Een halfgare hamburger met gebakken uitjes op een zacht kadetje… Een kartonnen bordje met drie enigszins verkoolde sateetjes, nauwelijks zichtbaar onder een klodder pindasaus... De vage onrust of het wel veilig is, wegspoelen met bier uit een plastic bekertje.
Wie had ooit gedacht dat ik dáár naar zou terugverlangen? Ik lig in een tuinstoel in de zon, omringd door de stilte van onze achtertuin, en denk aan voorgaande edities van Koningsdag. Aan ballonnenwedstrijden (mag niet meer) en stoepkrijten met de kinderen.
Koningsdag vieren we graag in een zonnige vrolijkheid, in het oranje of met rood-wit-blauwe strepen op onze wangen. Met spelletjes, rommelmarkten, bier en muziek. En natuurlijk met eten op straat. De verjaardag van onze Majesteit is daarmee traditioneel ook dé hoogtijdag voor het oplopen van een voedselvergiftiging. Dat risico namen we, op deze dag dan, voor lief.
Blijkbaar verlangde half Nederland op Koningsdag 2021 naar de tijd van weleer; toen deze dag de ultieme kans bood om weer eens goed ziek te worden door een micro-organisme (nu ons voedsel over het algemeen eigenlijk best heel veilig te noemen is). Ze zochten elkaar op in de steden en sloegen alle coronaregels in de voorjaarswind. Wat nou ‘blijf thuis’, niks anderhalve meter afstand houden! Kraampjes met voedsel waren er niet, maar de fysieke nabijheid van zoveel mensen bood schijnbaar hét alternatief: dan maar corona.
Zulke losbandigheid kan de voedingsindustrie zich natuurlijk geen dag, nog geen seconde, veroorloven. Je moet áltijd scherp zijn, altijd met volle aandacht in het hier en nu staan. Altijd de voorschriften naleven. Want ‘best heel veilig’ is niet genoeg.
En om nog meer preventief in plaats van reactief de voedselveiligheid te bewaken, had je problemen die zich mogelijk over één of enkele jaren aandienen, zelfs gisteren al moeten spotten. Wat is de invloed van klimaatveranderingen, van langere en internationale voedselproductieketens, van veranderende consumptiepatronen zoals meer plantbased producten, kant-en-klaar en groentes na de oogst rauw consumeren?
Het is eind van de middag en aangenaam warm in onze achtertuin. Ik ben in slaap gevallen en voel mijn huid gloeien; verbrand. Stom, ik had me beter moeten insmeren. Manlief steekt de barbecue aan. De zelfgemaakte hamburgers mogen op het rooster. Mijn Belgisch biertje gaat in een glas (want wegwerpplastic; daar doen we niet meer aan.)
“Zijn ze al gaar?” vragen de kinderen, hongerig en ongeduldig.
“Nog éventjes”, zeg ik.
Judith Witte
[email protected]
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2021