd in het Staatsblad.
De klimaateisen werken ook door in innovaties voor het binnenklimaat. Vooral in koel- en vrieshuizen is dat bijzonder actueel. Het voor food noodzakelijke koelen & vriezen is een grote energieverslinder. B-Built heeft veel ervaring met het bouwen van grootschalige koel-vrieshuizen in West Europa. “Isolatiematerialen in de schil rondom het proces, het gebouw dus, zijn afgelopen jaren sterk verbeterd”, zegt Martijn Baartmans. “We werken nauw samen met producenten die zich inzetten voor innovaties. Daaruit is, onder andere, QuadCore ontwikkeld; een hybride isolatieschuim met een kleinere gesloten celstructuur, waardoor nog betere isolatiewaarden worden behaald met dunnere panelen. Ook de prestaties ten aanzien van brandwerendheid met dit materiaal zijn sterk verbeterd. De panelen leveren bovendien extra credits op voor het BREEAM duurzaamheidscertificeringssysteem.” Momenteel onderzoekt het bedrijf de mogelijkheden voor het toepassen van zonreflecterende materialen. “Deze zorgen ervoor dat de stralingswarmte op gebouwen sterk vermindert; ook daardoor is er minder energie nodig om de gebouwen te koelen. Door innovaties en doorontwikkeling zijn er de laatste tijd betere versies gemaakt. Enkele daarvan komen inmiddels zelfs in aanmerking voor subsidie, waardoor ze interessant zijn om toe te passen.”
Met de komst van de Wet Kwaliteitsborging wordt niet alleen de positie van opdrachtgevers versterkt; de verantwoordelijkheid zou eveneens moeten groeien, vindt de ING. “Om alle mogelijkheden voor circulaire innovatie uit de gehele bouwketen te benutten, ligt er een belangrijke taak bij opdrachtgevers”, stelt ABN AMRO. “Bij aanbestedingen kunnen zij het beste een ‘brede uitvraag’ in ruime bewoordingen doen. Iedere ketenpartner kan dan zijn innovatieve circulaire bouwmethodes aanbieden in plaats van dat deze zijn opgelegd in een dichtgetimmerd bestek waarin verdere innovatie niet meer mogelijk is.”
Hendrik Ruys, directeur van Ruys Vloeren B.V., is het daar helemaal mee eens. “Bij aanbestedingen draait het al gauw om de laagste prijs. Wij vinden een kwalitatief duurzaam product en expertise leveren veel belangrijker.” Ze worden, juist vanwege hun jarenlange expertise in de food, vaak in een vroeg stadium betrokken bij de bouwplannen. “Mensen met ervaring in de bouw en het gebruik van foodfabrieken realiseren zich hoe essentieel een duurzame en goedgelegde vloer is voor de continuïteit van het productieproces. Een vloer in een foodfabriek moet bestand zijn tegen zuren en zware belasting, reinigingsmiddelen en extreme temperaturen. Maar hij moet met name functioneel zijn en bijdragen aan een veilige werkomgeving. Essentieel is een plasvrije vloer, want plassen zijn een bron van bacterievorming. Ook het additionele gebruikersgemak speelt mee: dat je na reiniging en desinfectie niet nog eens met een trekker over de vloer moet, maar dat het water door het afschot vanzelf richting de putjes loopt. Er komt dus nogal wat bij kijken.”
Ook hij benadrukt daarom het belang van het vóóraf goed inventariseren wat de wensen en eisen zijn van de gebruiker. “Wij willen weten met welke producten de klant werkt, welke logistieke bewegingen hij verwacht, welke temperaturen er over de vloer komen, enzovoort. Door deze zaken in het voortraject goed in kaart te brengen, leren we waar mogelijke gevaren en valkuilen liggen. We adviseren volgens het principe: ‘de juiste vloer op de juiste plek’, maar denken ook mee over de wandbescherming en engineering: over de hoogtes van de deuren, waar het afschot komt, wat de beste plek is voor de putjes. In sommige gevallen volstaat gewoon beton; in een vriescel bijvoorbeeld. Dat adviseren we de klant dan ook, ook al leveren wij die vloer zelf niet.”
Per 1 januari 2021 vervalt HACCP. Vervangers zijn BRC 8, IFS, ISO 22000 en FSSC 22000. Wat betekent dit voor de bouw? “Als je voor de strengste norm gaat, kies dan BRC-8”, zegt Silke Potargent, trainer, consultant en specialist op het gebied van bouw- en verbouw bij KTBA. “Wat dit concreet betekent voor de bouw? In BRC-8 staat bijvoorbeeld dat filters voor perslucht op de plaats van gebruik geïnstalleerd moeten worden wanneer het rechtstreeks in contact komt met het product. Dat moet je natuurlijk al in het ontwerp integreren. Er staat ook in die norm dat de vestiging adequate maatregelen moet hebben genomen om te voorkomen dat vogels gebouwen binnenkomen of dat ze kunnen nestelen boven laad- en losgebieden. Deze verplichting staat niet vermeld in IFS 6. De update IFS 7, waarin dit mogelijk wel komt te staan, is uitgesteld; die wordt begin 2020 verwacht.”
Alles bij elkaar zijn er nogal wat aandachtspunten bij (nieuw)bouw. Silke noemt 7 hoofdlijnen, en geeft bij elk een of meer voorbeelden:
> De locatie. “Denk hierbij aan milieuconsequenties voor de buurt of negatieve invloeden vanuit de buurt op het productieproces. Besteed aandacht aan veiligheid en food defense; kunnen de poorten dicht, is er een pasjessysteem voor medewerkers enzovoort.”
> De lay-out van het bedrijf. “Kies voor een I, L, S, U of O-vorm, dan voorkom je kruising van afval- en eindproducten in de routing. Zorg ervoor dat er nooit lekkage kan zijn boven productielijnen, bijvoorbeeld van olie- of koelleidingen. Houdt rekening met de positie van de productielijnen, in het kader van allergenen en contaminatie. En zorg ervoor dat allergenen, ook niet via de lucht, van de ene op de andere lijn terecht kunnen komen.”
> Watergebruik. “Welke kwaliteit water heb je waar in het bedrijf nodig, kun je het recyclen, wat doe je met afvalwater?”
> Afvalbestrijding en voedselverspilling. “Bij een bakkerij bijvoorbeeld blijft er altijd deeg over, dat kan bij de volgende batch worden gebruikt. Maar dan moet je er bij de bouw wel rekening mee houden dat dit makkelijk kán. Als je wat over is aan een voedselbank wil doneren, moet hier wel een opslag voor zijn.”
> Ongediertebestrijding. “Geef al bij het ontwerp aandacht aan ongediertebestrijding, door kritisch te kijken naar waar ze zich kunnen nestelen en waar ze water en voedsel vinden. Zet bijvoorbeeld geen container vlak bij een weiland of bosrand. Dat klinkt als een open deur, maar echt, het gebeurt! Zet geen begroeiing rondom je bedrijf. Zorg dat alle kieren en poorten volledig gesloten kunnen worden. Om te voorkomen dat vogels zich gaan nestelen, zie je dat bedrijven kleurrijke ballonnen rondom het bedrijf ophangen. Bespreek ook mogelijke oplossingen met een ongediertebestrijder.”
> Temperatuur-gecontroleerde ruimtes. “Probeer koude ruimtes en warme ruimtes samen te groeperen, dat levert je energiebesparing op. Ga je van heel koud naar warm, hou dan rekening met een sluis, zorg voor de juiste deuren.”
> Infrastructuur. “Dit onderdeel krijgt heel veel aandacht. Denk aan ronde hoeken, geen spleetjes en kieren, een voedselveilige materiaalkeuze, mogelijkheden voor inspectie en schoonmaak, hygiënisch ontwerp en geen vochtophoping.”
Bij bouwen gaat het niet alleen om nieuwbouw, al levert dat aansprekende voorbeelden en verhalen op. Het draait ook om renovatie en onderhoud. Daar blijkt niet altijd voldoende aandacht voor te zijn. KTBA analyseerde diverse audits uitgevoerd op basis van de BRC Food, IFS Food en FSSC 22000 schema’s. De onderzoekers signaleerden een opvallend gegeven: 1/3 van alle afwijkingen wordt gegeven op criteria die betrekking hebben op het voldoen aan de basisvoorwaarden. Van deze afwijkingen hebben de meeste te maken met de inrichting en onderhoud van bouwkundige en technische voorzieningen, en op de hygiëne (de schoonmaak en het naleven van hygiëneregels). KTBA ziet dit als een duidelijk signaal: “Het lijkt erop dat onderhoud en zorg voor hygiëne (te) weinig prioriteit krijgt.” Ze pleiten niet alleen voor beter intern toezicht op de schoonmaak en het naleven van hygiëneregels, meer zeker ook voor meer aandacht voor onderhoudsbudgetten en het uitvoeren van onderhoudsplannen.
Bronnen afbeeldingen:
- Beeld met helm: ©PHONIX_A PK.SAROTE/SHUTTERSTOCK.COM, Beeld gebouw: ©PETRMALINAK/SHUTTERSTOCK.COM, Beeld vloer met put ©RUYS VLOEREN en beeld met aardbeien: ©SEAN VOELGER/SHUTTERSTOCK.COM
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2019