Ketenver­duur­za­ming vraagt om samenwer­king, geen concurrentie

Terwijl Europese industriële bakkerijen samenwerken aan duurzamere grondstoffen zoals koolstofarme tarwe, ontbreekt in Nederland de regie. De voedingsindustrie loopt daardoor achter in de verduurzaming. “Zolang duurzaamheid als concurrentiemiddel wordt gebruikt, komt echte vooruitgang niet van de grond,” aldus Ceel Elemans, sectorspecialist Food bij ING.

De ACM roept bedrijven op om niet langer bang te zijn voor samenwerking. Brancheorganisaties kunnen hierin het verschil maken, net als supermarkten. Die kunnen verduurzaming zwaarder laten meewegen dan prijs bij hun inkoop. Dat geeft leveranciers meer ruimte om te investeren.

Even ademhalen, maar de druk blijft

Door aanpassingen in Europese regels (de zogeheten Omnibus-voorstellen) neemt de administratieve druk voor bedrijven tijdelijk af. Dat geeft wat lucht. Minder papierwerk betekent meer vrijheid om keuzes te maken, zonder elke stap te moeten onderbouwen.

Maar let op: de doelen van de EU Green Deal blijven gewoon staan. Grote opdrachtgevers, zoals supermarkten en bedrijven als Unilever, leggen de lat steeds hoger. En zij verwachten dat hun leveranciers meegaan.

De kracht van samen doen

Een goed voorbeeld van wat samenwerking kan opleveren, is de eiwittransitie. Het doel: in 2030 moet de verhouding tussen dierlijke en plantaardige eiwitten in het supermarktschap 50/50 zijn.

Supermarkten nemen dat serieus. Farm Dairy bracht bijvoorbeeld zuiveldranken op de markt die voor 30 tot 40 procent bestaan uit plantaardige ingrediënten, afkomstig van Nederlandse tuinbonen. Zo’n stap laat zien wat er wél kan als de hele keten meedoet.

Ing.nl