NAWI uit Nederland en het Deens-Canadese SFK LEBLANC zijn voorjaar 2014 gefuseerd tot één bedrijf: SFK LEBLANC. “Geen zorgen, er verdwijnt niks,” stellen Sales Director Alfred Klunder en CEO Ib Nykjær. Het resultaat is vooral méér: meer knowhow en een breder aanbod. Twee gedreven mannen aan het woord.
Vanuit Borculo, standplaats van NAWI houdt de uit Denemarken afkomstige CEO Ib Nykjær een deel van zijn tijd samen met Alfred Klunder contact met de vijf andere vestigingen van het bedrijf, gevestigd in Canada, China, Denemarken, Rusland en de VS, en daarnaast met een wereldwijd netwerk aan lokale agenten.
“SFK Systems A/S was van origine een Deens bedrijf, ooit gestart binnen Danish Crown voor het ontwerp en de fabricage van de slachtlijnen voor varkens,” blikt Ib terug. “Ruim 10 jaar geleden zijn we volledig verzelfstandigd, er is dus geen link meer met DC. Na de overname van het Canadese bedrijf LEBLANC zijn we ook internationaal gegaan. LEBLANC was vooral sterk in de snijzaalbranche; in Noord-Amerika hadden ze 60% van de varkenssnijzalen in handen. Na de overname hadden we niet alleen een groot deel van de internationale markt te pakken, maar ook de expertise in huis om het hele proces van slacht tot uitbenen van varkens te verzorgen.” Maar het ondernemende management wilde meer: ook klanten in de rundersector bedienen. “Zo kwamen we uit bij NAWI.”
Alfred Klunder vervolgt: “NAWI werd in 1980 opgericht door Gerard Nabers en Frans Wittebroek. Zij voerden voor Coveco Borculo het servicewerk uit. Van het een kwam het ander: vanuit de mentaliteit ‘dat kun’n wi’j ok wal’ pakten ze steeds meer onderdelen op. Zo groeide NAWI uit tot een bedrijf gespecialiseerd in slachtlijnen en snijzalen voor zowel runderen als varkens en in logistieke oplossingen. Ook bij ons was er behoefte aan een bredere blik: we wilden graag de grens over, voet aan de grond krijgen in de internationale markt. Een fusie met SFK LEBLANC, dat wereldwijd al vijf kantoren en vier productielocaties had, was dan ook precies waar we naar op zoek waren.
“Ook geografisch paste het goed,” vindt Ib. “SFK LEBLANC was inmiddels goed vertegenwoordigd in Noord-Amerika, maar minder in Midden-Europa. Daar heeft juist NAWI een goede naam opgebouwd.”
Alfred lacht: “Dat wilden we inderdaad niet. NAWI staat binnen Europa immers bekend als dé expert op het gebied van runderslacht. De naam ‘NAWI’ blijft daarom bestaan: niet als bedrijfsnaam, maar als merknaam voor de slachtlijnen voor rundvee, kalveren en schapen.”
‘Wat verandert is de naam; wat blijft is de vertrouwde kwaliteit, service en expertise in automatisering’
“De logistieke tak blijft!” verklaart Alfred gedreven. “Dat is echt mijn passie. Fusiepartner SFK LEBLANC zag eveneens de potentie van de logistieke oplossingen. Samen besloten we om deze productgroep krachtiger in de markt te zetten met een eigen merk: FP LOGISTICS, een afkorting van Food Production Logistics. FP LOGISTICS richt zich exclusief op de hygiënegevoelige omgeving. We leveren oplossingen voor leveranciers in de voedingsindustrie, zoals groentesnijderijen en vleesvoorverpakkers. Onze expertise ligt in krat-, doos-, pallet- en dolavoplossingen, inclusief warehousing. Of je nou wil stapelen, ontstapelen, bufferen of wassen in krattenwasmachines; als het product dat van A naar B vervoerd wordt hygiënegevoelig is, en wanneer voedselveiligheid een belangrijke kwestie is, maken wij het. Het merk is gebouwd op de bestaande NAWI-oplossing, aangevuld met producten uit het SFK LEBLANC portfolio, en zal vanuit die basis verder uitbreiden. Wat verandert is de naam; wat blijft is de vertrouwde kwaliteit, service en expertise in automatisering. Uitgangspunt is de leantheorie: alle stappen die vanuit de optiek van de klant geen waarde toevoegen, proberen we uit het proces te elimineren. Voor mij is de kostprijs laag houden en een optimale efficiency bereiken, echt een uitdaging. Het vinden van het juiste concept, passend bij het proces van de klant; dat uitpuzzelen vind ik heerlijk om te doen. Het is net als bouwen met lego,” zegt hij met een kwinkslag naar zijn Deense collega.
“Wij verkopen uitsluitend oplossingen voor het vervaardigen en onderhouden van slachtlijnen voor rundvee, varkens en schapen, en hoogwaardige geautomatiseerde snijzalen voor deze drie branches. Daarnaast focussen we ons op logistieke oplossingen voor hygiënegevoelige producten. Alles ontworpen om te voldoen aan de meest veeleisende standaarden op het gebied van hygiëne, efficiency, betrouwbaarheid, flexibiliteit en ergonomie,” antwoordt Alfred. “Waarom die hoge standaarden? Wereldwijd zijn er verschillen tussen wet- en regelgeving. Maar als ondernemingen in landen waar de regels minder scherp zijn, willen exporteren, zullen zij zich toch aan de regels moeten houden van de importerende landen. De druk op aanbieders om op dezelfde hoge kwaliteitsstandaard te produceren is groot.”
‘Wij blijven dezelfde jongens en klanten houden dezelfde contactpersoon. De fusie is vooral een kwestie van twee bedrijven die elkaar versterken’
En dát raakt dan weer Ib’s persoonlijke passie: “Mijn drive is wereldwijd mensen kunnen voorzien van voedselveilig geproduceerd vlees,” zegt hij. “Onze klanten krijgen het meeste vlees tegen zo laag mogelijke kosten en zo weinig mogelijk milieu-impact, vandaar onze slogan ‘getting the most out of meat’. Dierenwelzijn vinden we erg belangrijk. In veel landen is waterverbruik een issue; dat hebben we door slim ontwerpen en slimme software weten te halveren. Uitbenen is precisiewerk: we streven naar optimale verwaarding. Door de kosten voor de klant te verlagen, processen te optimaliseren en verregaande automatisering, is het mogelijk nóg preciezer te werken. Per geslacht beest levert dat misschien maar een beetje meer op, maar bij grote volumes tikt dat echt aan. Ook tracking en tracing wordt steeds belangrijker. Dit vereist volledig geïntegreerde systemen. Er gaat vrij veel geld zitten in onderzoek en ontwikkeling van zowel apparatuur als automatisering, maar het is een must: innovatief zijn is echt waar je je markt mee wint. Klanten hebben zelf vaak ook een schat aan kennis. Zij vragen om klantspecifieke oplossingen.”
Alfred: “Omdat het belangrijk is om op de hoogte te blijven van wat de markt wil, en omdat we leidend willen zijn met onze oplossingen, hebben we onze eigen R&D afdeling. Daar ontwikkelen we zelf nieuwe apparatuur en testen we de oplossingen met onze key customers.”
Ib: “Verder krijgen we input van zowel onderzoeksinstituten als van onze leveranciers. We werken bovendien samen met universiteiten in Europa en Noord-Amerika.”
“Onderdeel van onze bedrijfscultuur is de wens om dicht bij de klant te staan. Probeer geen Deens kantoor in Rusland neer te zetten, dat werkt helemaal niet,” weet Ib uit ervaring. “Zelfs al spreek je de taal vloeiend, je bent nog steeds niet opgegroeid in dezelfde cultuur. In ieder land hebben daarom we lokale vertegenwoordigers, die letterlijk en figuurlijk de taal van het land spreken, maar ook doordrongen zijn van ónze bedrijfscultuur: de klant en het proces staan altijd centraal. Zij begrijpen hoe ze met de lokale klant moeten communiceren. Dankzij onze wereldwijde dekking, gecombineerd met lokale expertise, kennen en begrijpen we echt de markten waarin we opereren. Dat moet ook wel, want service verlenen houdt niet op bij het helpen neerzetten van een lijn bij een bedrijf; SFK LEBLANC is een full-service provider. Een wereldwijd servicenetwerk dekt alle servicebehoeften van onze klanten: van 24/7 controle op afstand en trouble-shooting op locatie, tot periodieke onderhoudscontrole en inspecties.”
Ib: “Sommigen waren bezorgd dat er veel zou veranderen. Die zorg is ongegrond. Het portfolio is verbeterd, we hebben ontzettend veel technische kennis in huis.” Alfred: “We blijven dezelfde jongens, we doen business op dezelfde manier en klanten houden gewoon dezelfde contactpersoon. De fusie is niet zozeer een verandering, maar vooral een kwestie van twee bedrijven die elkaar versterken, en van consolidatie van de bedrijfsactiviteiten.”
“Bright!” antwoordt Ib enthousiast. “Rooskleurig,” lacht Alfred. “Samen hebben we de spierballen om wereldwijd een krachtig bedrijf neer te zetten,” voegt hij eraan toe. “Inmiddels hebben we al orders in gebieden waar we eerder geen klanten hadden,” vervolgt Ib trots. “We’ve got a really big potential all over the world.”
Bron: SFK Leblanc
Vakblad Voedingsindustrie is mede mogelijk gemaakt door:
© COPYRIGHT 2024 VOEDINGSINDUSTRIE | ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
Powered by Wallbrink Crossmedia © 2024
