Er wordt in het jaar 2021 veel gevraagd van het verandervermogen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en haar medewerkers. Dat concludeert inspecteur-generaal Maarten Ruys in zijn voorwoord van het Jaarplan 2021 van de NVWA. De coronacrisis en de Brexit brengen nog veel onzekerheid met zich mee. Ook de invoering van Europese verordeningen op het gebied van planten en dieren zal in 2021 veel impact hebben op het werk van de NVWA.
De NVWA heeft in de aanloop naar de Brexit circa 100 dierenartsen aangenomen. Vanwege een tekort aan dierenartsen in Nederland en in andere Europese landen is het echter moeilijk om meer dierenartsen aan te trekken en te behouden voor keuringswerkzaamheden. Ook voor andere specialistische taken is het soms moeilijk vacatures snel en goed ingevuld te krijgen. De NVWA onderzoekt daarom of het mogelijk is om meer taken uit te laten voeren door goed gekwalificeerde medewerkers die geen dierenarts zijn. Ook gaat de NVWA zich nog meer inspannen om dierenartsen en ander benodigd personeel te werven, op te leiden en aan zich te binden.
De NVWA zal in 2021 verder gaan met de verbeteringen die voortvloeien uit de zogenoemde herbezinning die in 2020 is afgerond. De NVWA werkt de komende tijd aan de hand van een aantal vastgestelde thema's (zoals professionalisering van het werk en het vakmanschap en verbetering van de informatievoorziening en de ICT) aan een toekomstbestendige organisatie. Een belangrijke randvoorwaarde voor de verbeteringen is een betere balans tussen maatschappelijke verwachtingen en beschikbare middelen voor de NVWA. Het is daarbij belangrijk dat de NVWA ook helder is over de beoogde prestaties van het toezicht en over de grenzen die aan de inzet van het toezicht verbonden zijn.
Net als andere jaren besteedt de NVWA in 2021 het grootste deel van de beschikbare capaciteit (50%) aan het bewaken van de voedselveiligheid. Het gaat hier niet alleen om toezicht op levensmiddelen die aan consumenten worden verkocht, maar ook om op bijvoorbeeld antibioticagebruik, diervoeders, het slachtproces en dierlijke bijproducten. Andere publieke belangen zijn productveiligheid (6% capaciteit), diergezondheid (8%), natuur en milieu (10%), tabaksontmoediging (2%), plantgezondheid (11%), dierenwelzijn (9%) en controle op subsidieregelingen (4%).
Bron: NVWA