Lifestyle is de toekomst
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Lifestyle is de toekomst

  • 12 april 2021
  • Door: Judith Witte

Een ovenkroket die bij hitte splijt, een product dat tijdens het bakken te veel vocht loslaat, het verlagen van het zout-, suiker- en/of vetgehalte, een betere hechting willen tussen laagjes in het product. De vragen vanuit de voedingsindustrie zijn divers. De oplossingen ook. Productverbetering houdt nooit op. 

Producenten helpen bij hun zoektocht naar het verbeteren van de structuur, smaak, kwaliteit en houdbaarheid van voedingsproducten, en kostenverlaging; het zijn doelen die zowel René Manders - commercieel manager industrie en retail bij FI&S, Laurens Maathuis - managing director bij DCP Ingredients en Albert Goedemoed - sales & product manager bij Life Supplies nastreven. Voor dit artikel schuiven ze gebroederlijk aan de Teams-tafel om met elkaar te praten over de trends, ontwikkelingen en uitdagingen die ze signaleren in de wereld van ingrediënten. 

DCP Ingredients is een internationaal georiënteerde producent van functionele rundercollageen voor de voedingsindustrie: laag in vet, halal gecertificeerd en ze bevatten geen additieven. Textuurverbetering, meer sappigheid, zoutvermindering, verlagen van het vlees/vetgehalte; er zijn legio mogelijkheden om met rundercollageen op aan te haken.  

FI&S voorziet de voedselverwerkende industrie van levensmiddelentechnologische functionaliteit door het ontwikkelen, produceren en verkopen van op maat gemaakte blends; voor het verbeteren van structuur, textuur, binding, coating, opbrengst en verbetering van de houdbaarheid, smaak en kleur.  

Life Supplies is leverancier van alle denkbare voedingsadditieven, van standaard tot zeer specifiek, traceerbaar tot de bron, en altijd van een gegarandeerde, constante hoge kwaliteit en veiligheid.

Klimaat en corona

Wat zijn de belangrijkste trends op de wereldmarkt van ingrediënten?

“Schaarste!”, zegt Albert Goedemoed (Life Supplies). “Van oudsher zijn we gewend om grondstoffen zoals mais en soja, rubber en olie, van ver te halen. Dat wordt, of is al, een toenemend probleem. Voor onze klanten zijn we hierin pro-actief. Klapt de markt in elkaar? Is er een alternatief beschikbaar zodat zij door kunnen met hun productie? De corona-pandemie leidt op dit moment tot grote tekorten op de wereldmarkt. China en India gingen op slot, de zeevracht klapte in elkaar, er ontstonden serieuze problemen in de supply chain.”
René Manders (FI&S) herkent dat: “Van aanvraag van grondstoffen tot en met de levering; alles gaat nu moeizaam. Zelfs aan zeecontainers is een tekort, die kosten ineens het 10-voudige. Voorheen was FI&S erg gericht op de export naar Amerika, Azië en Afrika. Afgelopen jaren zijn we ons meer gaan oriënteren op de Nederlandse markt. Daar zijn we nu wel erg blij mee.”
Albert: “Ook de toenemende klimaatproblematiek speelt mee bij schaarste. Zoals nu; er is een enorm tekort aan producten die herleid kunnen worden uit de olie. Denk aan monopropyleen, chemisch azijnzuur en plastic, voor je verpakking. Zo zijn in Texas een aantal oliekrakers stil komen te vallen door de extreme temperatuurdaling in februari van plus 30 naar min 30 graden. Alles was kapotgevroren. Doordat die fabrieken nu stil liggen, ontstaan er dus ook geen bijproducten die weer verwerkt kunnen worden tot bijvoorbeeld azijnzuur, poly-ethyleen en poly-propyleen. Hierin ontstaan grote tekorten."

"Een ander voorbeeld is inuline. Dat is een 100% oplosbare vezel die veel wordt gebruikt in sportvoeding, ontbijtshakes, maaltijdrepen en heel populair is voor toepassing in vleesvervangers. Inuline is een extract uit de cichorei-wortel. De oogst ervan is afhankelijk van een aantal factoren. Door klimaatomstandigheden was de oogst dit jaar 30% minder dan vorig jaar, terwijl de vraag naar inuline juist is toegenomen.”
DCP-Ingredients haalt zijn grondstoffen uit Europa. “Gelukkig maar. Voor ons liep de aanvoer ondanks corona gewoon door,” zegt Laurens Maathuis (DCP Ingrediënts), “De vraag naar ons rundercollageen neemt nog steeds toe. De corona-epidemie heeft ons wel wakker geschud. We zien nog beter hoe essentieel het is om je breed te oriënteren om niet te kwetsbaar te worden.”
Albert ziet hierin een tendens: “Er wordt beter nagedacht over risicospreiding dan tien, twintig jaar geleden. Bijvoorbeeld door producten niet allemaal te betrekken van één continent. Dan maar wat meer betalen, maar continuïteit is belangrijker dan de prijs.
Ook groeit het bewustzijn dat het klimaat een behoorlijke invloed heeft op de capaciteit van de teelt van bepaalde grondstoffen, zoals mais, soja en graan. Hier zien wij tekorten in ontstaan.”

Plant-based

Nauw verbonden aan de klimaatdiscussie is de maatschappelijke discussie rondom vleesconsumptie. Wat merken jullie als ingrediëntenleveranciers daarvan?

Laurens: “Met rundercollageen kun je heel goed een hybride product maken, dat voor een deel bestaat uit vlees en waarbij je gebruikmaakt van de technologische eigenschappen van rundercollageen. De ontwikkeling van hybride producten stijgt al jarenlang, zonder dat we het ons realiseren. Veel vleesproducten, zoals hamburgers en schnitzels, zijn in feite al hybride doordat ze bijvoorbeeld aardappelzetmeel, paneermeel of soja-eiwitten bevatten. In Nederland groeit de vraag naar vleesalternatieven, onder andere uit klimaatoogpunt, in andere delen van de wereld, zoals in Afrika en Azië, spelen andere vraagstukken een hoofdrol. Daar gaat het veel meer om de beperkte beschikbaarheid van vlees en een laag besteedbaar inkomen. Met een hybride product wordt een voedzaam en betaalbaar vleesproduct bereikbaar voor een grotere groep mensen.”
Albert: “Met de gestegen vraag naar veel plant-based producten, groeit ook de vraag naar functionele ingrediënten en additieven. Die zijn nodig om alles aan elkaar te plakken, om sappigheid te krijgen of een romig mondgevoel. Daar zetten we stevig op in, met producten vanuit fermentatie en bijvoorbeeld ook azijnzuur en natrium sulfaat vanuit herwinning uit houtcellulose. Plant-based producten hebben het label dat ze beter zijn voor het milieu dan vlees, maar die discussie moet eerlijker gevoerd worden vind ik. Want plantaardige eiwitten zijn vaak intensief bewerkt, en ook dat geeft een hoge energiebelasting. Waar haal je de ingrediënten zoals soja, helemaal vandaan? Hoe worden de grondstoffen verbouwd en door wie, wat kost het aan water, land, bestrijdingsmiddelen? De feiten stroken naar mijn idee niet helemaal met het duurzame verhaal. Wij zijn Ecovadis gecertificeerd; een duurzaamheidscertificering. We zien een trend bij onze klanten dit door te zetten.”
Laurens: “Eens. Je moet het héle verhaal vertellen. Eerlijk zijn. Dat het destijds fout ging met de introductie van extra mager gehakt bereikt door de toevoeging van plantaardig eiwit, zat met name in de communicatie. Om innovatie te laten slagen, is een cultuuromslag nodig. De consument moet kunnen kiezen op basis van eerlijke informatie. Nu is het vaak niet duidelijk wat precies de verschillen zijn tussen een vlees- en een hybride product, welke invloed de samenstelling heeft op de kosten en de milieubelasting, en op zaken als bereidingstijd, smaak en sappigheid. Dát verhaal moet beter verteld worden. Die transparantie moet er zijn.”

Transparant

Albert haakt daar op in: “Niet alleen het verhaal erachter moet transparant zijn. Het is cruciaal dat ook alle ingrediënten 100 procent zijn wat je zegt dat ze zijn. We sturen daarom altijd de originele analysecertificaten mee met de zendingen naar de klant, en auditen en controleren al onze partners volgens Europese standaarden, ook als ze in Azië of Afrika zijn gevestigd.”
Bij FI&S is dat niet anders beaamt René: “Alle ingrediënten die bij ons binnenkomen, worden door zowel ons eigen lab als door een extern geaccrediteerd laboratorium getest. Alles moet voldoen aan onze eisen. En die zijn behoorlijk streng.”
Laurens benadrukt dat ook zij de keten van voor tot achter in beeld hebben. “Erkenning is een vereiste om je product commercieel te vermarkten. We zijn onder andere FSSC 22000 gecertificeerd.” 

Innovatie

Hoe staat het eigenlijk met het innovatieve vermogen in de branche?  

Er is nog genoeg te doen, maar innovatie staat op het moment bij veel bedrijven op een laag pitje, zegt René. “Om goed te adviseren moeten we exact weten wat de doelstelling van de klant is. Soms willen ze alleen een kleine rendementsverbetering. Dan analyseren we de samenstelling van de bestaande ingrediëntenmix en productielijn en is het doel vaak al te bereiken door de lijn iets anders af te stellen. Een nieuw ingrediënt toevoegen werkt, net als de rimpeling van een steen in het water, altijd door in het héle product. We zeggen daarom nooit tegen een klant ‘Hier heb je een mix, probeer maar eens’. Meten is weten. Nieuwe producten krijgen eerst challengetesten, en worden gekeurd op smaak, kleur en houdbaarheid. Door corona zijn de labs echter maar half bezet en ook de (sensorische) panels zitten thuis. Veel vernieuwing staat op ‘on hold’.”
Albert beaamt: “Ik was al een jaar bezig met een nieuwe ontbijt-shake voor een bekende zuivelproducent in Nederland. Toen kwam corona en is het hele project in de vriezer gezet. Nu zijn ze langzaam weer aan het opstarten, maar alle testen moeten opnieuw. Dus trek er maar weer een jaar voor uit. Dat is wel zuur.” 

René geeft aan dat circulariteit een aanjager is voor verandering en vernieuwing. “Zo zijn we een samenwerkingsverband aangegaan met Peel Pioneers, die sinaasappelschillen ophalen van uitgeperste sinaasappels bij supermarkten. Daar persen ze olie uit, en er komt een vezel bij vrij. Die vezel verwerken wij weer in onze mixen; voor binding in producten: ‘van schil naar schap’ heet het project. We werken ook samen met een fabrikant van witlofvoetjes. Als de witlof van de grond wordt gesneden, blijft er een stronkje in de grond achter. Dat werd eerder vermalen en weggegooid. Wij zeggen: zonde! Je kunt het verwerken en gebruiken; voor smaak, binding of extra vezels. Uit die bittere stronkjes winnen we sinds kort een vezelachtige stof dat als hulpstof dient in diverse mixen. Hier liggen kansen.”

Naast duurzaamheid geeft ook gezondheid nog altijd een boost aan innovaties, wat merken jullie daarvan?

“Zoutvermindering blijft actueel,” zegt Albert, “Net als suiker- en vetvermindering. Wat mensen willen, is wel de beleving van zoet, zout en vet, maar niet de nadelige, ongezonde, gevolgen ervan. Er wordt daarom volop ingezoomd op mogelijke vervangers, zoals Stevia voor suiker. Gebruik je echter Stevia als zoetstof, dan moet je de bitterheid die het óók heeft, verbloemen met een ander ingrediënt. Wij onderzoeken nu wát er precies in dat plantje zit dat het zo zoet maakt, om vervolgens alleen dát deeltje uit de Stevia te halen dat met suiker te maken heeft.”
“We kunnen ons rundercollageen, met een iets andere behandeling, omturnen tot collageen peptides”, zegt Laurens. “Met dat ingrediënt richten we ons nu onder meer op de markt voor sportrepen en fitness-hersteldrankjes. We openen daarvoor binnenkort een heel nieuwe fabriek. Lifestyle is de toekomst. De corona-pandemie heeft mensen wakker geschud. We zijn ons bewuster van het belang van een gezonde levensstijl waarbij gezondere voeding en meer bewegen een belangrijke rol spelen.” 

Genoeg ingrediënten voor vernieuwing. De branche is nog lang niet uitontwikkeld.


Beeld lifestyle:©Africa studio/Shutterstock.com
Beeld wereld: ©Natalyabond/Shutterstock.com
Beeld fabriek: ©Matej Kastelic/Shutterstock.com

Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2021