Door de bank genomen wordt 30% tot 60% van het bedrijfsafval gescheiden. Dit kan gemakkelijk opgekrikt worden tot boven de 90%. Engels onderzoek wijst uit dat 1% tot 3% van de omzet uit afvalkosten bestaat, met uitschieters naar 4,5%; een flinke hap uit de bedrijfswinst. Tijd om de afvalbak kritisch onder de loep te nemen.
Uit ervaring weten we dat als bedrijven gevraagd wordt naar de hoogte van hun afvalkosten, ze vaak het antwoord schuldig blijven. Er moet diep in de financiële administratie worden gegraven om die kosten boven water te halen. En dat zegt nog steeds niks over de kosten voor het afvoeren van afval. De bekende 1.100 liter containers, waarvan er bij elk bedrijf wel enkele staan, kosten per jaar 1.200 euro per stuk als ze één maal per week geleegd worden; ook als er niks in zit. En daar leggen we de vinger op de zere plek: afvalbakken worden geleegd, of er nu wel of niet iets in zit. Vaak hebben bedrijven te veel afvalbakken. Ze zijn bang dat er bij piekproducties zoveel afval wordt gemaakt, dat ze het dan niet kwijt kunnen. Met het gedurende enkele maanden simpel bijhouden hoe vol de afvalbakken zijn, krijg je inzicht hoeveel bakken er nu eigenlijk nodig zijn. Hier pak je als bedrijf al de eerste besparing.
Voor de tweede besparing kunt u een proefje uitvoeren binnen uw bedrijf, waar dat mogelijk is. Veel ondernemers vinden het leuk dit uit te voeren; je komt namelijk de raarste dingen tegen in de afvalbak. De proef bestaat uit het plaatsen van diverse afvalbakjes voor verschillende stoffen zoals hout, agf, plastics, papier e.d., op plekken waar personeel werkt of langsloopt. Vervolgens weeg je de verschillende soorten afvalstoffen die per week of per maand vrijkomen. Met die getallen vraag je verschillende afvalinzamelaars naar offertes. Afvalinzamelaars richten zich vaak op de inzameling van een speciaal soort afval, en de prijzen die ze hanteren lopen dikwijls sterk uiteen. Met de juiste offerte in de hand kan de beste situatie permanent worden gemaakt.
Deze proef maakt ook zichtbaar wat er verspild wordt: voedsel dat over de datum is, enkelzijdig geprint papier, ordners, grote snijstukken, pallets, gebruikte emballage. Het is een bron van inspiratie voor de ondernemer om het bedrijfsproces nog eens goed na te lopen, mensen bewust te maken van welke materialen ze gebruiken en hoe ze dat doen, en afspraken te maken met het personeel over wat weg te gooien. Elk materiaal dat als ‘afval’ het bedrijf verlaat, is ooit ingekocht. Meestal huurt de afdeling inkoop de afvalcontainers, en betaalt dus ook voor de afvoer van ingekocht materiaal. Door afval te voorkomen, wordt veel meer bespaard dan met de recycling ervan: 10 tot 20 maal zo veel. Een goede zaak dus om met de afdeling inkoop te kijken wat er minder kan worden ingekocht.
‘Door afval te voorkomen, wordt veel meer bespaard dan met de recycling ervan’
Controle van voorraden brengt ook veel aan het licht. Overleg met de leverancier over de verpakking kan leiden tot vermindering ervan, of zelfs tot het terugnemen van verpakkingsmateriaal als service. De leverancier bulkt het materiaal op en soms wordt er zelfs nog voor betaald door een derde die het materiaal goed kan gebruiken als grondstof. Verder loont het de moeite om te kijken naar wat er voor ‘afval’ wordt betaald. Er is intussen een levendige handel in bijvoorbeeld tweedehands emballage, zoals houten en plastic pallets, en in kunststoffen. Een blik op www.polyring.nl, een project vanuit de TU Delft, laat mogelijkheden zien voor afzetkanalen.
De provincie Noord Holland heeft de TU Delft gevraagd om Noord-Hollandse bedrijven te helpen om de kosten op hun bedrijfsafval naar beneden te krijgen. Op www.afvalkring.nl worden Noord-Hollandse bedrijven geholpen met het intern afvalmanagement en de afzet van hun restmaterialen.
In sommige gevallen zijn vraagstukken over afval erg ingewikkeld. Optimalisatie van snijtechnieken om zo veel mogelijk materiaal te gebruiken, het in kaart brengen van materiaalstromen in de keten, of het aanpassen van het ontwerp zijn zulke voorbeelden. Deze vraagstukken zijn welkom als studentenopdrachten aan universiteiten. In bepaalde gevallen loont het om onderzoekers in te schakelen. Aan technische universiteiten worden steeds vaker innovatieve en praktijkgerichte oplossingen voor het bedrijfsleven gevonden. Voor vragen hierover kunt u terecht bij het Kennisplatform Duurzaam Grondstoffenbeheer
In de meeste gevallen worden bedrijven afgerekend op het aantal gehuurde containers, dus op volume. Piepschuim (EPS) komt als verpakking voor bij bijvoorbeeld de vishandel. Het is erg duur materiaal om weg te gooien of in te zamelen. Tegenwoordig zijn er persen in de handel die piepschuim tot 50 maal zo klein persen. Deze machines verdienen zich vaak snel terug. Ook zijn er persen in de handel voor kartonnen dozen en kunststof folies.
Bij veel bedrijven in de voedingsindustrie wordt materiaal dat op de grond valt afgevoerd naar de veevoedingsindustrie. Door het productieproces na te lopen op punten waar het meeste materiaal op de grond komt, kan men maatregelen treffen. Een bakkerij had kritische punten in haar productielijn simpelweg uitgerust met RVS platen. Viel er iets van de band, dan werd het schoon opgevangen om weer in het proces te voeren.
Een kunststoffenbedrijf ving haar aanloopverliezen op in octabins (grote kartonnen dozen). Dat werd met het restafval opgehaald. Het ging vaak om partijen van twee kubieke meter, ca. ½ tot 1 ton. Men wist niet goed hoe men kunststof recycleaars moest vinden en dacht dat afvalkosten niet hoog waren. Na controle van de kosten ging het management toch eens op internet zoeken. Binnen 10 minuten werd een besparing gerealiseerd van minimaal 2.000 euro per jaar.
Bron: ©iStock.com/PedroSalaverria